Olympisch koningsnummer levert Noorse dubbelslag op
Het koningsnummer van de Olympische Spelen, de afdaling in het alpineskiën, heeft een Noorse dubbelslag opgeleverd. Aksel Lund Svindal kroonde zich tot olympisch kampioen, na de super-G van 2010 het tweede goud voor de Noor, die door zware knieblessures al meerdere keren bijna gestopt was met de sport. Svindal is de eerste skiër ooit die drie mondiale afdalingstitels wint, na WK-goud in 2007 en 2013.
De Zwitserse topfavoriet Beat Feuz begon niet opvallend snel, maar op het onderste deel van de piste trok Kugelblitz de gashendel volledig open, waarna hij de leidende tijd van Dominik Paris aan gort skiede. Bijna meteen daarna kwam Svindal echter al naar beneden en de grote Noor was in het middenste deel van de piste bloedsnel. Onderin verloor hij wel iets op Feuz, maar toch pakte Svindal de snelste tijd.
Met Kjetil Jansrud kwam de volgende echte uitdaging voor Svindal uit eigen land. De Noor was verschroeiend snel op het bovenste deel van de piste en leek hard op weg naar goud, maar een ietwat mislukte sprong kostte hem net te veel tijd en hij eindigde 0,12 tellen achter zijn landgenoot. De volgende Noor, Aleksander Aamodt Kilde, was bovenin enorm snel, maar na een veel te verre sprong verloor hij al zijn tijd en was hij kansloos.
Ook de Italiaan Peter Fill was prima onderweg, maar bij een sprong landde hij in de wat zachtere sneeuw, waarmee hij zijn snelheid kwijt was. Met Hannes Reichelt en Vincent Kriechmayr - ondanks een sterke start - haalden ook de Oostenrijkse toppers het niet, terwijl Christof Innerhofer namens Italië de laatste kanshebber leek en ook hij haalde het niet.
Een kleine disclaimer: zoals altijd komen er op het moment van schrijven nog flink wat skiërs naar beneden. De kans lijkt echter klein dat een van hen de top-3 nog gaat bedreigen, hoewel verrassingen nooit uit te sluiten zijn.
Svindal zette een fantastische afdaling neer (Pro Shots/Action Images)
