Tour: Etappe 15 - Aanvallersrit pur sang

De zaterdagrit richting Rodez was saai, helaas. Vroeg in de rit reden Roosen, De Gendt, Bouet en Voeckler weg, waar Reto Hollenstein nog naartoe wist te rijden. Een klein groepje, dan weet je tijdens deze Tour meteen al dat het lastig gaat worden. Vooral als BMC en Sunweb zich meteen op kop van het peloton zetten. Een van de weinige kansen voor Van Avermaet en Matthews om nog eens een rit te winnen, dus waren de vluchters voor de zoveelste keer kansloos.

Thomas De Gendt wist nog wel de rest af te schudden en probeerde een mooie solo neer te zetten, maar tegen een jagend peloton had hij geen schijn van kans. Dus gingen we toewerken naar de volgende massasprint van de Tour, nu alleen eentje bergop. Het was wachten op de laatste 500 meter van de rit, daar zou alles pas gaan gebeuren. Oliver Naesen zette zich vlak voor het muurtje op kop en hij hielp daarmee vooral zijn landgenoten Gilbert en Van Avermaet.

Gilbert overschatte zichzelf een beetje en probeerde het op 400 meter van de streep al. Ideaal voor Van Avermaet, die in zijn wiel zat. Greg kwam eruit en deed een poging om voor de tweede keer in Rodez te winnen, maar dat was buiten Matthews gerekend. Die reed Greg lachend voorbij en won met speels gemak. Daarachter zagen we al vrij snel Froome binnenkomen, maar Aru was nergens te bekennen. Hij zat voor de klim al slecht gepositioneerd en wist dat tijdens de klim niet meer goed te maken, hij verloor zelfs alleen nog maar meer tijd. Daardoor is de gele trui weer terug bij Froome, die zonder er heel veel voor te hoeven doen ineens een voorsprong van 18 seconde heeft in het klassement.

We zijn dus weer terug bij af, maar misschien komt daar tijdens de volgende rit verandering in. Voor de rustdag krijgen we nog te maken met een atypische rit, een overgangsrit richting het Centraal Massief, met twee lastige beklimmingen onderweg en nog een paar minder zware klimmetjes. Het lijkt een rit voor de vluchters, maar de rit zou ook zomaar een heel verrassende uitkomst kunnen krijgen.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)

De startplaats
De laatste rit van de tweede week start een kilometer of 25 ten oosten van Rodez. Voor het eerst is de Tour in Laissac-Sévérac l'Église, een nieuwe gemeente die pas in 2016 is ontstaan. Een samenvoeging van de kleine dorpjes Laissac en Sévérac l'Église, die vier kilometer van elkaar liggen. Sévérac l'Église, een dorp met amper 400 inwoners, mag je meteen weer vergeten. Hier is de start helemaal niet, de renners vertrekken vertrekken vanuit Laissac, een dorp waar iets meer dan 1500 mensen wonen.

Het dorp is klein, maar niet zonder betekenis. In Laissac beschikken ze over de grootste veemarkt van Zuid-Frankrijk en na de veemarkt in Bourg-en-Bresse is het zelfs de grootste van Frankrijk. Daar komen de renners ook direct achter, want bij de start staan ze tussen de verschillende hallen en stallen van de markt. In Laissac draait het vooral om koeien en schapen, die kun je hier een aantal keer per jaar op de kop tikken. Het draait niet alleen om het kopen van dieren, er worden hele festivals georganiseerd, waarbij er heuse clinics worden gegeven over de veeteelt en dan kan je ook nog eens genieten van de lokale streekproducten.

Desalniettemin is het wel behoorlijk uit de tijd, zo'n veemarkt. Kan eigenlijk niet meer allemaal, maar vooral in dit deel van Frankrijk lopen ze nogal achter de feiten aan. We zitten in een streek van boeren, waar weinig ontwikkeling te vinden is. Dat zie je ook in het kleine centrumpje, het is een beetje ouderwets allemaal. Wel een mooie kerk, dat is dan nog iets.

De veemarkt in Laissac (Foto: Panoramio)
De veemarkt in Laissac (Foto: Panoramio)

De route
Tijdens de eerste 12 kilometer van de rit zal het zo goed als vlak zijn, terwijl de renners over redelijk bochtige wegen door een glooiend landschap rijden. Ze passeren in deze kilometers Galinieres, waar nog een kicken kasteeltje te vinden is. Na 12 kilometer rijdt het peloton door Saint-Martin-de-Lenne, hier slaan ze linksaf en daarna gaat het vier kilometer naar beneden, over een brede, maar bochtige weg. Weinig lastige bochten, dus zou iedereen zonder problemen Saint-Geniez-d'Olt moeten kunnen bereiken. In dit pittoreske dorpje aan de Lot rijden de renners over een brug, waarna ze aan de andere kant van de rivier over een smallere weg gaan rijden.

Deze weg begint ook al gelijk omhoog te lopen, want de eerste klim van de dag staat op het punt van beginnen. Twee kilometer lang rijden de renners langs de Lot en hier is het niet meer dan vals plat. Dat wordt een ander verhaal als de renners van de rivier wegdraaien, want dan begint de klim officieel. De Montée de Naves d'Aubrac is 8,9 kilometer lang en 6,4% gemiddeld, een klim van de eerste categorie. In totaal gaat het zelfs meer dan 10 kilometer omhoog, maar de uitloper van de klim heeft de organisatie niet meegerekend.

Na 28 kilometer komen de renners boven op deze klim, die nog nooit eerder is voorgekomen in de Tour. Het is een behoorlijk onregelmatige klim, met enkele vlakke stroken tussendoor, waarna er dan weer wat steilere stroken volgen. De rennertjes rijden in het begin door een bos, maar richting de top wordt het terrein wat meer open en is er een mooi uitzicht over de omgeving. Na de klim is er een korte, maar niet zo lastige afdaling van twee kilometer en daarna is het voornamelijk vlak, tot de volgende klim van de dag.

In de tussentijd gaat het twee keer kort omhoog, twee korte knikjes van een kilometer aan 5%. Na 38 kilometer rijden de renners door het nietige Vieurals en richting dit dorp loopt de weg licht omhoog. In Vieurals slaan we een smal weggetje in en hier gaat het 3,3 kilometer omhoog aan 5,9%, richting de top van de Côte de Vieurals. Net na de top van dit klimmetje van de derde categorie staat op de grens van Lozère en Aveyron de Croix de la Rode. Een kruis dat vaak wordt omgeven door zo ongeveer de enige inwoners van dit gebied, runderen.

Het kruis waar de runderen vaak naar kijken (Foto: Panoramio)
Het kruis waar de runderen vaak naar kijken (Foto: Panoramio)

Boven op de top gaat het niet direct naar beneden. We bevinden ons nu op het plateau van Aubrac en daar gaan we nog een tijd blijven. Over het smalle geitenpad gaat het licht naar beneden, waarna men na een aantal kilometer weer uitkomt op een grotere en brede weg. Door een landschap waar de agricultuur hoogtij viert is het tien kilometer min of meer vlak, tot de renners na 57 kilometer Nasbinals benaderen. Richting dit dorpje gaat het wel een drietal kilometer naar beneden, zonder een lastige bocht tegen te komen.

Na de doortocht in het lichtelijk verloederde Nasbinals fietst men over dezelfde brede weg verder richting Malbouzon. Dit stuk van negen kilometer is zo goed als vlak, met alleen een strook vals plat voor Malbouzon. Buiten Malbouzon blijft het ook nog een aantal kilometer vlak, daarna gaat het een kilometer of acht licht naar beneden lopen, richting Aumont-Aubrac. De weg blijft hier steeds breed en het landschap op het plateau is steeds open, daarnaast kent dit deel in dalende lijn weinig moeilijke bochten.

In Aumont-Abrac, waar de koers na 80 kilometer passeert, is het weer zo goed als vlak, met zelfs nog een klein knikje omhoog voor het dorp. Buiten Aumont nemen we toch maar eens afscheid van het plateau, we gaan een aantal kilometer verder dalen. Dit over een bochtige weg, door een bos. Na een tijd neemt de omgeving iets andere vormen aan, er verschijnen prachtige rotswanden langs de kant van de weg. Vooral in de buurt van Rimeize, na 88 kilometer, is er het nodige natuurschoon te zien.

In Rimeize is het ondertussen ook weer vlak geworden en dat blijft zo tot de tussensprint, die na 96 kilometer volgt in Saint-Alban-sur-Limagnole. De weg richting Saint-Alban is nog best mooi. Brede wegen langs de rivier Truyère, met tussendoor langs de kant van de weg weer wat rotsen, maar vooral een bloeiend landschap.

Ook hier is de omgeving niet verkeerd (Foto: Panoramio)
Ook hier is de omgeving niet verkeerd (Foto: Panoramio)

Na de tussensprint in Saint-Alban is het direct tijd voor de volgende klim van de dag, hoewel er op deze klim geen punten voor de bergtrui te verdienen zijn. In totaal gaat het 12 kilometer omhoog en in die kilometers komen de renners 400 meter hoger uit. Gemiddeld gezien gaat het dus aan 3% omhoog, al bij al niet heel spannend. Wel rijdt men nu door een aardige omgeving, met veel mooie vergezichten. Langs de kant van de weg zien we vooral veel koeien, weer eens wat anders dan zonnebloemen of mais. Boven komen de renners na 107 kilometer, daarna gaat het een aantal kilometer in licht dalende lijn verder.

Na 112 kilometer komt de koers door Chanaleilles, waar ze wat lastige bochten verstopt hebben, maar verder hoef je tijdens dit deel van de rit niet bepaald alert te zijn. Het blijft nog een aantal kilometer licht naar beneden lopen, tot Esplantas, een dorpje waar de renners linksaf slaan om vervolgens over een bijna volledig rechte weg door een open landschap richting Saugues te rijden. Hier komen ze na 126 kilometer aan, nadat ze een tijd over een licht glooiende weg hebben gereden, met erbarmelijk asfalt. Voorbij Sagues rijden ze nog even rechtdoor, over diezelfde weg.

Het blijft nog een kilometer of vijf relatief vlak, met daarna een korte afdaling van een kilometer, gevolgd door een venijnige anderhalve kilometer omhoog aan een procentje of zeven. Eenmaal boven op dat knikje volgt een afdaling van zes kilometer richting Saint-Arcons-d'Allier. Deze afdaling is op sommige momenten nog best technisch, bijkomend nadeel is dat het asfalt ook pover blijft. In Saint-Arcons slaan de renners rechtsaf en rijden ze over de rivier Allier.

Via Saint-Julien-des-Chazes rijden ze vervolgens richting Prades, steeds langs de Allier. Deze weg is zeven kilometer lang en relatief vlak, zeker als je bedenkt wat er na Prades gaat komen. Hoe de weg er precies uitziet weet ik niet, want dit gebied is zo obscuur dat de Googlemannetjes hier nooit met een wagentje rond hebben gereden. Wat ik wel weet is dat de Allier hier op sommige plaatsen een prachtige kloof heeft uitgesleten, zoals bij Prades. Hier passeren de renners na 148 kilometer.

Een prachtige kloof bij Prades (Foto: Panoramio)
Een prachtige kloof bij Prades (Foto: Panoramio)

In Prades rijden ze over de smalle brug en passeren ze les Orgues de Prades, die zeer opvallende rotsformatie. Direct na de brug begint de volgende klim van de dag, met afstand de zwaarste van het stel. De Col de Peyra Taillade, wederom een debutant in de Tour. De klim van de eerste categorie is 8,3 kilometer lang en 7,4% gemiddeld, maar dat gemiddelde stijgingspercentage laat het makkelijker lijken dan het in feite is. De eerste kilometers van de klim rijden de renners over een smalle en bochtige weg door een bos, hier loopt het nog niet zo steil omhoog. De eerste helft van de klim stijgt het aan 6% gemiddeld, dat is goed te doen.

De renners verlaten na een tijd het bos en rijden dan tussen de weilanden door richting Vergues, waar het even een aantal meter vlak wordt. In Vergues is er een bocht naar links en daarna rijden de renners rechtdoor, richting een extreem smalle weg. Nog smaller dan Mur de Péguère, maar net zo steil. Het gaat bijna twee kilometer aan meer dan 10% omhoog, met uitschieters richting 14%. Na dit steile en smalle deel wordt het weer wat makkelijker, een kilometer aan 4,5%.

Aan het eind van deze makkelijkere strook rijden de renners door Le Bouchet, waar de weg even wat breder is, maar al snel slaan ze weer ergens een geitenpad in en daarna gaat het tijdens de laatste twee kilometer van deze klim aan meer dan 7% omhoog. Na 158 kilometer komen de renners boven op deze Col de Peyra Taillade, een behoorlijk interessante klim. Leuke ontdekking, dat zouden ze vaker moeten doen. Een groot deel van de klim is er een mooi uitzicht over de omgeving, dus ook op dat gebied lijkt het me een toevoeging. Na de top is het nog 30 kilometer tot de finish.

Het profiel van de Col de Peyra Taillade (Bron: Letour.fr)
Het profiel van de Col de Peyra Taillade (Bron: Letour.fr)

De afzink van de Peyra Taillade is lang, maar niet zo lastig. Deze kant van de berg is niet zo steil, totaal niet te vergelijken met de andere kant. De eerste kilometers van de afdaling blijft de weg smal, wat het nog enigszins lastig maakt, maar er zijn niet veel scherpe bochten te vinden. Het gaat tien kilometer vrij gelijkmatig naar beneden, veel steile stroken zijn er niet bij. Na 167 kilometer rijden de renners door Chaspuzac en hier wordt de weg eindelijk weer eens wat breder. In de kilometers daarvoor is het steeds smal, met ook nog eens slecht asfalt. Hoewel ik niet uitsluit dat ze sommige wegen van deze rit een nieuw likje asfalt hebben gegeven, in het kader van deze rit.

Na Chaspuzac is het zes kilometer zo goed als vlak, terwijl er over brede wegen gereden wordt, langs open velden. Na deze vlakke kilometers volgt er bij het gehucht Grazac een scherpe bocht naar rechts, waarna de coureurs opnieuw op een smalle weg belanden. Deze weg begint na een tijd naar beneden te lopen, er volgt dan richting de volgende klim van de dag nog een korte afdaling. Deze afdaling brengt ons door een bos en is met name door de smalle weg vrij pittig. Drie technische bochten achter elkaar, die lastig in te schatten zijn.

Direct na deze afdaling gaat het weer omhoog, er wordt geklommen richting Saint-Vidal. Rare naam, want we weten allemaal dat Vidal bepaald geen heilige is. Enfin, de Côte de Saint-Vidal is twee kilometer lang en 6,8% gemiddeld. Redelijk klimmetje dus, vooral in het begin even heel steil, daarna vlakt het in het dorp wat af, maar buiten het dorp gaat het dan weer een stuk steiler omhoog, tot de top. Na 176 kilometer, op 13 kilometer van de streep, komen de renners boven op dit bergje van de vierde categorie. Saint-Vidal is overigens een dorp met een prima kasteeltje.

Saint-Vidal kent een prima kasteel (Foto: Panoramio)
Saint-Vidal kent een prima kasteel (Foto: Panoramio)

Na de top is het heel even vlak, daarna gaat het iets meer dan een kilometer stevig naar beneden, zonder bocht. Aan het eind van dit stuk is er een bocht naar rechts, waarna de renners op een brede weg terechtkomen. Deze weg loopt drie kilometer rechtdoor, maar in die kilometers gaat het wel nog twee keer vals plat omhoog. Na 181 kilometer, op acht kilometer van de streep, komen de coureurs bij een rotonde uit. Hier gaan ze naar links en vervolgens gaat het meer dan een kilometer naar beneden, over een brede weg met één lange lopende bocht naar rechts.

We rijden nu Polignac binnen en het hoogtepunt van die stad zagen we al een tijd. De burcht die hoog boven de stad uittorent is magnifiek. In de straten van Polignac loopt de weg nog 200 meter aan 8% omhoog, maar hierna gaat het al snel weer naar beneden, over een brede maar bochtige weg. Aan het eind van deze weg slaan de renners rechtsaf en daarna gaan ze op weg naar Le Puy-en-Velay. Op iets meer dan vijf kilometer van de streep komen ze bij een rotonde uit, hier gaan ze rechtdoor en daarna begint de weg vrijwel meteen omhoog te lopen. Eén kilometer gaat het omhoog, aan 6%.

Na deze laatste klim van de dag gaat het meer dan een kilometer naar beneden, door het bochtige Le Puy-en-Velay. Veel korte en scherpe bochtjes, terwijl het overzicht niet al te best is. Op 3,5 kilometer van de streep wordt dat beter, de weg wordt een stuk breder en het begint ook weer wat vlakker te worden. In de laatste drie kilometer is er geen hoogteverschil meer te vinden. Wel genoeg bochten, zo is er op 2,5 kilometer van de streep een scherpe bocht naar links, die niet lang daarna gevolgd wordt door een minder scherpe, weer naar links.

De renners rijden nu langs een indrukwekkende kapel, gebouwd op een flinke rotspartij, maar dat zal ze niet veel boeien. Interessanter zullen ze vinden dat de tweebaansweg hier een eenbaansweg wordt, hoewel dat niet lang zo is. Op 1,5 kilometer van de streep is er een rotonde, die aan beide kanten genomen mag worden. Daarna is er op iets meer dan één kilometer van de streep een scherpe bocht naar rechts, waarna het in de slotkilometer voornamelijk rechtdoor gaat. Een paar flauwe bochten nog, maar verder een makkelijke finish.

De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)

De finishplaats
Na 189,5 kilometer houdt de rit dan op, in Le Puy-en-Velay. Een stad met 19.000 inwoners in het departement Haute-Loire, regio Auvergne-Rhône-Alpes. Voor de vijfde keer maakt de stad deel uit van dit circus. Zo kwam hier in 1996 een rit aan, gewonnen door Pascal Richard. Nadat hij al Luik-Bastenaken-Luik en een rit in de Giro had gewonnen pakte hij in de Tour ook zijn zege mee, maar dat bleek niet eens zijn grootste succes van dat jaar te zijn. Niet lang na de Tour werd hij olympisch kampioen, hij won de wegwedstrijd in Atlana. In 2005 kwam de Tour terug naar Le Puy-en-Velay, het zou een rit worden waarin een kopgroep van vier zou gaan strijden om de dagzege. Giuseppe Guerini reed in de absolute slotfase weg uit die kopgroep en zijn vluchtgenoten zagen hem pas na de finish weer terug.

Le Puy-en-Velay is een sportieve stad, zo zijn hier in de loop der jaren enkele goede voetballers geboren. Jongens die het Franse nationale elftal hebben gehaald als Sidney Govou en Gregory Coupet, maar ook jongens die zo goed waren dat ze zelfs bij De Graafschap mochten voetballen. Niemand minder dan Hugo Bargas kwam hier ter wereld. Ze doen ook aan tennis in deze stad, de eerst viesdunne en daarna viesdikke Marion Bartoli is een Ponot, zoals ze de inwoners van deze plaats ook wel noemen.

Le Puy-en-Velay is een mooie stad, vooral dankzij een aantal hogergelegen bouwwerken die van een afstand meteen alle aandacht opeisen. Er zijn twee enorme rotsen die hoog boven de stad uittorenen en op de ene rots is een kapel geplaats, vernoemd naar Saint-Michel d'Aiguilhe. Op de tweede rots, die van Corneille, is dan weer een standbeeld geplaatst van Maria, want het is nogal een gelovig stadje, dat Le Puy-en-Velay. Een ander opvallend gebouw is de kathedraal, die dan weer niet op een rots geplaatst is. Alsnog een imponerend gebouw, dat ook op de werelderfgoedlijst van UNESCO terug te vinden is. Jaarlijks verzamelen vele pelgrims zich hier, als ze van plan zijn om richting Santiago de Compostela te lopen.

Le Puy-en-Velay, een van de mooiste plaatsen die de Tour aandoet dit jaar (Foto: Panoramio)
Le Puy-en-Velay, een van de mooiste plaatsen die de Tour aandoet dit jaar (Foto: Panoramio)

Het weer & TV
Bij de start wordt het al meteen smerig warm, we schuren tegen de 30 graden. Totaal geen kans op neerslag en minder wind dan de vorige dag, wat eigenlijk wel jammer is aangezien we voornamelijk door open velden gaan rijden. In de finishplaats is het vermoedelijk iets minder warm, maar met 27 graden alsnog niet koud. Ook daar geen kans op regen, maar wel kans op iets meer wind.

De laatste rit voor de laatste rustdag begint om 13:00, na een neutralisatie van tien minuten gaat het om 13:10 pas echt los. De NOS en Sporza zijn er een uur later pas bij, tegen die tijd is de eerste klim van de eerste categorie al lang geweest. Als je Eurosport 2 hebt zou je een poging kunnen wagen om daar vanaf het begin te kijken. Bij Eurosport 1 zou ik dan weer geen poging wagen, die zenden vrolijk tennis uit. HOME OF CYCLING.

Nog een blik op Le Puy-en-Velay (Foto: Panoramio)
Nog een blik op Le Puy-en-Velay (Foto: Panoramio)

Favorieten & voorspelling
Op papier is dit de ultieme overgangsrit, geschikt voor de vluchters. Papier hebben we tijdens deze Tour alleen geen donder aan, want tot nu toe zijn ritten voor vluchters steeds niet naar de vluchters gegaan. Zelfs zo'n rit naar Rodez wordt kapot gecontroleerd, dat zegt veel over deze Tour. Of deze rit wel voor de vluchters is durf ik ondertussen niet meer te zeggen. Het is de dag voor de rustdag, dus de mannen die voor het algemeen klassement gaan hoeven zich niet te sparen. Ze kunnen er een spektakel van maken, want er zijn onderweg nog wel wat lastige klimmetjes.

De zware klim aan het begin is wellicht in het nadeel van de vluchters, die daardoor misschien te weinig tijd hebben om weg te rijden. Ligt ook aan Sky, die bepalen alles. Als ze weer gaan controleren heeft een vlucht weinig kans, maar het kan ook zijn dat ze een keer rustig aan gaan doen. Door het lange tussenstuk na de eerste zware klim denk ik dat deze rit toch voor de vluchters gaat zijn. Ik hoop het ook, want na twee weken koers hebben we pas twee keer een vlucht zien slagen, waarbij een van de twee dan ook nog eens een vlucht was van een aantal favorieten. Niet helemaal in balans, dus doe mij maar een ritje voor de rittenkapers.

1. Cummings. Het is weer zo'n dag. Cummings kiest altijd zijn ritten uit en deze heeft hij zonder twijfel aangestreept. Hij probeerde het al in de rit naar Peyragudes en zonder de controle van Sky had hij nog gewonnen ook. Dat Sky de boel zo strak controleerde stemde hem niet tot grote tevredenheid, hij begreep er ook helemaal niets van. Toch merk je aan alles dat hij nog wel een poging gaat wagen. In de rit naar Rodez liet hij ook ostentatief lopen en kwam hij in de bus binnen, tussen jongens als Kittel en Groenewegen. Optimaal gespaard, om nog een keer verschroeiend hard uit te halen.

2. Calmejane. Al een overwinning op zak en dat zal smaken naar meer. Dit is weer een uitgelezen kans om in de aanval te gaan en als Lilian wil, dan zit hij erbij. Met zo'n lastige aanloop zitten vaak ook meteen de sterke renners vooraan, dus als hij nog over goede benen beschikt zien we hem vanzelf in beeld.

3. Roglic. Hij liet het aan het eind van de rit naar Rodez helemaal lopen. Kwam binnen in de bus, op 13 minuten achterstand. Rogla heeft zijn beentjes gespaard, met het oog op deze rit. Dus mogen we verwachten dat hij een poging gaat wagen om in de kopgroep te belanden. Dan moet hij alleen wel even wat beter opletten dan tijdens zijn vorige pogingen, hij heeft nog wel eens wat krachten moeten verspillen omdat hij niet meteen mee was. Als hem dat nu beter afgaat kan hij een heel eind komen in de strijd om de ritzege.

4. Benoot. Tiesj met de flapperende oortjes zal wel wat opgevangen hebben. De onvrede van Thomas De Gendt, die het gevoel heeft dat hij alles alleen moet oplossen bij de ploeg. Thomas wil niet de enige zijn die in de aanval gaat, een subtiele hint dat zijn ploeggenoten een keer moeten volgen. Niet dat hij veel ploeggenoten heeft die in aanmerking komen. Het gaat warm worden, dus Tim Wellens is nu al aan het schreeuwen om zijn moeder. Blijven Gallopin en Benoot over. Van die twee heeft Benoot wat meer de gunfactor, dus staan we op de banken voor Tiesj.

5. Hardy. Ik wist niet eens dat ie nog in koers was, maar hij staat blijkbaar 30e in het klassement. Dan ben je toch niet slecht bezig en dan wordt het hoog tijd dat je een keer in de aanval gaat. Fortuneo is sowieso maar matig bezig, ik wil die jongens toch wel wat meer in beeld zien. Dus juichen wij voor Romain. Zijn naam staat al op iedere berg gekalkt, kan ons het schelen dat ze daarmee eigenlijk een andere Romain bedoelen.