Verkiezingen en referendum; feiten op een rij

Bijna 12,5 miljoen mensen in 335 gemeenten mogen woensdag 21 maart een stem uitbrengen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Voor het referendum over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten mogen veel meer mensen naar de stembus: net geen 13 miljoen in 380 gemeenten.

Bij de verkiezingen worden de raadsleden van 335 gemeenten gekozen. In 45 gemeenten kunnen bewoners hier geen stem voor uitbrengen, omdat deze verkiezingen door een gemeentelijke herindeling al hebben plaatsgevonden of later dit jaar plaatsvinden.

Ook in de bijzondere Nederlandse gemeenten Bonaire, Saba en Sint-Eustatius kunnen bewoners naar de stembus. Ze kiezen hier echter geen lokaal bestuur en kunnen alleen hun voorkeur in het referendum aangeven.

In Amsterdam en Rotterdam kunnen kiesgerechtigden, behalve voor de gemeenteraad en het referendum, ook kiezen voor respectievelijk de stadsdeelcommissies en de gebiedscommissies.

Door groei van het aantal inwoners hebben 21 gemeenten, in vergelijking tot vorige gemeenteraadsverkiezingen, recht op meer zetels in de raad. Drie gemeenten moeten juist zetels inleveren door een afname van het aantal inwoners.

Van de landelijke partijen doet het CDA in de meeste gemeenten mee aan de gemeenteraadsverkiezingen. De PvdA is tweede en wordt op de voet gevolgd door de VVD. Hekkensluiter is nieuwkomer Forum voor Democratie, dat alleen in Amsterdam onder eigen naam meedoet. Een andere nieuwe partij, DENK, doet in veertien gemeenten mee.

Ruim 58.000 Nederlanders die in het buitenland wonen, mogen meestemmen voor het referendum over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Ze staan sinds 2017 ingeschreven in een permanent register van Nederlanders die elders wonen. Hierdoor kunnen ze automatisch meedoen aan verkiezingen voor referenda, Tweede Kamer en Europees Parlement.

Bronnen: Verkiezingsdienst ANP, gemeente Den Haag, CBS

Verkiezingen en referendum; feiten op een rij
Verkiezingen en referendum; feiten op een rij (Foto: ANP)