Nederlanders maken zich vooral zorgen over terreur

Terrorisme baart Nederlanders vanuit internationaal perspectief de meeste zorgen. Daarna volgen het milieu en oorlogen. Dat blijkt vrijdag uit het Nationaal Vrijheidsonderzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei onder ongeveer duizend Nederlanders van 13 jaar en ouder.

Ruim drie op de tien respondenten achten de kans op een aanslag in Nederland 'tamelijk groot of zeer groot'. Als aanvaardbare maatregelen tegen terrorisme worden vooral cameratoezicht op openbare plekken, huiszoekingen bij een verdenking en preventief fouilleren genoemd. Bijna tachtig procent is van mening dat er in Nederland groepen actief zijn die de rechtsstaat bedreigen.

Bijna vier op de tien ondervraagden geven aan soms niet, meestal niet of nooit voor de eigen mening te kunnen uitkomen. Het gaat dan vooral om onderwerpen als allochtonen, godsdienst en discriminatie.

Tachtig procent heeft de hoop op wereldvrede opgegeven. Om dit toch te bereiken noemen ondervraagden het bevorderen van democratie, een evenwichtiger verdeling van geld en goederen en goed onderwijs voor iedereen.

Driekwart van de respondenten denkt dat we in Nederland minder solidair zijn dan twintig jaar geleden. Bovendien verwacht ongeveer de helft dat de solidariteit in de komende jaren verder afneemt. Dit zou vooral komen door de toenemende individualisering, een grotere kloof tussen arm en rijk en een verharding van de maatschappij.