Schultz: Nederland slecht voorbereid op watersnood

Redactie

Minister van Infrastructuur Melanie Schultz van Haegen (VVD) vindt dat Nederlanders niet voldoende zijn voorbereid op een nieuwe watersnoodramp. Dat zegt ze zaterdag in een vraaggesprek met de Volkskrant. "Die ene storm in de tienduizend jaar kan juist die van morgen zijn." Een concreet evacuatieprogramma moet volgend jaar af zijn.

Bewoners van een gebied moeten in dat programma kunnen zien wat ze moeten doen als ze worden bedreigd door water en waar ze heen moeten. Vanuit het ministerie wordt daarbij bekeken of het bijvoorbeeld mogelijk is de capaciteit van snelwegen makkelijk te verdubbelen als veel mensen in één richting een gebied moeten verlaten.

Ook wordt gekeken naar innovatieve manieren van bouwen en omgaan met water. Zo wordt gedacht aan wijken met meebewegende woningen, en aan het plaatsen van laaggelegen stadsdelen op kades. Schultz wil dat de normen opnieuw worden bekeken, met name rond Rotterdam en Dordrecht, waar de rivieren samenkomen, en in het IJsselmeergebied.

Water is volgens Schultz een 'zwaar onderschat politiek onderwerp'. Weliswaar is de bescherming hoog, maar als het misgaat is het snel te laat. Met name in de Randstad is de situatie volgens de bewindsvrouw complex. "Je hebt niks aan een zesbaans snelweg als er twee meter water op staat."

Het programma waaraan wordt gewerkt moet in 2014 af zijn. Het wordt opgesteld onder leiding van deltacommissaris Wim Kuijken. Als het af is wil Schultz vaart maken met de invoering. "We gaan daar dan niet nog eens eindeloos op zitten studeren."

Het is volgende week zestig jaar geleden dat het zuidwesten van Nederland tijdens de Watersnoodramp overstroomde. De laatste grote overstromingen in Nederland waren in 1995. Uit vrees voor een dijkdoorbraak moesten honderdduizenden mensen in de Betuwe, de Bommelerwaard en het Land van Maas en Waal het gebied verlaten.