Van Geel: "Je moet ook durven te verkopen"

Maarten (rubbereend)

De ontwikkeling die Feyenoord dit seizoen doormaakt is goed af te lezen aan het aantal Feyenoorders bij Oranje. Ook buitenlandse clubs zijn onder de indruk van de Rotterdammers. Martin van Geel, technisch directeur, merkt dat de interesse in zijn spelersmateriaal zienderogen toeneemt.

Steeds vaker maken topscouts uit alle hoeken van Europa de oversteek naar Rotterdam om de verrichtingen van Stefan de Vrij, Bruno Martins Indi, Daryl Janmaat, Tonny Vilhena en Jordy Clasie te volgen. "Laat ik even vooropstellen dat wij niemand willen en hoeven te verkopen", opent Van Geel tegenover Voetbal International.

"Maar tegelijkertijd hebben we ook te maken met spelers en de interesse van clubs die bereid zijn een som geld te betalen die wij niet kunnen weigeren. Daarom staan wij er relaxed in, je moet ook durven verkopen. Ik heb dat altijd zo gedaan, soms moet je geen nee zeggen, omdat je met het geld dat je krijgt ook weer je eigen elftal kunt versterken."

Van Geel wacht de ontwikkelingen rondom de Feyenoord-talenten met belangstelling af. "Omdat we zo sterk in onze schoenen staan dat we niet overal ja op hoeven te zeggen. Wij willen ons elftal bij elkaar houden, zodat we ons verder kunnen ontwikkelen. Maar als dat niet lukt, is er geen man overboord. Vorig jaar raakten we vier spelers kwijt en wij staan er nu gewoon weer tussen. Daarmee wil ik niet zeggen dat we nu wéér vier spelers laten gaan, maar het zegt ook dat we niet bang hoeven te zijn."