CBS: 'Meer Europeanen, minder Syriërs in 2017'

De bevolking van Nederland is in 2017 opnieuw relatief sterk gegroeid. Net als een jaar eerder kwamen er per saldo ongeveer 100.000  mensen bij, vooral door buitenlandse migratie. Inmiddels telt Nederland bijna 17,2 miljoen geregistreerde inwoners. Dat blijkt uit de nieuwste ramingen van het CBS.

Ruim vier vijfde van de bevolkingsgroei is afkomstig van buitenlandse migratie. Hoewel nog niet alle gegevens voor het jaar 2017 zijn verwerkt, gaat het CBS ervan uit dat zich ongeveer 82.000 meer mensen in Nederland vestigden dan er vertrokken. Dat aantal is vergelijkbaar met 2016. De immigratie kwam met 233.000  personen net iets hoger uit dan in 2016, terwijl de emigratie met 151.000  iets lager uitviel.

Samenstelling migranten
De samenstelling van de migratiestroom is wel veranderd. Vergeleken met 2016 vestigden zich in 2017 minder asielmigranten en meer arbeids- en studiemigranten in Nederland. In de eerste elf maanden van 2017 schreven 16.000 personen met een Syrische achtergrond zich in als inwoner van Nederland, bijna 10.000 minder dan in dezelfde periode van 2016.

Het migratiesaldo van personen uit Ethiopië (1,200), en uit Afghanistan, Iran en Irak (samen 2,100) was de helft lager dan in 2016. In 2017 vestigden zich juist meer migranten uit Europese landen, Brazilië en India. Zo kwamen uit Roemenië, Bulgarije en de voormalige Sovjetunie (zoals Estland en Letland) samen per saldo ruim 10.000 migranten (3.000 meer dan een jaar eerder). Het migratiesaldo van Polen bleef ongeveer 9.000

Een veel kleiner deel van de bevolkingsgroei, bijna een vijfde, is afkomstig van natuurlijke aanwas (geboorte minus sterfte). Deze is al een aantal jaren laag. De eerste ramingen wijzen op een verdere daling: verwacht wordt dat in 2017 uiteindelijk 19.000 meer kinderen geboren werden dan er mensen overleden. Het jaar daarvoor waren dat er nog 24.000.

Krimp
In het eerste kwartaal van 2017 was er zelfs een periode sprake van krimp: het aantal sterfgevallen lag toen 2.000 hoger dan het aantal geboorten. De lage natuurlijke aanwas heeft niet alleen te maken met een hogere sterfte dan in eerdere jaren, ook het aantal geboorten is naar verhouding laag. De verwachting is dat er in 2017 zelfs minder kinderen geboren zijn dan ten tijde van het vorige dieptepunt midden jaren tachtig. In 1983 werden iets meer dan 170.000 kinderen geboren, op dit moment lijkt het erop dat dit aantal in 2017 niet wordt gehaald.

Vooral jonge vrouwen krijgen nu naar verhouding minder kinderen dan enkele jaren geleden; zij zijn het moederschap weer verder gaan uitstellen. In vier jaar tijd is de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen gestegen van 29,4 naar 29,8 jaar. In de jaren daarvoor was deze leeftijd een tijdlang stabiel.

Van uitstel komt afstel
De huidige generatie vrouwen is bovendien relatief klein in aantal. In de jaren tachtig was het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd bijvoorbeeld groter, maar doordat zij het moederschap nog meer uitstelden dan de huidige generatie kwam het aantal geboorten vrijwel net zo laag uit als nu.

Voor de komende jaren verwacht het CBS dat de bevolking van Nederland nog doorgroeit, zowel door natuurlijke aanwas als door migratie. Over vijf jaar, in januari 2023, zal de bevolking volgens de CBS-prognose uitkomen op 17,5 miljoen mensen. Hier zitten wel onzekerheidsmarges omheen: er is een kans dat het inwonertal dan wat lager of juist wat hoger ligt.

CBS: 'Meer Europeanen, minder Syriërs in 2017' (Foto: Centraal Bureau voor de Statistiek)
CBS: 'Meer Europeanen, minder Syriërs in 2017' (Foto: Centraal Bureau voor de Statistiek)