Giro: Etappe 14 - Minachting van de kijker als eerbetoon aan legendes

Net als de twaalfde rit was ook de dertiende rit enorm saai. Er was wel wat wind, maar het bleek niet genoeg te zijn om voor echte waaiers te zorgen. Daarom werd het zoals verwacht weer een massasprint.

Inmiddels weten we dat er aan Fernando Gaviria niets te doen is en dat werd nog eens extra bevestigd. De voorbereiding op de sprint verliep niet vlekkeloos. Gaviria verloor het wiel van Richeze en leek op 300 meter van de streep kansloos voor de overwining, maar hij zette de turbo aan, dook door een enorm klein gat en sprintte uiteindelijk nog met gemak naar de overwining. Het was indrukwekkend.

Gaviria stond al jaren bekend als een enorm talent, maar die status is hij nu wel kwijt. We mogen hem rekenen tot de absolute wereldtop. Vier overwinningen in je eerste grote ronde, er zijn niet veel renners die dat ooit wisten te presteren. Het zal wel bij die vier overwinningen blijven, we hebben de vlakke ritten nu gehad. In de laatste week van deze Giro krijgen we alleen maar bergritten en een afsluitende tijdrit.

Voor dat zover is moeten we eerst nog de laatste twee ritten van de tweede week afwerken. Twee ritten die niet de schoonheidsprijs verdienen. Vooral deze rit is een verschrikking, een schande, een klap in het gezicht. Het zou een eerbetoon aan twee van de beste Italiaanse renners ooit moeten zijn, maar het is eerder een flinke klodder spuug op hun graven.

De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De startplaats
Deze belediging voor iedere liefhebber begint in een piepklein dorpje. In Castellania wonen amper 100 mensen, maar toch is het een plaats die niet in de 100e Giro mag ontbreken. Castellania is namelijk het dorp waar in 1919 Fausto Coppi werd geboren, een van de grootste Italiaanse renners ooit en de eeuwige rivaal van Gino Bartali.

De strijd tussen die twee begon al vroeg in de carrière van Coppi. In 1940 reed hij tijdens zijn tweede jaar als prof zijn eerste Giro, bij de ploeg van Bartali. Het was de bedoeling dat hij zou gaan knechten voor Bartali, maar in plaats daarvan ging hij zelf met de roze trui aan de haal. Daardoor werd hij de jongste winnaar ooit van de Giro.

De jaren daarna werd zijn carrière onderbroken door de Tweede Wereldoorlog, hoewel hij in 1942 nog wel het werelduurrrecord op zijn naam wist te zetten. Niet lang daarna werd hij opgeroepen voor het leger. Terwijl hij gestationeerd was in Tunesië werd hij gevangengenomen en hij zou pas in 1945 weer terugkeren in Italië. In 1946 keerde hij weer terug in de koers en ging hij verder waar hij gebleven was.

Coppi zou in de jaren daarna meerdere keren Milaan-San Remo winnen, hij zou liefst vijf keer de Ronde van Lombardije winnen en dan won hij in die jaren ook nog eens vier keer de Giro. Bovendien won hij ook nog eens twee keer de Tour. In de jaren dat hij de Tour won, wist hij ook de Giro te winnen. Hij was de eerste renner die dit wist te presteren.

In 1953 won hij zijn laatste Giro en in dat jaar werd hij ook wereldkampioen, maar in de jaren daarna ging het minder met zijn carrière. Hij bleef een groot kampioen, maar grote eindoverwinningen zaten er niet meer in. In 1959 besloot Coppi dat hij in 1960 zou stoppen met wielrennen, alleen ging dat iets anders dan gedacht.

Coppi nam in 1959 deel aan een wedstrijd in Burkina Faso, liep daar malaria op en kwam zoals we na de vorige rit weten aan zijn eind in een ziekenhuis in Tortona. Fausto Coppi had overigens ook nog een redelijk getalenteerde broer, Serse. De prestaties van Fausto kon hij niet evenaren, maar hij wist wel ooit Parijs-Roubaix te winnen. Hij kwam nog eerder dan Fausto aan zijn einde, in 1951, na een valpartij in de Ronde van Piëmonte.

Castellania is dus ondanks de geringe omvang van het dorp een plaats die niet mag ontbreken in de 100e Giro. Coppi en Bartali zijn nog steeds de grootste Italiaanse wielrenners aller tijden, een ode aan hen mag hier niet ontbreken. Het is alleen jammer dat ze niet worden geëerd met waardige ritten.

De renners vertrekken vanaf een klein parkeerplaatsje in dit dorpje en het kan ze op geen enkele manier ontgaan dat dit het dorp van Coppi is. Overal zijn posters en schilderingen van hem te vinden. Praktisch ieder gebouw heeft een gigantisch canvas aan de buitenkant hangen. Met een tochtje door het dorp maak je in zekere zin ook een tocht langs het leven van Coppi.

Een muurschildering in Castellania (Foto: Panoramio)
Een muurschildering in Castellania (Foto: Panoramio)

Het moge duidelijk zijn dat Coppi vandaag geëerd wordt (Foto: Panoramio)
Het moge duidelijk zijn dat Coppi vandaag geëerd wordt (Foto: Panoramio)

De route
Castellania is een plaatsje aan de rand van de Apennijnen, in de regio Piëmonte. We zijn een aantal kilometer van Tortona en daarmee ook de Povlakte verwijderd. Castellania ligt op meer dan 400 meter hoogte, maar we gaan in het begin van de rit meteen terug naar ongeveer 100 meter hoogte. Daarom is er vandaag een behoorlijk lange neutralisatie, omdat een rit beginnen met een afdaling waarschijnlijk niet echt een goed idee is. Voor ons als kijker in potentie heel leuk, maar net iets teveel kans op chaos.

Van Castellania, zonder trouwens het ouderlijk huis van Coppi te passeren, wordt er een tiental kilometer in dalende lijn gefietst richting Carbonara Scivia. Gemiddeld gaat het maar aan 3% naar beneden, ook omdat er nog twee stukjes zijn waarin het weer even bergop gaat. Heel relevant is dat verder niet, want het is toch nog geneutraliseerd.

Na Carbonara Scivia begint deze kortste en walgelijkste rit van de Giro dan echt. Het gaat na dit dorp zes kilometer helemaal rechtdoor, tot de renners uitkomen in het inmiddels bekende Tortona. In Tortona gaan de renners eerst links en vervolgens rechts, om dan weer op een kaarsrechte weg terecht te komen. Tien kilometer lang gaat het rechtdoor, terwijl het ook nog eens volledig vlak is. In het stadje Sale slaan de renners dan rechtsaf en over een weg met een paar bochten en wat rotondes komen ze na 24 kilometer uit bij de Po.

Hier mogen ze over een brug rijden, verlaten ze Piëmonte en komen ze terecht in Lombardije. Ook in Lombardije wordt het voorlopig niet spannend. De renners fietsen over het platteland, over wegen die bijna niet rechter kunnen. Af en toe in een dorpje nog een bocht en zo nu en dan nog een rotonde, maar verder kan je dit op de automatische piloot afwerken. Het terrein is hier wel volledig op, net als tijdens de vorige rit kan alleen de wind hier nog iets van maken. Na 42 kilometer rijden de renners door Sartirana Lomellina en hier staat een soort van kasteel.

Een soort kasteel bij Sartirana Lomellina (Foto: WikiCommons)
Een soort kasteel bij Sartirana Lomellina (Foto: WikiCommons)

Buiten Sartirana Lomellina komen de renners op wat minder goede wegen terecht, maar verder blijf alles hetzelfde. Rechte wegen, door een volledig vlak en open terrein. We rijden dwars door een uitgestorven stuk Italië, hier is nog minder dan niets te beleven. Misschien dat je ergens nog over een van de vele akkers een boer op een tractor ziet zitten, maar dat is het dan ook wel.

Na 55 kilometer passeert men het dorpje Santa Maria di Bagnolo en even buiten dit dorp rijden de renners over de rivier Sesia. Ze verlaten dan Lombardije weer en zijn terug in Piëmonte. Het gaat nu weer vijf kilometer volledig rechtdoor, dwars door het meest grijze en grauwe stukje Italië dat er bestaat.

Na 60 kilometer fietsen de renners dan langs Caresana, waar de eerste tussensprint van de dag zal zijn. Buiten Caresana zal er niets aan het landschap veranderen, maar de weg wordt wel wat bochtiger. Het is nog steeds saai, maar net even wat minder saai dan steeds rechtdoor rijden.

Na een aantal kilometer draaien en keren over een wat minder brede weg komen de renners al snel weer op een brede en rechte weg terecht. Deze weg zal ze rechtstreeks naar Vercelli brengen, waar na 76 kilometer de tweede tussensprint van de dag is. De renners mogen dwars door deze mooie stad rijden, dus eindelijk zal er een keer wat moois te zien zijn tijdens deze rit. Zo komt de koers langs de basiliek van Sant'Andrea, wat best een prima basiliekje is.

De basiliek van Sant'Andrea in Vercelli (Foto: Panoramio)
De basiliek van Sant'Andrea in Vercelli (Foto: Panoramio)

Voorbij de tussensprint in Vercelli blijft het scenario hetzelfde. Rechte en brede wegen met af en toe een rotonde, terwijl er langs de weg alleen wat weilanden en akkers te bewonderen zijn. Het is ook nog steeds volledig vlak, de renners komen nog geen drempel tegen. Na 93 kilometer rijden ze door het dorpje Formigliana en dan komen we toch zo langzamerhand in de buurt van de slotklim. Het landschap begint nu wat leuker te worden, omdat je in de verte de bergen al kan zien liggen.

Van Formigliana rijden de renners verder richting Villanova Biellese. Hier passeren ze na 103 kilometer, 10 kilometer na Formigliana dus. In die tien kilometer zijn de renners twee bochten en twee rotondes tegengekomen. Erg enerverend, dus. Na Villanova Bielles fietst het peloton over dezelfde brede weg verder richting Biella. De weg begint nu alleen wel wat op te lopen, in 15 kilometer overwinnen de renners 200 hoogtemeters. Vals plat dus, maar dat is alvast beter dan al dat vlakke werk van de voorgaande kilometers.

Na 119 kilometer, op 12 kilometer van de streep, komen de renners door Biella. Dit is de stad waar Alberto Gilardino geboren is, maar waar verder weinig bekende wielrenners vandaan komen. Dat is toch wel enigszins opmerkelijk, aangezien de stad ligt aan de voet van de klim naar Oropa. We gaan nu gelukkig beginnen aan die klim en laten al die vlakke onzin achter ons. Deze afgrijselijke rit zit er bijna op.

Biella, aan de voet van de slotklim (Foto: Panoramio)
Biella, aan de voet van de slotklim (Foto: Panoramio)

De klim naar het heiligdom van Oropa is bijna 12 kilometer lang en 6% gemiddeld. De klim begint makkelijk, met vijf kilometer aan 4%. Alleen in de tweede kilometer is het even lastig, het gaat daar aan meer dan 6% omhoog. Na die lastige kilometer is het alleen wel een tijdje vals plat.

Pas na vijf kilometer klimmen begint het echt, dan gaat het gelijk aan 9% omhoog en blijft het verder stijgen, tot we zelfs 500 meter aan 10% krijgen, met een uitschieter naar 13%. Na dit steile stuk is er even kort wat respijt, het zwakt weer wat af richting 4%. Na dit vlakkere stukje is het nog iets minder dan vijf kilometer tot de streep.

In die laatste kilometers gaat het bijna continu steil omhoog, veel stroken aan minder dan 6% komen we niet meer tegen. 7,6% gemiddeld in de laatste vier kilometer van de klim, met her en der nog wat stroken aan 10%. In de slotkilometer is er een wat makkelijkere strook aan 6%, die wordt gevolgd door 500 meter aan 9%.

Pas in de laatste meters voor de streep wordt het dan weer iets minder steil, het stijgt aan 6% richting de meet. Het is een klim met een behoorlijk brede, maar bochtige weg door een donker bos. Het asfalt is hier heel mooi, alleen in de laatste meters van de rit komen de renners op de keitjes terecht, richting het heiligdom van Oropa. De renners finishen voor de poort van dit immense bouwwerk.

In de slotkilometer zijn er trouwens nog wel wat bochtjes, de laatste op amper 150 meter van de streep. Dat zal waarschijnlijk weinig uitmaken, omdat het toch wel steil genoeg omhoog gaat. Na 131 kilometer is deze minachting van de kijker dan voorbij.

Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De finishplaats
De Giro is al een aantal keer eerder op Oropa geweest. Voor het eerst in 1963, de overwinning ging toen naar Vito Taccone. In 1993 kwam men hier pas terug. De winst ging naar een vluchter, Massimo Ghirotto. Daarachter viel vooral op dat Piotr Ugrumov de roze trui, Miguel Indurain, de vernieling in wist te rijden.

Toch stelt dat allemaal niets voor als we het gaan vergelijken met de aankomst op deze berg in 1999. Dat is immers de reden dat we hier zijn. In 1999 reed een van de beste klimmers ooit in de roze trui. Marco Pantani, hij leek net als in zijn magische jaar 1998 schier onklopbaar. De verwachting was dat hij de rit naar Oropa ook wel zou winnen, maar opeens gebeurde er iets waar niemand rekening mee hield.

In het begin van de beklimming kreeg Il Pirata last van problemen aan zijn fiets. Problemen met de ketting en de derailleur, hij stond stil. Na een tijdje kwam hij weer op gang, maar hij zat in een kansloze positie. Zijn concurrenten waren meteen in de aanval gegaan en reden ver voor Pantani. Enkele ploeggenoten verzamelden zich rond Pantani en deden wanhopig hun best om de kopman terug naar voren te brengen.

Niemand zag het meer zitten, alle Italianen begonnen bijna te huilen. Maar Pantani gaf zich niet gewonnen. Hij liet zijn ploeggenoten een tijd het werk doen, maar daarna liet hij ze ter plaatse en ging op jacht naar iedereen die het gore lef had om voor hem uit te rijden. Eén voor één haalde hij ze in en hij liet ze achter alsof ze stilstonden. De laatste die hij bij moest halen was Laurent Jalabert.

Vastberaden reed hij naar de Fransman toe en ook hem liet hij achter alsof het een amateur betrof. Uiteindelijk won hij met 20 seconden voorsprong op Jalabert en kwam hij op zijn kenmerkende manier over de finish, zonder te juichen. Woorden zijn mooi, beelden zijn nog veel mooier. Dit is een stukje wielerhistorie dat je gezien moet hebben. Wat Pantani op deze klim liet zien is zelden vertoond. Een van de hoogtepunten uit zijn carrière, hoewel spijtig genoeg amper een week later het absolute dieptepunt volgde.

Daar gaan we het nu niet over hebben, vandaag eren wij Il Pirata. Een van de grootste renners ooit en een renner die nog steeds tot de verbeelding spreekt. Voor menig renner in het huidige peloton is Pantani een grote inspiratiebron geweest.

De weergaloze klim van Il Pirata in 1999 (Bron: YouTube)

Pantani knalt Jalabert voorbij (Bron: YouTube)
Pantani knalt Jalabert voorbij (Bron: YouTube)

In 2007 kwam men weer terug naar Oropa. Er werd een klimtijdrit georganiseerd op de flanken van deze klim. De overwinning zou weer gaan naar een Italiaan, deze keer waren de bloemen voor Marzio Bruseghin, de man met de ezels. Zeven jaar later kwam de Giro hier weer terug, om Pantani te eren. De klassementsrenners hadden echter niet veel zin in dit eerbetoon en dus ging de overwinning naar een renner uit de vroege vlucht.

Tijdens die rit in 2014 reed Albert Timmer met zijn logge lijf nog een tijd op kop, maar hij werd bijgehaald door een aantal renners, waaronder Cataldo en Pantano. Deze twee leken voor de overwinning te gaan strijden, maar als een duveltje uit een doosje reed Enrico Battaglin ze in de absolute slotfase nog voorbij. We gaan nu dus op zoek naar een opvolger voor Pantani en Battaglin, met de wetenschap dat er tot nu toe alleen maar Italianen hebben gewonnen op deze berg, voor de deur van het Santuario di Oropa.

Dit heiligdom is een verzameling van Rooms-katholijke gebouwen. Volgens de legende werd een zwart, houten beeld van de heilige maagd Maria, gemaakt door Lucas, vanuit Jeruzalem naar Oropa gebracht. Het werd geplaatst in een kleine inkeping in een grote steen. Later besloot men een kerk rond dit standbeeld te bouwen, dat nog weer later werd vervangen door een basiliek die er tot op de dag van vandaag nog staat.

In de eeuwen daarna werden nog verschillende gebouwen aan het terrein toegevoegd en is het langzaam het indrukwekkende complex geworden dat het nu is. Het heiligdom van Oropa is een bedevaartsoord geworden, jaarlijks komen hier 800.000 pelgrims op af. Het beeld van de heilige maagd Maria is voor veel mensen iets dat ze gezien moeten hebben. De renners zullen er waarschijnlijk minder aandacht voor hebben.

Het heiligdom van Oropa (Foto: Panoramio)
Het heiligdom van Oropa (Foto: Panoramio)

TV & het weer
Deze parodie op wielrennen zal om 13:40 beginnen. Na de geneutraliseerde afdaling begint de koers dan echt om 13:55. Het zal vanaf dat moment waarschijnlijk wel continu aanvallen regenen. Zo'n vlakke aanloop zorgt daar vaak wel voor, tenzij iedereen het idee heeft dat de klassementsrenners voor deze rit willen gaan.

De aankomst wordt verwacht tussen 17:02 en 17:23 en men verwacht dat de slotklim ongeveer een half uur gaat duren. Je hoeft de televisie in ieder geval niet voor vier uur aan te zetten, want er gaat voor de slotklim weinig gebeuren. Het enige wat deze rit zou kunnen redden is de wind, maar die zal vermoedelijk niet op de afspraak zijn. Verder zal het droog zijn, met ongeveer 20 graden. Prima omstandigheden voor de koers, helaas laat het parcours te wensen over.

Eurosport zal de hele rit live uitzenden, je kan dus vanaf 13:40 inschakelen.

Het is een mooi heiligdom (Foto: Panoramio)
Het is een mooi heiligdom (Foto: Panoramio)

Zoals ik misschien al een klein beetje heb door laten schijnen vind ik dit echt een enorme kutetappe. Daar zijn meerdere redenen voor. Ten eerste is dit een rit in het weekend, het moment dat veel mensen kunnen kijken. Dan moet je zorgen voor een leuke rit, met kans op veel spanning en sensatie. Dit wordt drie uur kijken naar niks, om dan een aantal minuten actie te krijgen. Daar ga je geen nieuwe fans door krijgen.

Ten tweede is dit natuurlijk de rit die een eerbetoon moet zijn aan twee grote Italianen, Marco Pantani en Fausto Coppi. Dit is alleen geen eerbetoon, dit is een belediging. Twee van de beste klimmers ooit en dan kom je als organisatie aanzetten met deze rit. De godganse dag vlak, met aan het eind een matige slotklim. Pantani en Coppi draaien zich om in hun graf.

Ten derde wil ik graag nog een misverstand uit de wereld helpen. Dat misverstand is dat lange (berg)ritten saai zijn en korte (berg)ritten leuk. Is niet waar. Korte bergritten zijn vaak alleen maar leuk als de rit voorafgaand aan die korte rit enorm lang en zwaar was. Als iedereen nog moe is van de dag daarvoor, kan een korte rit zorgen voor veel spektakel. Dat is nu echter totaal niet het geval. De klassementsmannen hebben twee rustdagen achter elkaar gehad. Iedereen is nog fris, voor zover je dat kan zijn aan het eind van de tweede week.

Ten vierde had je hier makkelijk een leuker parcours kunnen uittekenen. Dat lukte in 2014 ook, toen waren er voor de klim naar Oropa al twee serieuze beklimmingen geweest. Deze rit is totaal lachwekkend, totaal ongepast tijdens de 100e Giro. Het is een rit zoals je ze in de Vuelta ziet. De mensen van Unipublic krijgen het altijd voor elkaar om dit soort idiote ritten in elkaar te draaien. Het levert nooit leuke koers op.

Zo'n floprit kan alleen werken als het eerst 200 kilometer vlak is, met daarna een steile klim aan het eind. De omschakeling van vele uren rijden over vlakke wegen en dan ineens 10% in je smoel kan voor ontploffende en vollopende benen zorgen. Daar is nu alleen ook geen sprake van, omdat de rit enorm kort is. Er is geen enkel argument te verzinnen voor deze rit. Het is een regelrechte schande. Angelo Zomegnan, waar ben je? We hebben je nodig.

Favorieten & voorspelling
De uitkomst van deze rit is enorm lastig te voorspellen. Het is de vraag hoe snel de vluchters van de dag weg gaan rijden uit het peloton en hoeveel voorsprong ze krijgen. Als ze een aantal minuten krijgen en die minuten ook vasthouden tot de voet van de slotklim wordt het heel lastig om de klimmers onder de vluchters nog bij te halen.

De slotklim is niet lastig genoeg om nog heel veel goed te maken. Om de overwinning naar de klassementsmannen te laten gaan moeten die jongens hun ploeg dus al vroeg op kop laten rijden. Gaan ze dat doen of gaan ze toch maar wachten en gokken op de derde week? Ik heb echt geen flauw idee.

Dit is wel de rit die een eerbetoon zou moeten zijn aan Pantani, dat kan een extra motivatie zijn voor enkele renners, waaronder Nairo Quintana. Ik hoop maar dat hij zijn ploeg op kop gaat zetten, omdat we anders echt de saaiste rit ooit gaan krijgen. Hoop doet leven, dus ga ik bij mijn voorspelling toch voor de klassementsrenners.

1. Pozzovivo. Omdat op Oropa altijd een Italiaan wint. Van de Italiaantjes is Pozzovivo voorlopig dan weer de beste. Zou trouwens de eerste Italiaanse overwinning zijn van de Giro. Nog nooit hebben de Italianen zo lang moeten wachten op een zege, het begint een beetje zielig te worden. In 2014 was Domenicootje best sterk op deze klim, hij ging nog in de aanval en verloor aan de streep maar een paar seconden op Quintana.

2. Quintana. Als hij de Giro nog wil winnen zal hij tijdens iedere rit iets moeten ondernemen. Het is vooral de vraag hoeveel vertrouwen hij heeft in deze rit. Hij zal ongetwijfeld Pantani willen eren, maar hij zal zich ook afvragen of dit nu de rit is om Dumoulin wat tijd aan te smeren. Waarschijnlijk is het daar niet lang en lastig genoeg voor. Eigenlijk denk ik daarom ook dat deze rit gewoon naar de vluchters gaat, maar goed.

3. Pinot. Beschikt over goede benen en is nog best explosief ook. Moet daarom op deze klim nog best ver kunnen komen. Het worden zijn laatste goede dagen, want in de derde week gaat hij flink door het ijs zakken. Als hij nog een ritje wil winnen kan hij nu beter z'n ploeg op kop gaan zetten.

4. Dumoulin. Deze klim moet voor Tom geen enkel probleem zijn. Gewoon de rest volgen en verder niet al te gek doen. Beter nog even wat krachten sparen voor de derde week en niet zelf gaan aanvallen. Normaal vind ik zelf aanvallen altijd een goed idee, maar op deze klim lijkt het me zonde van de inspanning.

5. Yates. Dit is gewoon wel een klimmetje voor Yates. Als hij hier niet goed fietst kan hij beter net als Thomas gewoon naar huis gaan.

Overigens is deze rit echt helemaal kut, maar nog lang niet zo kut als Eurosport.