Giro: Etappe 12 - We gaan weer sprinten

We hebben er een tijd op moeten wachten, maar de Giro maakt nu zijn status als leukste grote ronde van het jaar weer waar. De elfde rit was er een met actie van begin tot eind. Al vroeg in de rit barstte het spektakel los en werd er slag om slinger gedemarreerd. Iedereen wilde aanvallen en dat resulteerde in een grote kopgroep van 25 man.

Zo'n grote groep werkt nooit goed samen, dus besloten enkele renners om het alleen te proberen. Mikel Landa ging in de aanval en Omar Fraile ging achter hem aan, een Baskische entente. Meer dan 80 kilometer reden ze met z'n tweeën op kop, tot ze op de laatste klim van de dag weer werden ingerekend door de achtervolgende groep, die steeds een aantal minuten voor het peloton was blijven rijden.

Na de samensmelting bleek al snel dat Rolland en Rui Costa goede benen hadden. Richting de top van de laatste klim ging Rolland in de aanval en hij reed een aardige voorsprong bij elkaar. Geheel onverwacht ging Omar Fraile achter hem aan. Fraile had al zo lang op kop gereden samen met Landa, maar nadat hij was bijgehaald had hij zich toch herpakt en zo reed hij opnieuw aan de kop van de koers.

In de afdaling richting de streep reed hij samen met Rolland kort voor een grotere groep. In die grotere groep ging het niet snel genoeg, dus besloot Rui Costa op een laatste hellende strook de sprong te wagen. Hij sloot uiteindelijk aan bij de koplopers en zo reden ze met z'n drieën de finishplaats in. In de laatste kilometers sloot Tanel Kangert ook nog aan, waardoor het een sprint met vier ging worden.

Iedereen keek naar Rui Costa, maar Fraile bleek een wonderdag te hebben. Na zoveel kilometer in de aanval wist hij nog een fabelachtige sprint uit zijn benen te persen. Niemand kon überhaupt in zijn wiel komen en zo pakte hij zijn eerste overwinning in een grote ronde en ook meteen de eerste overwinning in de Giro voor zijn ploeg, Dimension Data.

Na de zege van Gorka Izagirre de tweede Baskische zege in deze Ronde van Italië, het zijn mooie tijden. Fraile is ook een renner die nogal eens onderschat wordt, ondanks het feit dat hij al twee keer de bergtrui won in de Vuelta. Dat onderschatten zal nu wel voorbij zijn.

Bij de klassementsmannen gebeurde ondertussen niet veel, Dumoulin had een redelijk makkelijke dag. Alleen Kruijswijk zakte weer eens door het ijs, maar dat is ondertussen geen verrassing meer. We gaan verder met de twaalfde rit, de langste rit van deze Giro. Met 229 kilometer is deze langste rit niet eens overdreven lang, hoewel de renners dat vast met me oneens zijn. Na een heuvelachtig begin van de rit zal het tweede deel van de rit volledig vlak zijn. De sprinters lijken na een aantal dagen weer een nieuwe kans te krijgen.

De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De startplaats
De rit start in Forlì, een stad met 118.000 inwoners in Emilia-Romagna. Het is een stad zonder veel hoogtepunten. Die hoogtepunten waren er wel, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de stad te maken gehad met de nodige bombardementen. Forlì was vooral de pineut omdat Benito Mussolini dicht in de buurt van de stad geboren is. Onder zijn bewind werd de stad volledig verbouwd. De stadsmuren sneuvelden om brede toegangswegen aan te kunnen leggen en allerlei andere gebouwen werden naar zijn fascistische model gebouwd.

Ondanks deze minder fraaie geschiedenis zijn er toch nog wel wat mooiere verhalen te vertellen over de stad, die een behoorlijk grote geschiedenis in de Giro heeft. Tien keer eindigde hier een rit. Voor het laatst in 2015, toen Nicola Boem een lange vlucht wist af te ronden in een sprintje.

In Forlì hebben naast Boem ook nog een aantal grote namen gewonnen. Zo was er hier in 2006 nog een massasprint die gewonnen werd door Robbie McEwen. In een verder verleden wonnen Freddy Maertens, Rik Van Looy en Alfredo Binda in deze stad. Het is geen toeval dat de Giro hier vaak is geweest. Forlì is namelijk de stad waar in 1881 Tullo Morgagni werd geboren. Tullo was een journalist, die zijn carrière op 18-jarige leeftijd begon in Milaan. Per toeval ontmoette hij een aantal jaar later de directeur van de Gazzetta dello Sport, niet lang na deze onmoeting begon hij voor die krant te werken.

Morgagni was een groot sportliefhebber en daarom begon hij namens de krant allerlei wedstrijden te organiseren. In 1905 kwam hij op het idee om een wedstrijd te organiseren met begin en eind in Milaan. De wedstrijd werd oorspronkelijk Milano-Milano genoemd, maar zou twee jaar later omgedoopt worden in Giro di Lombardia. Een eerste Italiaanse klassieker was geboren.

Morgagni werd niet veel later hoofdredacteur van Gazzetta dello Sport en in die hoedanigheid ging hij door met het organiseren van nieuwe wedstrijden. Zo kwam hij op het idee om van Milaan naar Sanremo te rijden. Voila, een tweede klassieker. In 1908 bleek dat een andere Italiaanse krant op het idee was gekomen om een rittenkoers door Italië te organiseren, gebaseerd op de Tour de France. Morgagni kon dat natuurlijk niet laten gebeuren, hij wist niet hoe snel hij zelf dit idee moest gaan uitvoeren. Zodoende kwam de Giro d'Italia tot stand.

In 1919 kwam Tullo Morgagni noodlottig aan zijn eind toen het vliegtuig waarin hij zat neerstortte. Desondanks is men hem bijna 100 jaar later niet vergeten. We eren tijdens de 100e Giro de man die verantwoordelijk is voor zoveel belangrijke Italiaanse wedstrijden. Het vertrek zal zijn op het Piazza Aurelio Saffi, gevolgd door een rondje door de stad.

Een blik op het plein in Forli (Foto: Panoramio)
Een blik op het plein in Forli (Foto: Panoramio)

De route
Forlì ligt op de Povlakte, aan de rand van de Apennijnen. De eerste kilometers van deze rit rijden we rechtdoor over een brede weg door deze vlakte, maar na tien kilometer slaan de renners in Faenza linksaf en gaan ze weer op weg naar de Apennijnen. Ze blijven rijden over een brede weg die lang rechtdoor gaat, op weg naar de eerste klim van de dag. Het duurt nog wel een tijd voor die klim officieel begint, maar ondertussen gaat het wel al een aantal keer een beetje vals plat omhoog.

Na een kleine 40 kilometer koers verlaten de renners Emilia-Romagna en rijden ze Toscane weer binnen. Vanaf het moment dat we Toscane binnenrijden begint de weg steeds een beetje meer omhoog te lopen, tot Crespino sul Lamone, waar de renners na 55 kilometer passeren. In dit dorpje begint de klim naar Colla di Casaglia officieel. We hebben daarvoor 10 kilometer aan 2% gehad, vals plat dus. Nu gaat het 7,7 kilometer omhoog aan 5%.

De Colla di Casaglia is een col van de tweede categorie, wat best opvallend is aangezien we tijdens de vorige rit lastigere beklimmingen hebben gehad die dan slechts van de derde categorie waren. Italiaantjes zijn soms een beetje de weg kwijt, lijkt het wel. Tijdens de klim zullen de renners de weg niet kwijtraken in ieder geval, ze rijden over een pasovergang en volgen dus steeds dezelfde, kronkelige weg. Het is bochtig, maar niet heel zwaar. Twee kilometer aan 6%, dat is het heftigste deel van de klim.

Verder is het bepaald geen zware beproeving voor de coureurs, alleen richting de top gaat het nog even aan 7% omhoog. Na 63 kilometer komen de renners boven op de Colla di Casaglia, een mooie klim, met bijna continu een leuk uitzicht over de vele heuvels in de omgeving. Het wegdek is soms wel vrij bedroevend.

De renners rijden weer door een mooi gebied (Foto: Panoramio)
De renners rijden weer door een mooi gebied (Foto: Panoramio)

De afdaling van de Colla di Casaglia is in het begin behoorlijk technisch, omdat het enorm bochtig is. Het gaat negen kilometer naar beneden aan 6 à 7%. De omgeving is bosrijk en de weg is slecht, dus deze afdaling is best pittig. Er komen een paar bochten voorbij die lastig in te schatten zijn, een aantal van die bochten zijn daardoor behoorlijk link.

Na negen lastige kilometers fietsen de renners dan door het dorpje Ronta, waar de afdaling een stuk makkelijker wordt. Het gaat nog zeven kilometer verder naar beneden, richting Borgo San Lorenzo, maar dit laatste deel van de afdaling heeft bijna geen bochten en het gaat ook niet meer zo steil naar beneden. In Borgo San Lorenzo slaan de renners rechtsaf en gaan ze op weg naar de eerste tussensprint van de dag.

Het zal nu ongeveer 20 kilometer zo goed als vlak zijn. In die 20 kilometer rijden de renners over brede wegen die grotendeels rechtdoor gaan. Ze passeren na een tijd Lago di Bilancino, een groot meer dat omringd is door enkele kastelen. Na een rondje langs het meer slaan de renners linksaf en rijden ze door Barberino di Mugello, waar dan na 97 kilometer de eerste tussensprint van de dag is. Na de tussensprint is het drie kilometer vlak en dan begint de volgende klim van de dag.

De Valico Appenninico is een klim van de derde categorie, 10 kilometer lang en 3% gemiddeld. De renners rijden tijdens deze klim over de snelweg, daarom is er geen profiel van de klim te vinden. Het is een klim met veel tunneltjes, wat eigenlijk wel zonde is omdat de omgeving weer zeer fraai is. De renners kunnen hier over de snelweg rijden, omdat er naast deze weg in de afgelopen jaren nog een ander snelweg is aangelegd, die wat minder rekening houdt met de omgeving dan de weg waar we nu over fietsen.

Die weg gaat dwars door het landschap heen, met lange tunnels tot gevolg. De tunneltjes van de oude snelweg zijn een stuk minder lang. De klim zelf is grotendeels niet meer dan vals plat. Totaal geen uitdaging. Na 110 kilometer komen de renners boven en dan is het nog 120 kilometer tot de streep. Bijna op de helft, maar het lastigste deel is dan wel geweest.

Nog meer fraaie omgevingen (Foto: Panoramio)
Nog meer fraaie omgevingen (Foto: Panoramio)

Een paar kilometer na de top van de klim verlaten de renners Toscana weer en zijn ze terug in Emilia-Romagna. De renners mogen nog een tijd over de snelweg blijven rijden en mede daardoor is de afdaling niet lastig. De weg is ontzettend breed, er zijn bijna geen lastige bochten en het gaat niet eens zo steil naar beneden.

Na 20 kilometer waarin de licht dalende stroken worden afgewisseld door sroken die simpelweg vlak zijn slaan de renners bij Rioveggio rechtsaf en verlaten ze de snelweg. Buiten Rioveggio komen de coureurs op een bochtigere weg terecht, die ze door de vallei van de rivier Setta brengt. Het gaat nu een aantal kilometer wat serieuzer naar beneden, zonder dat de afdaling ooit heel ingewikkeld wordt.

Na 140 kilometer koers is het dalen wel klaar en gaat de weg zo nu en dan zelfs weer licht omhoog. Het profiel van de weg is grillig langs de oevers van de Setta. We blijven de rivier volgen tot Sasso Marconi, waar na 152 kilometer de tweede tussensprint van de dag zal zijn. Richting Sasso Marconi wordt het steeds vlakker en de wegen worden ook steeds rechter. We zijn bijna helemaal beneden, terug in de vallei van de Po.

Bij het binnenrijden van Sasso Marconi stuiten de renners nog op een opvallende klif, die hoog uittorent boven de vallei. La Rupe, zo noemen ze het hier. In vroegere tijden maakte men grotten en huizen in deze uit lagen zandsteen opgebouwde klif, maar een aardverschuiving in 1892 doodde bijna alle bewoners van deze grotten. Huizen werden er daarna niet meer gebouwd bij deze klif, maar er werden wel grote muren opgetrokken, om verder instortingsgevaar te verminderen.

La Rupe bij Sasso Marconi (Foto: Panoramio)
La Rupe bij Sasso Marconi (Foto: Panoramio)

Na de tussensprint rijden de renners verder over rechte, brede en vlakke wegen richting het prachtige Bologno. Deze stad gaan we alleen niet vereren met een bezoekje, want vlak voor we de stad zouden binnenrijden slaan we linksaf. We komen dus niet verder dan wat buitenwijken en voorsteden van Bologno, wat eigenlijk wel zonde is. Een aankomst op de San Luca had deze rit nog enigszins acceptabel kunnen maken, maar we zullen het met deze vlakke finale moeten doen.

Na wat draaien en keren door de agglomeratie van Bologno komen we weer in een wat ruraler gebied terecht en gaan we op weg naar Modena. De wegen zijn hier breed en vooral recht. Extreem recht. Er is bijna geen bocht meer te vinden. De renners fietsen rechtdoor naar school en kantoor en komen eigenlijk alleen nog een dorpjes met een paar rotondes tegen. In de dorpjes die ze passeren heb je af en toe ook nog een kleine wegversmalling, maar verder kan je dit deel van de rit met de ogen dicht afwerken.

Na 30 vlakke en rechte kilometers rijdt het peloton dan met 202 kilometer in de benen door Modena, een grote stad met 180.000 inwoners. Vorig jaar was Modena nog de startplaats van de 11e rit, met aankomst in Asolo. Modena is uiteraard de stad van Enzo Ferrari en Luciano Pavarotti. Bovendien zitten we nu op het grondgebied van Riccardo Ricco. De Cobra werd op een aantal kilometer van Modena geboren, in Formigini. Na een bochtige doortocht in Modena, waarin de renners onder meer langs het Museo Enzo Ferrari rijden, is het nog minder dan 25 kilometer tot de streep.

Vandaag rijden we door Modena (Foto: Panoramio)
Vandaag rijden we door Modena (Foto: Panoramio)

In de finale van de rit blijft het breed, recht en vlak. Het wordt alleen nog een beetje spannend als de renners door wat dorpjes rijden. In deze dorpjes liggen nog wel wat rotondes en wat vluchtheuvels, daar moet deze finale het dan van hebben. Een van die dorpjes heeft de fantastische naam Rubiera, de passage hier lijkt me een mooie ode aan Chechu. Na de passage in Rubiera is het nog 13 kilometer tot de streep.

Tot op zes kilometer van de streep gaat het volledig rechtdoor, met alleen een paar rotondes die voor wat afwisseling zorgen. Op zes kilometer van de streep is er dan een lopende bocht naar rechts en kort daarna volgt een smalle rotonde waar de renners ook weer naar rechts gaan. Na de rotonde komen ze dan weer op een brede weg terecht en is het nog vijf kilometer tot de streep. Het gaat nu weer drie kilometer rechtdoor, tot op twee kilometer van het einde.

Op iets meer dan vier kilometer van de finish ligt nog wel een rotonde, maar deze is zo breed dat het peloton daar zo ongeveer rechtdoor kan fietsen. Er zijn nog wel wat vluchtheuvels in het midden van de weg in de straten van Reggio Emilia, maar verder is dit zo'n beetje de simpelste finale ooit. Ze kunnen het wel, die Italianen. Drie kilometer voor het einde moeten de renners nog wel even over wat treinrails fietsen, maar dat ziet er niet heel gevaarlijk uit.

Op twee kilometer van de streep hoeft er pas weer gestuurd te worden, er ligt dan een soepel bochtje naar rechts op de renners te wachten. Vervolgens gaat het dan weer een kilometer rechtdoor, tot de boog van de laatste kilometer in beeld komt. De laatste kilometer begint met een lange, lopende bocht naar links over een brede weg. Het gaat dan weer rechtdoor tot op 350 meter van de finish. Er volgt weer een lopende bocht naar links en dan gaat het in de laatste meters volledig rechtdoor tot de meet. Een keurige finale, zeker in vergelijking met wat we eerder al hebben gezien.

De slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Het profiel van de slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van de slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De finishplaats
Reggio Emilia schijnt een pedagogische benadering van kinderen tot een jaar of 6 te zijn. Dat vind ik allemaal best, maar de stad waarin deze benadering is ontwikkeld interesseert ons natuurlijk meer. Reggio Emilia is een stad met 170.000 inwoners in Emilia-Romagna. Het is tevens de hoofdstad van de gelijknamige provincie.

De stad werd al vroeg gesticht, in 175 voor Christus begonnen de Romeinen hier al te bouwen. In de jaren daarna ging de stad simpelweg als Reggio door het leven, maar de oplettende kijker heeft natuurlijk onthouden dat we tijdens deze Giro ook al in Reggio Calabria zijn geweest. Om verwarring te voorkomen is men deze Reggio dus Reggio Emilia gaan noemen.

De Giro gaat hier voor de zesde keer aankomen. Voor het eerst was men hier in 1927, toen niemand minder dan Alfredo Binda won. Hij won dus zowel in de startplaats van vandaag als de finishplaats, Alfredo kon wel een aardig eindje fietsen. In 1947 won Luciano Maggini hier en in 1966 was Dino Zandegù aan het feest. De voor mij onbekende Zweed Alf Segersäll ging in 1983 met de winst aan de haal en de laatste keer dat men in Reggio Emilia aankwam won Pietro Caucchioli. Dat was in 2001, dus na 16 lange jaren keert men hier terug.

Reggio Emilia is trouwens best een mooie stad. Het centrum heeft nog veel middeleeuwse invloeden. Je vindt er de nodige mooie gebouwen, waaronder vanzelfsprekend een aantal fraaie kerkjes. De stad heeft op wielergebied verder geen extreem grote geschiedenis. Grote wielrenners zijn er niet geboren. Wel een aantal redelijk bekende voetballers, maar het meest in het oog springend zijn toch wel de muzikanten. In een klein dorpje buiten Reggio Emilia werd niemand minder dan Zucchero geboren. Bovendien is Benny Benassi opgegroeid in deze stad! Dit lijkt mij een uitstekende gelegenheid om een oude klassieker onder het stof vandaan te halen.

Reggio Emilia (Foto: Panoramio)
Reggio Emilia (Foto: Panoramio)

Benny Benassi - Satisfaction (Bron: YouTube)

TV & het weer
De langste rit van de Giro start om 11:35. Na een opwarmrondje van 10 minuten start de koers dan echt om 11:45. Tussen 16:57 en 17:29 worden de renners verwacht in de straten van Reggio Emilia. Vanaf 13:15 kunnen we bij Eurosport weer gaan genieten van de werken van Jeroen Vanbelleghem en Karsten Kroon.

Misschien hebben we wel geluk en gaat Karsten weer beginnen aan een anekdote zonder begin en eind, gooit Vanbelleghem er nog een paar van zijn stopzinnetjes uit, krijgen we diep in de finale nog een waardeloze analyse van de onverstaanbare Flecha en als het echt meezit krijgen we ook weer heerlijk vaak die fantastische reclame van het huichelachtige Israël te zien. Ik kan niet wachten.

Het gaat overigens smerig warm worden in Reggio Emilia. 28 graden in de middag, zonder kans op neerslag, met in de finale een redelijk briesje in de rug.

Two cities, one break (Bron: R_R)
Two cities, one break (Bron: R_R)

Favorieten & voorspelling
Dit zou normaal gesproken een rit voor de sprinters moeten zijn. Het begin van de rit is zeker niet voor de sprinters, die gaan op de klimmetjes wellicht overboord, maar na de laatste klim is het nog een kilometer of 100 tot de streep, dus tijd genoeg om weer aan te sluiten als je gelost bent en ook zeker genoeg tijd om wat vluchters terug te halen.

Dankzij de lastige beginfase is er wel een kans dat de sprintersploegen zich vandaag gaan sparen en de aandacht verschuiven naar de volgende rit, die volledig vlak zal zijn. Dat een groepje vluchters met de winst gaat lopen valt dus niet uit te sluiten. Toch ga ik voor het gemak maar uit van een massasprint. Deze finale is behoorlijk mooi, daar moeten de sprinters eigenlijk gewoon gebruik van maken. Kaarsrechte, brede wegen en een finale zonder idiote bochten. In principe zonde om er dan geen sprint van te maken.

1. Gaviria. Het is al een behoorlijk Colombiaanse Giro, maar ik denk dat de Colombiaantjes nog niet klaar zijn. We hebben ze niet kort genoeg gehouden en nu zijn ze niet meer te stoppen. Fernando is van de aanwezige sprinters nog steeds de snelste. De laatste massasprint won hij dan weer niet omdat hij in de chaotische finale zichzelf niet echt goed wist te plaatsen. Dat mag met deze finale geen probleem zijn.

2. Greipel. De Greip is eigenlijk niet eens zo goed bezig tijdens deze Giro en daarom verwacht ik er niet veel meer van. Toch is dat bij Greipel gevaarlijk, want dat zijn net de momenten dat hij ineens weer goed gaat rijden. Oftewel, ik schrijf hem toch nog maar niet af.

3. Ewan. Als je in dezelfde bus binnenkomt als Mareczko ben je heel slecht bezig. Eigenlijk heb ik helemaal geen vertrouwen meer in Ewan. Ik denk dat de kleine beentjes van dit ventje er klaar mee zijn, maar wie weet kan hij zich toch nog een keer opladen. Milaan halen gaat in ieder geval een uitdaging worden.

4. Bennett. Kwam op z'n gemakje binnen in de grote bus, nog voor het laatste groepje kneuzen. Er zou dus nog wel wat in de benen van Sam moeten zitten. Reed ook best sterk in de laatste sprint, dus ik verwacht hem nu wel weer vooraan.

5. Stuyven. Kwam tijdens de 11e rit al in het wiel van Bennett over de streep en dat mag tijdens deze rit wel weer zo zijn. Nizzolo is nu definitief weg, dus hij kan helemaal z'n gang gaan. Met Mollema houdt hij toch geen rekening, dus dit wordt sprinten. Heeft al een aantal keer laten zien dat hij dan best een eind kan komen.

Overigens zou ik het helemaal niet erg vinden als Eurosport een muis baart en daardoor met zwangerschapsverlof gaat.