NASCAR-coureur Kurt Busch wint in 'Last Great Colosseum', heroïsche comeback broer Kyle

NASCAR-coureur Kurt Busch heeft na 58 races eindelijk weer gewonnen in de Cup Series. Sinds zijn zege in de Daytona 500 van vorig jaar won de #41 niet meer, maar op de Bristol Motor Speedway was het dan eindelijk raak: de man uit Las Vegas won in The Last Great Colosseum, het piepkleine baantje in het fenomenaal mooie stadion in Bristol, Tennessee.

Al na amper twee ronden ging het fout: Kyle Busch schoof dwars en veroorzaakte een kettingreactie, met onder meer schade voor Denny Hamlin, Martin Truex, Bubba Wallace, broer Kurt Busch en vooral ook zichzelf, plus een paar mindere goden. Op een incident met Paul Menard na - hij ramde de muur en reed zijn rechtervoorwiel aan gort - bleef stage één verder redelijk rustig, hoewel koplopers Ryan Blaney, Clint Bowyer en Kevin Harvick in de slotfase wel druk in de weer waren om achterblijvers in te halen. Blaney won de stage, 0,003 seconden voor Harvick, gevolgd door Bowyer, Chase Elliott en Aric Almirola.

De tweede stage was niet heel spectaculair, maar wel spannend. Elliott leek het te pakken, tot Joey Logano in de laatste meters buitenom langszij kwam. Kyle Busch kreeg de aandacht ook weer op zich gericht: na een stevig duel pakte hij de positie als best geklasseerde coureur die op een ronde stond, waardoor hij bij de caution aan het einde van stage twee in de ronde van de leiders terechtkwam als lucky dog.

Al in de tweede ronde ging het fout voor onder meer Kyle Busch, wat zijn geweldige comeback inluidde (Bron: YouTube)

Tweede helft
Bij de herstart na stage twee begonnen Logano en Almirola vooraan, hoewel Almirola gelijk wat plekken inleverde. Een probleem met Reed Sorensen gooide er met een kleine 150 ronden te gaan een nieuwe caution in, maar veel problemen leverde het niet op. Bowyer nam ondertussen de leiding, voor Logano en Truex.

Met honderd ronden - één vijfde van de race - te rijden zat het uitermate dicht bij elkaar. Truex opende de aanval op Bowyer's leiding, Elliott en Logano volgden op de achterbumper en de gebroeders Kurt en Kyle Busch - jawel, Kyle met z'n kapotte auto - lagen op de vijfde en zesde plek. Logano zakte er tussenuit, Kyle passeerde zijn broer en lag zo al op plek vier, nadat hij eerder nog bijna drie ronden achterstand had en achteraan reed.

Opmars Kyle Busch
Busch zette zijn ongekende opmars voort en verschalkte Elliott met speels gemak, waardoor hij plek drie in handen had. Hij opende al in no-time de aanval op Truex en daar ging het fout - voor Truex dan. Busch tikte de Toyota Camry van de regerend kampioen aan, die stevig de muur in spinde en vervolgens nog een harde tik kreeg van de onfortuinlijke achterblijver JJ Yeley.

Na een onderbreking om de boel op te ruimen, en natuurlijk een serie pitstops, ging het veld weer onderweg met 55 ronden te gaan en Bowyer op kop, voor Kurt Busch, Erik Jones, Austin Dillon en Jimmy Johnson, terwijl Kyle Busch wat afgezakt was naar plek twaalf. Brad Keselowski raakte met dik 25 ronden te gaan in de problemen en dus kregen we een volgende caution.

Een race vol ups en downs voor Kyle Busch (Bron: YouTube)

Kurt Busch en Bowyer hadden de leiding bij de herstart, daarachter werd uitermate hard gevochten door onder mer Kyle Busch. Hij leek zich door een groep achterblijvers naar plek vier te worstelen, maar daar eindigde het: Busch liep een lekke linkerachterband op, verloor snelheid en spinde de muur in, waarmee de heroïsche comeback definitief voorbij was, hoewel zelfs voor de impopulaire Busch een staande ovatie van het publiek wachtte.

Met dertien ronden te gaan werd de boel weer op gang gevlagd, met wederom Bowyer en Kurt Busch voorop. Bowyer lette totaal niet op en werd gelijk gepakt door Kyle Larson en Jones. Met name Larson ging nog prima, maar Busch was inmiddels gevlogen: de veteraan reed naar zijn 30e zege, voor Larson, Elliott, Logano en Jones.

Kurt Busch had er zin in na de finish (Bron: YouTube)