Voorwaardelijke straf na hulp bij zelfdoding

De 75-jarige Albert Heringa is veroordeeld voor hulp bij de zelfdoding van zijn 99-jarige moeder in 2008. Het gerechtshof in Den Bosch legde woensdag een half jaar voorwaardelijke celstraf op. Er was tegen hem drie maanden voorwaardelijke celstraf geëist.

Heringa plande samen met zijn moeder in 2008 het einde van haar leven, nadat hij had ontdekt dat ze pillen aan het verzamelen was. Hij zorgde voor de juiste medicijnen, stampte de pillen en mengde ze met yoghurt. Zijn moeder was het schoolvoorbeeld van een voltooid leven, zei hij.

De kwaaltjes waar ze last van had, waren volgens hem onvoldoende voor euthanasie en na een eerste afwijzing door de huisarts durfde hij geen enkele arts meer te benaderen om het leven van zijn moeder te beëindigen.

Geen beroep op overmacht
Het gerechtshof bepaalde dat euthanasie is voorbehouden aan een arts en dat Heringa geen beroep op overmacht kan doen. Het hof neemt het hem kwalijk dat hij zijn moeder alleen heeft gelaten en eventuele complicaties voor lief heeft genomen.

Het hof constateert dat in de maatschappelijke discussie over het voltooide leven de meningen sterk uiteenlopen en dat er nog geen wetsvoorstel bestaat. Om die reden wilden de rechters geen oordeel geven over de vraag of stervenshulp aan mensen met een voltooid leven is toegestaan.

Drie keer eerder probeerde het Openbaar Ministerie in de zaak tegen Heringa straf af te dwingen voor hulp bij zelfdoding, maar voor het eerst is dat gelukt. Het gerechtshof in Den Bosch behandelde de zaak, omdat de Hoge Raad oordeelde dat het gerechtshof in Arnhem het beroep op een noodsituatie te makkelijk had gehonoreerd.

Voorwaardelijke straf na hulp bij zelfdoding
Voorwaardelijke straf na hulp bij zelfdoding (Foto: ANP)