Nieuw-Zeeland wint na 26 jaar weer wintermedaille op Spelen, Gasser wint big air

De Oostenrijkse snowboardster Anna Gasser heeft zich in Pyeongchang gekroond tot de allereerste olympisch kampioene ooit op de big air, dat in Zuid-Korea voor het eerst op het olympisch programma staat.

In de big air-finale springt iedereen drie keer: de scores van de beste twee - verschillende - sprongen worden bij elkaar opgeteld om zo tot een eindstand te komen, en dat leverde een spannend duel om goud op.

Na twee sprongen was de leiding in handen van Jamie Anderson, de Amerikaanse die eerder ook goud won op de slopestyle. X-Games-kampioene en topfavoriete Gasser volgde op plek twee, Zoi Sadowski Synnott uit Nieuw-Zeeland vocht om het brons.

De pas 16-jarige Sadowski Synnott viel in haar derde sprong en dus werd het nog spannend. Reira Iwabuchi uit Japan kon het brons afpakken en liet een prima sprong zien, maar bij de landing kwam de Japanse op haar achterwerk terecht en dus was het brons binnen voor Nieuw-Zeeland.

Anderson ging onderuit in haar derde en laatste sprong, waardoor Gasser, die als allerlaatste sprong, het in eigen hand had. Met een zeer fraaie cab double cork 1080 maakte de 26-jarige Oostenrijkse het helemaal waar en pakte ze voor Anderson het olympisch goud.

De medaille van Sadowski Synnott was een zeer bijzondere: alpineskiester Annelise Coberger pakte in 1992 zilver op de slalom in Albertville en sindsdien won het land geen enkele wintermedaille meer - overigens net als Spanje, dat op deze Spelen ook voor het eerst sinds precies diezelfde slalom in 1992 een wintermedaille pakte.

Vooral in Sochi en tot nu toe in Pyeonchang grossierden de Nieuw-Zeelanders in vierde en vijfde plaatsen, maar nu was het dan eindelijk raak voor de Kiwi's. Er komt zelfs nog een serieuze kans: snowboarder Carlos Garcia-Knight plaatste zich bij de mannen als eerste voor de big air-finale.