Giro: Etappe 2 - Vluchten of sprinten op Sardinië

De kop is eraf, de 100e Giro is onderweg. We zijn begonnen met een vrij gezapige rit, alleen het einde bood nog enig spektakel. De parcoursbouwers hadden een geinige finale in elkaar gedraaid, met veel bochten en wat versmallingen. Dat levert in het begin van zo'n ronde altijd gedoe op.

Dat is ook algemeen bekend, behalve als je Addy Engels of Jan Boven heet. Lotto Jumbo was massaal niet op de afspraak en zo loopt Kruijswijk meteen tijdsverlies op. Extra gênant als je bedenkt dat Lotto Jumbo bijna alleen maar hardrijders heeft meegenomen. Mentaal is Kruijswijk niet klaar voor finales, na zijn valpartij van vorige week in Yorkshire. Dan weet je wel hoe laat het is, als je met dat soort dingen bezig bent ligt de aandacht dus niet waar het moet liggen. Dat zijn ploeg ook niet in staat is hem vooraan te handhaven is een slecht teken. We kunnen onze aandacht maar beter op andere Nederlanders gaan richten, want dit wordt niets meer.

Ondertussen won er voor het eerst in de historie een Oostenrijker een rit in de Giro. Bizar, maar waar. Oostenrijkers winnen sowieso nooit iets en als ze iets winnen worden ze vrij snel daarna betrapt (Bernhard Kohl en Christian Pfannenberger groeten u). Lukas Pöstlberger komt er hopelijk voor hem beter vanaf. Een leuke renner wel, die vroeger altijd aanvallend reed en daardoor wel eens wat leuke koersjes won. In dienst van Bora is het toch vooral knechten en anoniem rondrijden, maar in het voorjaar reed hij al een paar keer sterk in beeld en nu profiteerde hij optimaal van een slecht georganiseerde sprint. Leuk voor hem dat hij nu toch aan het doorbreken is.

De sprintersploegen mogen zich dan weer afvragen waar ze in jozefsnaam mee bezig waren. Een aantal van die ploegen die dan met twee gasten sprinten vooral, zoals Trek en Dimension Data. Qua tactisch onbenul komen ze aardig bij Lotto Jumbo in de buurt. Tot zover de eerste rit. We gaan snel door met de tweede rit. Een rit met wat meer klimmetjes, waardoor het hopelijk wat leuker is. De tweede dag op Sardinië blijven we in het oosten van dat eiland, maar gaan we op weg naar het zuiden.

De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)


Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De route
Aangezien alle relevante dingen over Olbia al gezegd zijn tijdens de vorige voorbeschouwing, gaan we direct door naar de start van deze rit. De renners starten in de haven van Olbia en fietsen deels over bekende wegen richting het zuiden. Het is vandaag bijna geen meter vlak en dat wordt al vrij snel duidelijk. Na 11 kilometer is het al tijd voor de eerste klim van de dag. Het gaat ongeveer twee kilometer omhoog aan een procent of zes. Even verderop is er nog een serieuze klim, richting La Serra. Het gaat dan bijna vier kilometer lang omhoog, ook aan ongeveer zes procent. Dit alles over steeds dezelfde brede weg, door een bosrijke omgeving.

Na La Serra blijft het langzaam stijgen, maar serieuze stijgingspercentages krijgen we voorlopig niet meer. Pas na 36 kilometer krijgen de renners een mededeling van hun TomTom, het is de eerste keer deze rit dat ze op een andere weg terecht gaan komen. Ook dit is weer een brede weg. Het loopt ondertussen steeds een beetje vals plat verder omhoog. Alleen in de kilometers voor de eerste tussensprint van de dag gaat het ook nog even lichtjes naar beneden.

Die eerste tussensprint van de dag komt al vrij snel, na 53 kilometer. We doen het dorpje Buddusò aan, waar normaliter niets te beleven valt. Na de tussensprint loopt het weer wat verder vals plat omhoog en ondertussen passeert het peloton wat archeologische vindplaatsen. Langs de kant van de weg is onder andere weer een nuraghe te bewonderen, zo'n bouwwerkje uit de bronstijd. Dit specifieke gebouwtje heeft een boos gezichtje.

De nuraghe bij Buddusò (Foto: WikiCommons/Superbass)
De nuraghe bij Buddusò (Foto: WikiCommons/Superbass)

Na dit stukje geschiedenis blijft het nog wat verder omhoog lopen. De weg is nog vrij recht en op een totaal willekeurige rotonde midden in het niets na komen de renners verder weinig tegen. Na een kilometer of 70 volgt er een afdaling, met behoorlijk wat bochten, richting Bitti. Tijdens deze afdaling is het uitzicht over de omgeving best mooi. Ondanks al die bochten is de afdaling goed te doen, omdat de weg breed is en het nu ook weer niet enorm steil naar beneden gaat. Eenmaal voorbij Bitti loopt de weg weer een kilometer of tien vals plat omhoog, met af en toe een steilere strook.

Ondertussen fietst men na een kleine 90 kilometer al vrij vroeg langs de ravaitaillering, want we zijn nog niet op de helft van de rit. Na 91 kilometer komen de renners boven in Orune en veranderen ze pas voor de tweede keer deze rit van weg. Buiten Orune begint meteen een afdaling van tien kilometer, tot aan de voet van de eerste echte klim van de dag. De afdaling heeft enorm veel bochten en is nog best technisch, maar door de brede weg zou het toch best goed te doen moeten zijn.

Eenmaal beneden in Ponte Marreri gaat het dus meteen weer omhoog. Er gaat geklommen worden richting Nuoro. Dit is een beklimming van de derde categorie, 10 kilometer lang en 4% gemiddeld. Enorm spannend is de klim niet. Er zitten nog wel een paar stukken aan 7% in, maar heel steil wordt het nooit. Na 113 kilometer komen de renners boven in de stad Nuoro, met ongeveer 37.000 inwoners toch nog een best grote en belangrijke stad.

Het mooie Nuoro (Foto: Panoramio)
Het mooie Nuoro (Foto: Panoramio)

Een korte afdaling volgt. Paar bochtjes, maar verder niet zo heel lastig. Na een aantal kilometer in dalende lijn slaan de renners rechtsaf en gaan ze op weg naar het dorpje Oliena. Vlak voor dit dorp begint de weg weer een beetje omhoog te lopen, maar heel spannend is het allemaal niet. Om dit dorpje te bereiken hebben we wel even de grote, provinciale weg verlaten, maar na het dorpje gaan we zo snel mogelijk weer terug naar die provinciale weg. We zitten nu in een soort tussenstuk van de rit, waar verdomd weinig gebeurd.

Dit blijft zo tot de renners het Lago del Cedrino passeren, na 147 kilometer. Hier rijden ze over een brug, waar ze een goed uitzicht hebben op het meer en de omgeving. Een moment om even stil te gaan staan en een foto te maken is er dan weer niet, want al snel na dit meer gaat de langste klim van deze Giro tot nu toe beginnen.

Het is nog zeven kilometer fietsen tot de tweede tussensprint van de dag, in de gemeente Dorgali. In die zeven kilometer gaat het al redelijk stevig omhoog. We zijn dan eigenlijk al begonnen aan de Genna Silava. In het dorp Cala Gonnone komt die tussensprint dan na 154 kilometer. Niet echt een heel bijzonder dorpje overigens, uit toeristisch oogpunt is het dan toch beter om even terug te vallen op het Lago del Cedrino.

Het Lago del Cedrino (Foto: Panoramio)
Het Lago del Cedrino (Foto: Panoramio)

Als de tussensprint is geweest gaan we verder met de beklimming van de tweede categorie. De Genna Silana, bijna 27 kilometer lang en ongeveer 3% gemiddeld. Aan het gemiddelde zie je dus al dat het niet een bijzonder zware klim is, maar vooral de lengte kan dan nog wel een rol gaan spelen. Voor de tussensprint hebben we al zeven kilometer van deze klim gehad. Zo'n beetje de zwaarste kilometers van de klim ook meteen, want in dat stuk zitten er zowaar wat stroken aan 5 à 6%.

Na de tussensprint is het een aantal kilometer min of meer volledig vlak. Daarna gaat het wel weer wat meer omhoog, maar heel schokkend gaat dat nooit worden. Heel veel meer dan 6% gaan we niet krijgen. De klim valt vooral op vanwege de natuur. Tijdens zo ongeveer de hele klim is er een buitengewoon mooi uitzicht over de omgeving. De weg ligt er ook piekfijn bij, waardoor deze pas toch vooral vanuit esthetisch oogpunt zeer de moeite waard is.

Veel renners die voor een klassement gaan zullen hier dan weer niet hoeven te lossen, daar lijkt het niet zwaar genoeg voor. Hoewel dat in het begin van een grote ronde altijd lastig in te schatten is. Wel lijken aanvalslustige renners hier meer kans te hebben dan tijdens de openingsrit. Na 174 kilometer, op iets minder dan 50 kilometer van de streep komen de renners boven op de top. Een bijzonder lange afdaling volgt dan.

De omgeving op de Genna Silana is weer schitterend (Foto: Panoramio)
De omgeving op de Genna Silana is weer schitterend (Foto: Panoramio)

Zoals gezegd, schitterend (Foto: Panoramio)
Zoals gezegd, schitterend (Foto: Panoramio)

De afdaling van de Genna Silana stelt niet veel voor. Er ligt een prachtige, brede weg. De bochten zijn allemaal prima te doen. Omdat de afdaling in totaal ongeveer 38 kilometer lang is zijn er maar weinig steile stukken. De afdaling kent ook enkele vlakke kilometers en tussendoor zijn er ook nog twee korte klimmetjes. Die klimmetjes stellen ook niet veel voor, het eerste klimmetje is twee kilometer aan 3% en een aantal kilometer verderop is er nog een kort knikje naar boven aan amper twee procent.

Wel is tijdens deze afdaling het uitzicht net zo mooi als tijdens de klim. Ook aan deze kant van de pas is de natuur beeldschoon. Alleen aan het eind van de afdaling, als de renners richting Lotzorai fietsen, wordt de afdaling nog even wat lastiger. Een paar kilometer aan 6% naar beneden, met tamelijk veel bochten.

Beneden in Lotzorai is het nog negen kilometer tot de streep. Negen vlakke kilometers, dat is tijdens deze rit wel een unicum. De wegen na Lotzorai zijn behoorlijk recht. Het gaat vier kilometer haast volledig rechtdoor, tot het binnenrijden van Tortoli, de finishplaats. Op iets meer dan vier kilometer van de streep is er bij een rotonde een pittig bochtje naar links. De renners rijden daarna een tijdje door een woonwijk, waar ze nog een flauw bochtje naar links nemen en op iets meer dan drie kilometer van de streep een simpele bocht naar rechts.

Op drie kilometer van de streep is er een rotonde waar de renners rechtdoor gaan, waarna ze op het lokale industrieterrein terechtkomen. Aan het eind van dit industrieterrein is er een bochtje naar rechts, waarna men op een slechte weg komt te fietsen, dwars door een vervallen buurtje. Op twee kilometer van de streep is er dan weer een bocht naar rechts, die goed te doen is.

Enige probleem is dan weer dat de renners nu het spoor passeren en over de rails moeten rijden. Ziet er niet heel gevaarlijk uit, maar toch vermeldenswaardig. Dat was dan ook meteen het laatste dat vermeldenswaardig is, want in de laatste twee kilometer gaat het continu rechtdoor, over een brede weg. Na 221 kilometer finishen de renners dan in het centrumpje van Tortili, voor de terrasjes van wat restaurantjes.

De laatste kilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De laatste kilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De finishplaats
Tortolì is een stadje met 11.000 inwoners in het oosten van Sardinië, dicht bij de kust. De Giro is hier voor het eerst, wat niet zo verwonderlijk is aangezien de Giro haast nooit op Sardinië is geweest. Bovendien is Tortoli niet echt een stad die bovenaan je prioriteitenlijst moet staan als je ooit op het lumineuze idee komt om Sardinië te bezoeken. Er is hier werkelijk geen fuck te beleven.

Even verderop ligt het kleine havenplaatsje Arbatax, daar schijn je wel te moeten zijn. Mooie stranden en bovendien mooie rotsen. Warmroze rotsformaties, volgens Wikipedia. Dat is zo'n beetje het hoogtepunt van dit stukje Sardinië. Door het strand en het haventje wel nog een redelijk populaire vakantiebestemming, maar er zijn op Sardinië wel wat aantrekkelijkere alternatieven te vinden.

In Tortolì zelf heb je een lange winkelstraat, met ook een boel restaurantjes. Al die restaurantjes worden gepasseerd in het slot van de rit, want in de laatste twee kilometer gaat het dus volledig rechtdoor, door de enige straat van enige betekenis in Tortolì. Vooruit, iets verderop staat ook nog een redelijke kerk, maar dan hebben we het wel gehad. Net buiten het stadje is er ook nog een klein vliegveldje, dat ook de naam Arbatax draagt, want Tortolì is niet zo relevant.

Warmroze rotsformaties bij Arbatax (Foto: WikiCommons/Hans Peter Schäfer)
Warmroze rotsformaties bij Arbatax (Foto: WikiCommons/Hans Peter Schäfer)

TV & het weer
De tweede rit van deze Giro begint om 11:50 officieel. Tien minuten daarvoor stappen de renners al op de fiets voor een stukje geneutraliseerd fietsen. Tussen 16:58 en 17:30 worden de renners in Tortolì verwacht. Eurosport schijnt er al om 13:00 bij te zijn. Niet dat dit nu een rit is die je de hele dag wil kijken, wat ook niet kan, aangezien we natuurlijk weer 25 reclameblokken krijgen. Tussendoor commentaar van Jeroen met de vervelende stem en Michael Boogerd, wat wil een mens nog meer.

Het weer zal goed zijn in Tortolì en omstreken. In de middag gaat het zelfs richting de 28 graden, met ondertussen een redelijk stevig windje en geen kans op neerslag. Prima weertje dus, hadden we in Nederland maar iets wat daar een beetje op lijkt.

Favorieten
Ik vind dit een lastig te voorspellen rit. Er is dus wel wat klimwerk en vlak is het eigenlijk nooit, maar echt lastig is al dat klimwerk dan ook weer niet. De logische conclusie is dan dat deze koers volledig afhangt van het peloton. Als er door een aantal ploegen flink wordt doorgereden op de Genna Silana kan je behoorlijk wat volk lossen. Als ze op de Genna Silana als een stel toeristen rondrijden wordt het gewoon een massasprint, zeker omdat er nog zo'n lange afdaling en vlakke strook volgt na de klim.

Als deze etappe ergens in de tweede week werd gereden was dit een rit voor de vluchters geweest, maar aangezien het nu pas de tweede dag is en er een roze trui op het spel staat zullen bepaalde ploegen wel gaan rijden voor een sprint. Een uitgedunde sprint lijkt het me dan te gaan worden. De beter klimmende sprinters moeten hier wel kunnen overleven.

Voorspelling
1. Battaglin. Volgens Jan Boven is het enorm belangrijk om vooraan te eindigen, want dat is gunstig voor de posities van de auto's. Daarom lijkt het me heel handig dat Enrico deze rit gaat winnen en dat de rest van de ploeg ook wat meer van voren zit. Een gratis tip van mij, voor Addy, Sierk-Jan en Jan. Geen dank.

2. Ewan. Ik heb gehoord dat Ewan een goede klimmer is, dus dan moet hij toch wel met speels gemak zichzelf in het peloton kunnen handhaven. Vervolgens uiteraard weer niet winnen in de sprint, met zijn mongoloïde fietsstijl. Die ligt ooit nog eens met zijn kaken tussen zijn spaken en dan neemt hij ook meteen een mannetje of 20 mee. Heb je lekker veel aan.

3. Greipel. Ik denk eigenlijk helemaal niet dat hij hier mee gaat sprinten, maar aangezien ik niet weet wie wel ga ik toch lekker veilig en kleurloos voor Greipel. Gaat lossen als een baksteen op de klim, maar als hij daarna even een aantal kilometer in de auto gaat zitten komt hij nog wel terug.

4. Sbaragli. De mannetjes van Dimension Data vinden het altijd leuk om voor zichzelf te sprinten. Voor Gibbons gaat deze rit wat te zwaar zijn vermoed ik, maar je kan Haas wel opschrijven voor een 6e plaats. Sbaragli gaat dan voor de vierde plaats. Is al zesde geworden in de eerste rit en moet het als behoorlijk klimmende sprinter hier een stuk beter gaan doen.

5. Stuyven. Deze vervelende Belg vindt zichzelf heel goed. Dat is ook wel weer logisch, want sinds jaar en dag wordt deze jongen al opgehemeld door de Belgische pers. Dan ga je er al snel in geloven, ook al heb je niet zo gek veel laten zien. Moet deze rit wel makkelijker kunnen overleven dan Nizzolo, dus dan kan hij echt eens zelf gaan sprinten.

Overigens ben ik geen fan van Eurosport.