Sociale media ingezet tegen desinformatie

Sociale media als Twitter en Facebook zijn bereid afspraken te maken over het tegengaan van desinformatie en nepnieuws via hun platforms. Die afspraken worden verwerkt in een Europese code waaraan ze zich zullen houden.

De code wordt uitgewerkt door de zogenoemde expertgroep die de Europese Commissie heeft ingesteld. Onder meer Twitter, Facebook, Google en Wikipedia zijn hierin vertegenwoordigd en verlenen steun aan tien principes waarover overeenstemming is.

De platforms moeten hun gebruikers onder meer duidelijk uitleggen hoe de algoritmes werken die bepalen welke nieuwsberichten ze krijgen voorgeschoteld. Ook moeten ze maatregelen nemen om samen met journalistieke organisaties betrouwbaar nieuws een duidelijk podium te geven, vooral van belang rond verkiezingen.

Robuust startpunt
"Een grote stap voorwaarts en een robuust startpunt", aldus voorzitter van de expertgroep Madeleine de Cock Buning. "Censuur moet tegen alle prijs worden voorkomen", aldus de Nederlandse hoogleraar. "Vrijheid van de pers is het grootste goed." Zij zei zondag al dat de EU geen lijsten met verspreiders van nepnieuws moet aanleggen omdat het risico bestaat dat overheden er misbruik van maken.

De expertgroep, die sinds januari aan het werk is, vermijdt overigens de term nepnieuws, omdat daarmee het "ingewikkelde probleem" van vermenging van verzonnen informatie en feiten niet zou worden gedekt. Zij definiëren desinformatie als valse of misleidende informatie die erop is gericht winst te maken of publieke schade aan te richten.

De 39 deskundigen zien een grote rol weggelegd voor journalisten en factcheckers bij het bestrijden van desinformatie. Hun aanbevelingen zijn maandag aangeboden aan de Europese Commissie, die dit voorjaar met een voorstel komt.

Sociale media ingezet tegen desinformatie
Sociale media ingezet tegen desinformatie (Foto: BuzzT)