Ministers jonger dan in vorig kabinet

Redactie

De ministers in het tweede kabinet-Rutte zijn bij hun aantreden gemiddeld ruim drie jaar jonger dan in het vorige kabinet. De gemiddelde leeftijd van de dertien ministers in het nieuwe kabinet is 49,2 jaar. In het vorige kabinet lag de gemiddelde leeftijd op 52,4 jaar. Dat blijkt uit cijfers van het Parlementair Documentatie Centrum van de Universiteit Leiden.

Het laatste kabinet-Balkenende was nog jonger. Toen lag de gemiddelde leeftijd op de dag van beëdiging op 47,5 jaar. De gemiddelde leeftijd in het eerste en het tweede kabinet-Balkenende was respectievelijk 51,4 en 52,1 jaar. De ministers in het eerste kabinet-Kok hadden een gemiddelde leeftijd van 49,7 jaar, terwijl die in het tweede kabinet-Kok gemiddeld 51,6 jaar waren.

De benjamin van de nieuwe ministersploeg is Lodewijk Asscher (PvdA), die op zijn 38e minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is geworden. Dat is nog altijd zeven jaar ouder dan de jongste minister ooit. Dat was Jan van den Brink, die in 1948 namens de KVP minister van Economische Zaken werd toen hij 31 jaar oud was. Jan Pronk (PvdA) en Camiel Eurlings (CDA) waren beiden 33 jaar toen ze minister werden.

Asscher kan zich ook niet de jongste vicepremier noemen. Hans Wiegel was in 1977 36 toen hij als vicepremier toetrad tot het eerste kabinet-Van Agt.


Ministers jonger dan in vorig kabinet (Foto: Novum)