Aantal werklozen onder 400.000

In het vierde kwartaal van 2017 waren er, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 398.000 personen zonder werk die recent naar werk hebben gezocht en direct beschikbaar zijn. Dit is de werkloosheid volgens de definitie van de International Labour Organization (ILO). Dat zijn 29.000 werklozen minder dan een kwartaal eerder. Daarmee was 4,4 procent van de beroepsbevolking werkloos, het laagste percentage sinds het tweede kwartaal van 2009.

Ook het aantal werklozen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, is verder afgenomen. In het vierde kwartaal van 2017 waren er 138.000 mensen langdurig werkloos. Dat zijn er 56 duizend minder dan een jaar eerder. Daarmee daalde het aandeel langdurig werklozen in de totale werkloosheid van 40 naar 35 procent. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwste kwartaalcijfers over de arbeidsmarkt.

45+
Zowel bij jongeren als bij ouderen is de langdurige werkloosheid afgenomen, maar onder 45-plussers is deze nog steeds relatief hoog. In het vierde kwartaal van 2017 was 57 procent van alle werklozen van 45 tot 75 jaar een jaar of langer op zoek naar werk. Onder 25- tot 45-jarige werklozen was dit 29 procent en onder jonge werklozen tot 25 jaar 11 procent.

In het vierde kwartaal waren er meer werkenden die drie maanden eerder nog werkloos waren, dan werklozen die eerder nog werkten: 112.000 werklozen vonden een betaalde baan, terwijl 71.000 werkenden werkloos werden. Hierdoor verminderde het aantal werklozen met ruim 40.000. In dezelfde periode was het aantal mensen dat de arbeidsmarkt op kwam en werkloos werd groter dan het aantal werklozen dat de arbeidsmarkt verliet.

Tegenover 153.000 personen die toetraden tot de arbeidsmarkt en geen baan vonden, stonden 140.000 werklozen die zich terugtrokken van de arbeidsmarkt. Hierdoor nam het aantal werklozen met 13.000 toe. Door deze instroom in de werkloosheid vanuit de niet-beroepsbevolking en de uitstroom van werklozen naar werk, daalde de werkloosheid tussen het derde en vierde kwartaal per saldo met 29.000.

Onbenut arbeidspotentieel
De werkloosheidscijfers volgens de ILO-definitie omvatten niet alle mensen zonder werk die recent naar werk hebben gezocht of die direct zouden kunnen beginnen. Bovendien blijven deeltijdwerkers die meer uren willen werken buiten beschouwing. Het CBS brengt ook deze deelgroepen van het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel in kaart. In het vierde kwartaal van 2017 bestond het totale onbenut arbeidspotentieel uit ruim 1,2 miljoen mensen. Een jaar eerder was dat nog bijna 1,4 miljoen.

Het onbenut potentieel bestaat uit vier deelgroepen. In het vierde kwartaal van 2017 ging het naast 391 duizend werklozen (niet-seizoengecorrigeerd) om 257 duizend mensen die direct beschikbaar waren voor werk, maar niet recent hebben gezocht en 153 duizend mensen die niet beschikbaar waren, maar wel hebben gezocht. De vierde groep bestaat uit 420 duizend onderbenutte deeltijdwerkers. In tegenstelling tot voorgaande groepen hebben zij wél betaald werk. Zij werken echter minder dan 35 uur per week in de hoofdbaan, willen meer uren werken en zijn hier ook direct voor beschikbaar.