Arbeidsdeelname nog niet op niveau 2008

In de meeste regio’s van Nederland was de arbeidsdeelname in 2017 nog niet terug op het niveau van dat aan het begin van de crisis. Van de 40 COROP-gebieden was de netto-arbeidsdeelname het hoogst in Noord-Overijssel en het laagst in Zuid-Limburg. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwste regionale cijfers.

De zogeheten netto-arbeidsdeelname, het aantal werkenden afgezet tegen het totaal aantal personen tussen 15 en 75 jaar, was in 2017 voor Nederland als geheel 66,7 procent. Met 69,5 procent was de arbeidsdeelname het hoogst onder inwoners van het COROP-gebied Noord-Overijssel. Binnen deze regio scoren de gemeenten Dalfsen en Staphorst het hoogst, beide ruim 71 procent. De regio’s Utrecht en IJmond behoren ook tot de top 3 (beide ruim 69 procent).

Evenals in voorgaande jaren had Zuid-Limburg met 61,1 procent de laagste arbeidsparticipatie. Ook in Zeeuws-Vlaanderen en de regio’s Oost-Groningen, Delfzijl en omgeving en Zuidoost-Drenthe werkte in 2017 een relatief klein deel van de 15- tot 75-jarigen. Deels hangt dit samen met het relatief grote aandeel 65-plussers in deze gebieden.

Van de vier grootste gemeenten noteerde Utrecht de hoogste arbeidsdeelname. In 2017 werkte daar 70,5 procent. Ook in Amsterdam had een relatief groot deel betaald werk (67,1 procent). Ter vergelijking, met respectievelijk 61,6 en 60,6 procent bleven Den Haag en Rotterdam hier duidelijk bij achter.

Arbeidsdeelname nog niet terug op niveau 2008
In 2008 bereikte de arbeidsdeelname in Nederland met 67,9 procent het hoogste punt van de afgelopen decennia. Met de intrede van de economische crisis daalde dit percentage. In 2014 werd het laagste niveau bereikt. Toen had in Nederland 64,9 procent van de personen van 15 tot 75 jaar betaald werk. Sindsdien nam de arbeidsdeelname weer toe, tot 66,7 procent in 2017.

In vier van de veertig COROP-gebieden was de arbeidsdeelname in 2017 terug op het niveau van het begin van de crisis in 2008. Het gaat om achtereenvolgens Zuidwest-Drenthe, IJmond, Zeeland (exclusief Zeeuws-Vlaanderen) en de agglomeratie Haarlem. Hiervan was Zuidwest-Drenthe tussen 2008 en 2017 de grootste stijger (+0,3 procentpunt).

Dat in het afgelopen jaar in vier regio’s het aandeel werkenden terug was op het niveau van 2008, betekent tegelijkertijd dat dit in 36 regio’s nog niet het geval was. Van alle regio’s was de arbeidsdeelname in Flevoland (67,7 procent) in 2017 nog het verst verwijderd van het niveau aan het begin van de crisis (71,0 procent). Sinds 2014 is de arbeidsdeelname daar echter wel sterk gestegen. Ook in de agglomeratie ’s-Gravenhage, Zuidoost-Drenthe en Alkmaar en omgeving was het niveau van 2008 nog relatief ver uit het zicht. Van de vier grootste gemeenten was Amsterdam in 2017 de enige waar de arbeidsdeelname even hoog was als aan het begin van de crisis.

In 2017 was de netto-arbeidsdeelname van de vrouwen in Nederland gemiddeld 9,6 procentpunt lager dan die van mannen, 61,9 tegenover 71,5 procent. Het verschil in arbeidsdeelname tussen mannen en vrouwen is wel afgenomen ten opzichte van het begin van de crisis. In 2008 was dat nog 13,4 procentpunt.

Verschil tussen mannen en vrouwen
Het verschil in arbeidsdeelname tussen mannen en vrouwen varieert per regio. Het grootst was dat in een aantal regio’s in Zuidwest-Nederland. Zo was de arbeidsdeelname van vrouwen in Zeeuws-Vlaanderen 13,3 procentpunt lager dan die van mannen. Ook in de rest van Zeeland, Zuidoost-Zuid-Holland en Groot-Rijnmond was het verschil relatief groot. In de COROP-gebieden Overig Groningen en Arnhem/Nijmegen verschilde de arbeidsdeelname tussen mannen en vrouwen het minst, respectievelijk 6,2 en 7,4 procentpunt.

Gemeten naar gemeente was het percentage werkenden in 2017 het hoogst in Urk, net als in 2016. Bijna driekwart (74,2 procent) van alle 15- tot 75-jarigen in die gemeente had betaald werk. Andere gemeenten met een hoog percentage mensen met betaald werk zijn Houten en Midden-Delfland. Evenals in voorgaande jaren sluit de gemeente Vaals de rij. Met een arbeidsdeelname van 52,6 procent bleef Vaals het meest achter.

Arbeidsdeelname nog niet op niveau 2008 (Foto: Centraal Bureau voor de Statistiek)
Arbeidsdeelname nog niet op niveau 2008 (Foto: Centraal Bureau voor de Statistiek)