PVV stelt kamervragen over politie-iftars

De PVV-leden Helder en Beertema hebben kamervragen gesteld aan de minister van Justitie en Veiligheid over de 'Politie-iftar 2018'. Ze halen artikel 3 van de politiewet aan waarin de taakomschrijving van de politie wordt vermeld: "De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven."

Volgens Helder en Beertema vallen het organiseren van religieuze / ideologische activiteiten hier niet onder. Verder hebben ze kritiek op de tekst op de website van de politie waar gezegd wordt dat de politie-iftar "zich in de afgelopen jaren bewezen heeft als een uitstekend en sterk werkend verbindingsmiddel". Ze vragen zich af waar dat uit blijkt en waarom het liquidatie-geweld door de mocro-maffia niet aan het afnemen is. 

Ook over het instagrambericht van Jeugdagent Apeldoorn, waarin de jeugd wordt opgeroepen om een lokale iftar georganiseerd door de politie bij te wonen met de klas,  worden vragen gesteld.  Hiervan vinden ze dat de politie een neutrale houding aan dient te nemen en zich aan haar taken, opsporing en handhaving van de openbare orde, dient te houden.

Hiebij passen volgens de PVV geen religieuze of ideologische uitingen. Ze zijn dan ook van mening dat het zeer kwalijk is omdat kinderen nog geloven in de neutraliteit van de politie en ver horen te blijven van een feest van een ideologie die strijdig is met onze vrijheid en gelijkwaardigheid.