ChristenUnie wil Kerels voor de Klas

Dat er in het basisonderwijs steeds meer vrouwen voor de klas staan en steeds minder mannen is een gegeven dat al lang bekend is, en bovendien alleen maar erger wordt. Met regelmaat roepen politici dat deze beweging een halt toegeroepen moet worden, maar de ChristenUnie is nu de eerste die met concrete voorstellen in die richting komt.

In het basisonderwijs werken 111.000 vrouwen en 18.000 mannen - 86% van de leerlingen heeft een juf. Op 17 procent van de basisscholen is geen enkele of maar één mannelijke leraar te vinden, en die is dan ook nog vaak de directeur. Omdat mannen en vrouwen nu eenmaal verschillen in aanpak is een betere man/vrouwverdeling een goed idee.

CU-Kamerlid Eppo Bruins legt in het vandaag verschenen rapport 'Kerels voor de Klas' uit hoe het komt dat het aantal mannen in het PO zo laag is en doet een aantal concrete voorstellen om dat te veranderen. Zo moet de opzet van de PABO veranderen en ook over de beloning moet worden nagedacht.

De huidige invulling van de PABO is wel erg op het lijf van vrouwen geschreven, zo concludeert Bruins. Er is erg veel aandacht voor reflectie, zelfevaluatie en sociale groepsopdrachten - zaken die vaak geassocieerd worden met de vrouwelijke kant van het vak. De opleiding moet stevig sturen op zelfleiderschap, en veel meer aandacht geven aan bijvoorbeeld ICT, Techniek en gym. Ook voor andere zaken uit de dagelijkse onderwijspraktijk, zoals oudergesprekken en klassenmanagement, moeten meer aandacht krijgen. Niet alles is immers knutselen.

Ook voor de stageperiode doet Bruins aanbevelingen: de eerste stage is nu vrijwel altijd bij de kleuters en dit is voor veel mannen een obstakel. Geef eerder de keuze aan een oudere groep als dat beter bij de student past. Vanaf de tweede stage moet er een stagevergoeding betaald worden, en er moeten meer mogelijkheden komen om (betaald) te werken naast het studeren om oudere zij-instromers (in het rapport 'hij-instromers' genoemd) meer kansen te geven. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan 50-plussers uit fysiek zware sectoren, zoals defensie en brandweer.

Een andere reden dat er weinig mannen voor een basisschool kiezen is het slechte carrièreperspectief. Het beginsalaris is niet slecht maar de doorgroeimogelijkheden zeer beperkt. Er moeten zogenaamde expert-leraren komen, die moeten specialistisch worden opgeleid voor bijvoorbeeld ondersteuning bij dyslexie of techniek, en daarom ook meer kunnen verdienen.

Lees alle voorstellen, inclusief een aantal ambtelijke papieren tijgers, hier.

Basisschoolleraren krijgen er 3,8 procent bij (Foto: ANP)
86 procent van de basisschoolleerlingen heeft een juf (Foto: ANP)