Maakt geld gelukkig voor Real Madrid?

static

Na zijn overgang naar Real Madrid mag Gareth Bale zich een van de duurste voetballers aller tijden noemen. Hij treedt in de voetsporen van illustere voorgangers als Cristiano Ronaldo en Zinedine Zidane, voor wie de Spaanse topclub ook duizelingwekkende bedragen over had. Maar is het trekken van de portemonnee ook daadwerkelijk de sleutel tot succes?

In de zomer van 2009 legde Real Madrid 94 miljoen voor hem meer, destijds ook een record. Handenwrijvend keken de fans van Real Madrid elkaar aan. Cristiano Ronaldo zou de status van de Koninklijke als beste club van de wereld in ere herstellen, daar waren zij heilig van overtuigd.

Zijn gemiddelden mogen dan indrukwekkend zijn, Ronaldo scoorde 146 keer in 136 competitieduels, maar veel voller is Reals prijzenkast niet geworden. Slechts een landstitel, een Spaanse beker en een Super Cup wisten de Madrilenen in het dienstverband van Ronaldo te veroveren. Tot zijn grote irritatie staken Barcelona en zijn persoonlijke rivaal Lionel Messi hem regelmatig de loef af.

Ook Zidane, de nummer drie op het lijstje van recordtransfers met 73 miljoen euro, wist Real niet overdreven veel succes te brengen. Hij mocht tussen 2001 en 2006 net als Ronaldo ook maar een Spaanse landstitel bijschrijven. Wel was er voor de elegante spelmaker een glansrol in Europees verband weggelegd.

Bij vele voetballiefhebbers staat nog altijd zijn magnifieke goal in 2002 in de Champions Leaguefinale tegen Bayer Leverkusen in het geheugen gegrift. Vlak na rust volleerde Zidane de bal van net buiten het strafschopgebied schitterend in de bovenhoek. Het kunststukje was goed voor de winnende goal, waardoor de Madrilenen zich tot dusver voor de laatste keer tot de beste van Europa kroonden.

Hoewel de prijzenkast niet uitpuilde, kreeg Zidane wel persoonlijke erkenning. In 2003 werd de huidige assistent-coach van Real verkozen tot wereldvoetballer van het jaar. Die eer was hem als speler van Juventus overigens al tweemaal eerder ten deel gevallen. Mede door zijn gestegen marktwaarde moest Real in 2001 alle records breken om Zidane binnen te halen.

In zijn eerste seizoen als speler van Real kreeg ook Luis Figo de gouden bal uitgereikt. De Portugese voorganger van Ronaldo maakte in 2000 de controversiële overstap van rivaal Barcelona. Voor een bedrag van 58,5 miljoen euro was Figo voortaan staatsvijand nummer een in Barcelona.

In de Spaanse hoofdstad rees Figo's ster tot grote hoogte. Hij pakte met Real meteen het landskampioenschap en werd dus verkozen tot wereldvoetballer van het jaar. Een jaar later volgde met de inmiddels aangetrokken Zidane aan zijn zijde de Champions League. Naarmate de jaren vorderden, droogde Reals zegebron op. Critici stelden dat Real teveel sierpaarden aan boord had en te weinig werkpaarden.

Tot een van de kapiteins aan boord behoorde inmiddels ook David Beckham, met afstand de meest geslaagde Brit in Madrileense dienst. In tegenstelling tot geflopte Britten als Jonathan Woodgate en Michael Owen wist de stijlvolle middenvelder het publiek in het Bernabeu wel op de banken te krijgen. Hoewel Beckham ook op het veld zeker imponeerde, was zijn transfer in marketingtechnisch opzicht nog geslaagder. Toen Beckham in 2003 naar de 'Koninklijke' verkaste, steeg de shirtverkoop naar verluidt met 137 procent.

Niettemin wist ook Beckham met Real maar één landstitel te veroveren. Wat dat betreft deed landgenoot Steve McManaman het beter. Hij was tussen 1999 en 2003 tweemaal de beste van de Pimera Division en mocht eveneens tweemaal de cup met de grote oren omhoog tillen.

McManamans prestaties staan in schril contrast met die van Owen en Woodgate, die beiden bezweken onder de hoge druk in Madrid. Woodgate werd in 2007 door de Spaanse krant Marca zelfs verkozen tot slechte aankoop van de 21ste eeuw. Owen wist ook niet te imponeren en keerde na een jaar met de staart tussen de benen terug naar Engeland. Lang niet al zijn Britse voorgangers waren dus even succesvol in dienst van Real. Het is aan Bale om te bewijzen dat ze in Groot-Brittannië wel degelijk uit het goede hout zijn gesneden.