Landelijke aanpak kansrijke start kinderen

De eerste duizend dagen van een kind zijn cruciaal voor een goede ontwikkeling. In de praktijk blijkt dat 14 procent van de Nederlandse kinderen een valse start kent door bijvoorbeeld vroeggeboorte of een te laag geboortegewicht. Psychosociale problemen binnen een gezin, huisvesting, armoede en schulden spelen daarbij een belangrijke rol.

Minister Hugo de Jonge (VWS) komt voor de zomer met een landelijk actieprogramma “Kansrijke Start”, dat ervoor moet zorgen dat kinderen een goede start kunnen maken. De bewindsman maakte dat zojuist bekend tijdens een werkbezoek aan het ProNova-college in Schiedam.

Ongeveer 14% van de kinderen in Nederland heeft een minder gunstige start bij de geboorte. Dat komt door vroeggeboorte, een te laag geboortegewicht of een combinatie van beide. Deze gezondheidsproblemen hebben gevolgen voor hun gezondheid en ontwikkeling op jonge en latere leeftijd. Kinderen van vrouwen in achterstandswijken hebben zelfs een aanzienlijk groter risico op sterfte en ziekte rond en kort na de geboorte. Deze verschillen worden veroorzaakt door bijvoorbeeld leefstijl, voeding en sociale omgeving.

Samen met gemeenten en partijen uit ondermeer de geboortezorg en de jeugdgezondheidszorg wil de minister een landelijk programma neerzetten. Het programma Kansrijke Start zal zich onder andere richten op het verbeteren van de samenwerking tussen wijkteams, kraamzorg, de verloskundige zorg en de jeugdgezondheidszorg. Ook het verbeteren van de voorlichting over anticonceptie en een gezonde zwangerschap bij (aanstaande) ouders zal een belangrijk aandachtspunt zijn.