OM eist 16 jaar voor doodslag en brandstichting
De officier van justitie in Amsterdam heeft vanmiddag een celstraf van zestien jaar geëist tegen een 29-jarige Poolse man die ervan wordt verdacht een 54-jarige man te hebben gedood. Het slachtoffer werd op de avond van 6 oktober 2016 tijdens bluswerkzaamheden in zijn woning in Amsterdam-Zuidoost door brandweerlieden aangetroffen. Brandweerlieden en ambulancepersoneel hebben nog gepoogd de man te reanimeren maar zonder resultaat.
Sectie wees uit dat de man door ‘extern inwerkend geweld’ is komen te overlijden. Forensisch onderzoekers hebben vastgesteld dat er op twee plaatsen in de woning sprake is geweest van brandstichting.
Uit het politieonderzoek bleek dat het slachtoffer - een labiele, eenzame man die een teruggetrokken leven leidde - de verdachte begin oktober 2016 enkele dagen te logeren had gehad. Onderzoek door de recherche leidde naar Polen waar de betreffende man al enige maanden gedetineerd bleek te zitten voor een ander delict.
In februari 2017 is de man, in Polen tijdens zijn detentie, door een Poolse officier van justitie – in het bijzijn van de Nederlandse zaaksofficier – gehoord. De man verklaarde toen het slachtoffer te hebben geslagen waarna hij was overleden en dat hij daarna brand had gesticht in de woning. Hij wilde de sporen wissen en heeft zonder om te kijken de brandende woning verlaten. De man deed deze bekentenis uit gewetenswroeging, hij had spijt van zijn daden en wilde berouw tonen.
Nadat hij zijn detentie in Polen had uitgezeten, werd de man eind december 2017 overgeleverd aan Nederland, waar hij direct werd aangehouden in verband met de dood van de 54-jarige man en de brandstichting in zijn woning. De verdachte verklaarde dat hij razend werd toen hij die bewuste avond wakker werd doordat het latere slachtoffer hem terwijl hij slaap betastte. De verdachte heeft hem toen gestompt, getrapt, geschopt en met kracht met een fles tegen het hoofd geslagen, ten gevolge waarvan het slachtoffer is overleden.
Om dit alles te verbloemen en om sporen te vernietigen heeft de verdachte vervolgens brand gesticht in de woning. Ten gevolge daarvan hebben veel buren hun woning moeten ontvluchten en enkele weken tot maanden na de brand niet in hun eigen woning kunnen verblijven. Sommigen hebben er nog steeds last van en lopen bij psycholoog of hebben enige tijd bij een psycholoog gelopen.
“De dood van de man is een zeer ingrijpende ervaring geweest voor de nabestaanden, zijn broer en zijn moeder in het bijzonder die aan het eind van haar leven het verlies van haar kind heeft moeten meemaken”, aldus de officier van justitie in haar requisitoir. “Daarnaast moet zijn dood een schokkende ervaring zijn voor de omwonenden die ermee zijn geconfronteerd.”
