Tour: Etappe 9 - Van Spanje naar Andorra in de Tour de France

Het is best schokkend, maar Froome schijnt meer te kunnen dan alleen klimmen. Hij gaat nu ook al hard naar beneden, moet niet gekker worden. Al jaren krijgt hij te horen dat hij alleen maar kan klimmen en dat hij hopeloos is in de afdaling. Daar heeft hij de afgelopen tijd blijkbaar aan gewerkt.

De achtste rit was op papier een rit die in zijn nadeel zou moeten zijn. Een rit met aankomst beneden, die zou hij zeker niet gaan winnen. Hij besloot de slotafdaling te verkennen en hij besloot wat daallessen te nemen van Kwiatkowski, die behoorlijk goed kan dalen. Tijdens de verkenning moet gebleken zijn dat de afdaling van de Peyresourde vooral een bijtrapafdaling is en daar maakte hij optimaal gebruik van. Hij stak een groter verzet dan de concurrentie en smeet zich naar beneden. Froome is natuurlijk een uitmuntende tijdrijder, dus het was nog wel logisch ook dat hij op de rechte stukken uitliep op de rest. Hij miste nog wel bijna een paar bochtjes, maar dat drukte de pret voor hem niet echt.

Zoals wel vaker maakte Quintana weer eens een fout. Hij zat in het wiel van Froome, maar in een moment van onachtzaamheid liet hij het wiel los en meteen was de vogel gevlogen. Dat daarna Valverde het gat niet dicht wist te krijgen is ook niet echt verwonderlijk. Dit was niet zozeer afdalen, het was vooral heel hard fietsen. Hard fietsen is toch eerder de specialiteit van Froome dan van Valverde. De Keniaanse Brit heeft in ieder geval wel meteen een statement gemaakt. Een punt dat voor hem zwak moest zijn bleek niet zo zwak. Hij heeft nu al de gele trui.

De concurrentie heeft meteen een flinke klap in het gezicht gekregen. Er is wel een mogelijkheid om direct een klap terug te geven, dat zou dan tijdens deze rit moeten gebeuren. De rit voor de rustdag is ook enorm zwaar en het is de eerste echte aankomst bergop. We mogen voor het eerst toch een serieus gevecht op de flanken van een col verwachten.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het is dan wel de Ronde van Frankrijk, maar deze rit zal toch echt starten in Spanje. We zitten in het uiterste westen van Catalonië, in het dorpje Vielha. Dit dorpje ligt in de comarca Val d'Aran en de provincie Lérida. Uiteraard zijn er in de Tour wel eens vaker ritten gestart in Spanje, maar nog nooit in dit dorpje. Vielha is de hoofdstad van Val d'Aran, maar aangezien er in de hele comarca niet eens 10.000 mensen wonen is dat ook weer geen bijzonder grote eer.

Vielha e Mijaran, wat de volledige naam schijnt te zijn, is wel al eens voorgekomen in de Vuelta. Voor het laatst in 2008, toen de rit ook in dit prachtige dorpje vertrok. Die rit zou gewonnen worden door Greg van Avermaet. Ook in 2003 was er een rit met vertrek in Vielha, die rit ging dan weer naar Alejandro Valverde. Er staan dus een aantal renners aan de start met goede herinneringen aan dit dorp. Daarnaast zijn er ook wel eens ritten geëindigd in Vielha. In 1983 bijvoorbeeld, toen ging de overwinning naar de Bask Marino Lejarreta. In 2006 kwam de Tour wel langs Vielha, er was toen namelijk een finish op Pla de Beret en dat ligt hier behoorlijk dicht in de buurt. Denis Menchov won toen, no?

Direct na de start begint het al omhoog te lopen. In 2006 was er dus een etappe die eindigde op Pla de Beret en we rijden nu dezelfde kant op. We rijden richting het dorpje Baquiera en in dat dorpje kun je naar het skistation Pla de Beret fietsen. Dat doen we deze keer niet, we blijven op de weg en fietsen zodoende verder naar de top van de eerste klim van de dag, de Port de Bonaigua. Volgens de Tourorganisatie is de klim 13,7 kilometer lang en 6,1% gemiddeld, maar dat klopt niet helemaal. In z'n totaliteit is de klim bijna 23 kilometer lang.

Na 19 kilometer koers komen de renners boven op de klim, dit is dan weer te verklaren door de neutralisatie in Vielha. De eerste kilometers van de klim tellen dus niet mee. In totaal gaat het een kilometer of 20 aan 5% omhoog, het is dus wel wat zwaarder dan de organisatie ons wil doen laten geloven. De Port de Bonaigua is wel een mooie klim. Goede, brede weg, een goed uitzicht over de behoorlijk groene omgeving. Weinig mis met deze klim. Direct een prima uitdaging voor de renners, weer wat anders na de vlakke aanlopen van de afgelopen dagen. De renners komen boven bij een restaurantje dat in een kasteelachtig gebouwtje zit.

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)

De klim is niet bijzonder bochtig. Er is wel een fase richting de top met de nodige haarspeldbochten, maar het stelt niets voor in vergelijking met de afdaling. Die is enorm bochtig, vooral in het begin. Deze kant van de Port de Bonaigua is ook net even wat lastiger. De afdaling is ongeveer 19 kilometer lang en in die 19 kilometer overwinnen we hetzelfde aantal hoogtemeters als in de beklimming van 23 kilometer. De afdaling is verder wel prima te doen. De weg is breed en verkeert in een best goede staat. Enkele bochten zijn wat lastiger in te schatten, omdat je niet precies kan zien hoe de weg loopt, maar de meeste bochten zijn vrij overzichtelijk.

Bovendien zitten we nog in het begin van de rit, de kans is niet zo heel groot dat er hier al oorlog gevoerd gaat worden. Met alles wat er tijdens deze rit verder nog gaat komen en de vallei na deze afdaling zal hier nog wel behoorlijk rustig gedaald worden. Eigenlijk is dit gewoon een mooie afdaling. Niks mis mee. Na een kilometer of 38 koers komen de renners beneden en is het tijd voor een kleine 30 kilometer door de vallei. Er zijn niet zo heel veel wegen naar Andorra, dus moeten we eerst nog even omrijden om daar te komen. Het gaat even naar het zuiden, terwijl we eigenlijk naar het oosten moeten. De renners mogen wel continu over een brede, goede weg fietsen.

In de vallei gaat het wel steeds een klein beetje naar beneden. In La Guingueta d'Àneu zijn de renners eigenlijk al beneden, maar meer dan 20 kilometer verderop in Sort zitten ze toch weer meer dan 250 meter lager. Echt dalen is er niet meer bij, het gaat hooguit een beetje vals plat naar beneden. Voor enkele renners in het peloton zal dit bekend terrein zijn. We zitten in de buurt van Rialp en de voet van de Port Ainé. De Port Ainé kwam dit jaar in de Volta a Catalunya voor. De aankomst bergop leek lange tijd een prooi voor Pieter Weening, maar hij blies zichzelf op en Thomas De Gendt wist hem nog te overvleugelen. De Gendt is er nu weer bij, hoewel we niet over de Port Ainé zelf gaan.

We fietsen na 64 kilometer wel door Rialp en dat was in de Volta a Catalunya een startplaats. De rit die hier startte zou eindigen in Valls en werd gewonnen door Wout Poels. Woutje zal nu wel de hele dag moeten werken voor Froome, dus veel heeft hij niet aan deze wetenschap. Het is een mooie omgeving hier. Goede weg, veel groen, wat bergen en een aantal mooie rotspartijen in de vallei van de La Noguera Pallaresa. Op deze rivier kan je prima raften en kanoën, bepaalde commentatoren vinden dit leuk. Na 67 kilometer rijden de renners door Sort en begint de tweede klim van de dag, de Port del Cantó.

In maart boekte Thomas de Gendt in deze omgeving al eens een prachtige zege (Bron: YouTube)

De tweede beklimming van de dag is ook al behoorlijk lang. Bijna 20 kilometer lang en 5,4% gemiddeld. Als je alleen naar het gemiddelde kijkt lijkt het niet zo'n zware klim, maar er zitten wel zware stroken tussen. Het is vooral een onregelmatige klim, met enkele kilometers die zowat vlak zijn. Tussen die kilometers door loopt het ook flink wat kilometers aan 7% omhoog. Ook tijdens deze beklimming mogen de renners weer over een brede weg fietsen, alleen is het wegdek wat minder goed. Er zitten overal scheuren en gaten in de weg, dat is voor de bandjes niet zo'n enorm feest. Uiteindelijk lijkt deze klim me ook vooral een opwarmertje. Er volgt nog een lange afdaling en daarna een vallei, dus veel zal er niet gaan gebeuren. Het is wel weer een mooie klim. Behoorlijk veel groen langs de kant van de weg, af en toe een mooie rotspartij en regelmatig een mooi uitzicht over de vallei.

Na 87 kilometer, op iets minder dan 100 kilometer van de streep, komen de renners boven op El Cantó. Het is nu weer tijd voor een lange afdaling. De afdaling van de Port del Cantó is een kilometer of 26 lang en daardoor is het niet echt een lastige afdaling. Het eerste deel van de afdaling gaat het lichtjes naar beneden. Af en toe zit er een wat steiler stuk tussen, maar veel stelt het niet voor. De weg is ook nog steeds breed. Er zijn wat haarspeldbochten, maar de weg is zo breed dat je tien fouten kunt maken zonder dat je over de vangrail valt. Alleen loslatende tubes kunnen hier voor een chute zorgen. De renners passeren halverwege de afdaling wat dorpjes en daar wordt het zelfs even vlak. Daarna begint het slot van de afdaling en dit stuk is wat steiler. Er zitten wat meer bochten in en een paar bochten zijn misschien wat lastiger in te schatten, maar verder stelt de afdaling toch niet heel veel voor.

Na 113 kilometer komen de renners als het goed is beneden in Adrall. In Adrall slaan ze linksaf en gaan ze richting het noorden fietsen. We komen nu verdacht dicht bij Andorra in de buurt. Direct begint het weer omhoog te lopen, maar dan wel vals plat. We fietsen de hele dag al over brede wegen en daar komt voorlopig nog geen verandering in. Na 119 kilometer passeren de renners La Seu d'Urgell en hier staat een kathedraal. Even buiten La Seu d'Urgell ligt de Tunnel del Bordar, een tunneltje die een paar honderd meter lang is. Goed verlicht, dus we zullen na die tunnel niet ineens de helft van het peloton kwijt zijn omdat iedereen in blinde paniek elkaar overhoop reed. Na deze tunnel is het nog een kilometer of tien tot de grens met Andorra. Het is nu nog praktisch vlak.

Op de grens rijden de renners langs de tolpoortjes, zonder te betalen. Schavuiten dat het zijn. Er wordt koers gezet richting de hoofdstad van dit ministaatje. Andorra la Vella is de hoofdstad, met slechts 26.000 inwoners. In Andorra la Vella slaan de renners rechtsaf en beginnen ze na ongeveer 138 kilometer aan de derde klim van de dag, de Alto de la Comella. Deze beklimming kennen sommige renners van de Vuelta, want in de Ronde van Spanje van vorig jaar was er nog een rit in Andorra. Deze rit werd ontworpen door een van de bekendste inwoners van Andorra, Joaquim Rodriguez. Hij maakte er toen een nogal bizarre rit van, dat durven ze in de Tour dan weer niet helemaal aan. Toch hebben ze een aantal klimmetjes uit die rit opgenomen in het parcours, waaronder deze. Met vier kilometer aan 8,2% is het een enorm pittige klim. Na 143 kilometer komen de renners boven op deze klim van de tweede categorie, het is dan nog een kilometertje of 40 tot de finish. 

La Seu d'Urgell is een bekende plaatst in het kanoslalommen, waar regelmatig een World Cup gehouden wordt. Het is te hopen dat Dijkstra en Ducrot hiervan op de hoogte zijn (Foto: Getty)

Ook de afdaling van de Alto de la Comella is prima te doen. Er zitten wel wat haarspeldbochten in, maar ook hier is de weg weer breed. De renners dalen af naar de startplaats van de tiende rit, Escaldes-Engordany, en komen daar na 146 kilometer aan. Maar een korte afdaling dus. In Escaldes slaan de renners rechtsaf en gaan ze op weg naar Encamp. Meteen begint de weg alweer op te lopen, hoewel het niet meteen enorm steil is. Dat steile begint pas als we in Encamp linksaf slaan en richting de voorlaatste klim van de dag rijden. De Col de Beixalis is een beklimming van de eerste categorie en kwam ook vorig jaar voor in de Vuelta, in dezelfde rit als de vorige beklimming. Er zal 6,5 kilometer geklommen worden aan 8,5%.

De klim begint nog wel makkelijk, maar al snel wordt het enorm zwaar. Drie kilometer lang komt het niet onder de 10%, met zelfs wat stroken aan 14%. Richting de top wordt het dan wel weer wat eenvoudiger en gaat het richting de 6%. We hebben al wat beklimmingen gehad vandaag, maar dit is de eerste klim waar echt grote verschillen kunnen worden gemaakt tussen de favorieten. De weg is hier iets minder breed dan de andere wegen die we tijdens deze rit hebben gehad, maar het is nog steeds breed genoeg. In Andorra zorgen ze ook goed voor hun wegen, je hoeft niet bang te zijn om hier scheuren of gaten in het wegdek tegen te komen. Na 157 kilometer komen de renners boven, nog minder dan 30 kilometer tot de streep.

De afdaling is ongeveer zeven kilometer lang en begint met een scherpe bocht naar rechts. Daarna wordt het eigenlijk een redelijk makkelijke afdaling. Er zitten een aantal haarspeldbochten in, maar deze zouden toch vrij goed te nemen moeten zijn. De weg is breed, hoewel het wel iets minder breed is dan tijdens alle voorgaande afdalingen. De weg in Andorra wordt zo ongeveer ieder jaar opnieuw geasfalteerd en zeker nu ze in korte tijd de Vuelta en de Tour hebben mogen verwelkomen ligt hier een puntgaaf stukje asfalt.

Bijna beneden komen de renners uit in het welbekende Anyós. Ook in dit dorpje liggen nog een paar haarspeldbochten, maar de weg is hier extra breed, dus ook dat levert weer geen enkel probleem op. Als het serieuze daalwerk is geweest slaan de renners rechtsaf en komen ze op een nog bredere weg terecht, die ze naar Ordino gaat brengen. In het prachtige Ordino begint de weg alweer op te lopen. De laatste 20 kilometer van deze rit zal het continu omhoog gaan, hoewel de eerste tien kilometer daarvan niet al te brutaal zullen zijn. Na Ordino is er in ieder geval geen moment meer om echt te recuperen. Is best een schattig dorpje trouwens, dat Ordino.

Mooi kerkje, daar in Ordino (Foto: WikiCommons)
Mooi kerkje, daar in Ordino (Foto: WikiCommons)

Als Ordino gepasseerd is gaat het dus al tien kilometer omhoog. Geen al te lastige kilometers. Een paar kilometer aan 3%, een paar kilometers die bijna helemaal vlak zijn en voor de variatie ook nog één pittige kilometer aan 8%. Na die lastige kilometer is het dan wel weer meteen even volledig vlak, dus dat is een tegenvaller. Dit gedeelte van de klim kent weinig bochten, eigenlijk gaat het continu rechtdoor. We fietsen ook nog eens over een enorm brede weg, wat het voor aanvallers wat lastiger maakt. Op tien kilometer van de finish, na het passeren van El Serrat, begint de slotklim echt. De klim naar Arcalis is om onduidelijke redenen een beklimming van de buitencategorie. 10 kilometer lang en 7,2% gemiddeld. Het is lastig, maar niet zo lastig dat het echt buitencategorie is.

De weg blijft breed en er zijn nog steeds betrekkelijk weinig bochten. Het lastigste stuk van de officiële klim zit wel meteen in het begin. Na El Serrat gaat het twee kilometer omhoog aan meer dan acht procent, maar daarna zwakt het af. De rest van de klim komt het niet meer boven de 7,6%. De slotkilometers gaat het aan 7,5% omhoog en richting de finish zwakt het af naar vijf procent. Wel wordt het richting de top nog enorm bochtig, met de nodige haarspeldbochten, maar de weg blijft continu breed. Dat is ook wel logisch, aangezien de finish bij een populair skiresort ligt. De finish ligt op de top, naast de skilift zo'n beetje, bij een gigantische parkeerplaats. In de slotkilometer zit geen echte bocht, dus als het uitdraait op een sprint van een groepje is de positionering niet zo heel interessant.

Het wordt de derde keer dat de Tour aan gaat komen in het skiresort Ordino-Arcalis. Het maakt deel uit van het wintersportgebied Vallnord, dat in deze omgeving nog een skiresort heeft in Pal. Vallnord moet toch behoorlijk wat geld hebben, want met enige regelmaat komt er wel een rit van een grote ronde aan op een van de klimmetjes hier in de buurt. Vooral in de Vuelta, want sinds 2000 is die ronde hier al vier keer geweest. Met Felix Cardenas, de betreurde Jose Maria Jimenez, Paco Mancebo en Denis Menchov staan er eigenlijk alleen maar grote namen op de erelijst.

In de Tour is dat een iets ander verhaal. In 1997 kwam de klim naar Arcalis voor het eerst voor. Jan Ullrich ging met de overwinning aan de haal. Dat is wel een prima naam om op je erelijst te hebben, maar de tweede winnaar hier is dat net iets minder. In 2009 kwam de Tour weer aan in Arcalis en werd al vrij snel duidelijk dat de overwinning naar een groepje vluchters zou gaan. De toen praktisch onbekende Brice Feillu schudde zijn vluchtgenoten af en pakte zijn eerste overwinning bij de profs. Brice is er sindsdien niet in geslaagd nog een overwinning te pakken. Zijn zege op Arcalis is nog steeds zijn enige wapenfeit als prof. Hij fietst nu nog steeds, na omzwervingen bij onder andere Vacansoleil. In dienst van Fortuneo-Vital Concept doet hij wat hij al jaren doet: volledig anoniem rondrijden. Hij is aanwezig in de Tour, maar het ligt niet direct in de lijn der verwachting dat hij zijn kunststukje van 2009 gaat herhalen.

Brice Feillu viert zijn eerste en vooralsnog laatste profzege. Uw redacteur kwam er zojuist achter dat hij ook dit jaar - volledig anoniem - meerijdt, dus als hij zijn zege herhaalt eet ik een stuk uit de vloer (PROSHOTS/Dppi)
Brice Feillu viert zijn eerste en vooralsnog laatste profzege. Uw redacteur kwam er zojuist achter dat hij ook dit jaar - volledig anoniem - meerijdt, dus als hij zijn zege herhaalt eet ik een stuk uit de vloer (PROSHOTS/Dppi)

In Andorra zal het waarschijnlijk een graadje of 27 worden tijdens deze rit. Nog steeds behoorlijk warm, maar de renners mogen wel veel bergop en boven op de berg is het wat frisser. Er is nogal wat kans op neerslag. Rond het middaguur wordt er in Andorra regen verwacht. De kans op regen schijnt zo'n 70% te zijn, maar ik neem al die weersvoorspellingen niet meer zo serieus. In ieder geval zou het wel kunnen regenen, maar dat kan ook niet natuurlijk. De afdalingen zijn wel goed te doen, dus een beetje nattigheid zou niet meteen enorm gevaarlijke situaties laten ontstaan.

De rit begint vrij vroeg, om 11:55 staan de renners in Spanje aan het vertrek. De neutralisatie duurt tien minuten, dus om 12:05 begint de koers echt. De finish boven op Arcalis wordt verwacht tussen 17:19 en 18:05. Nogal een ruime schatting, mogen we wel zeggen. Het goede nieuws is dat de rit integraal zal worden uitgezonden. Vanaf 11:50 zullen de NOS en Sporza er live bij zijn. Sporza knijpt er dan wel weer om 13:00 uit voor het nieuws, dat is behoorlijk hinderlijk. Maakt verder niet uit, we gaan eens een keer live alles meemaken. Kan een leuk begin van de rit worden, aangezien er nogal wat renners zullen zijn die tijdens deze rit in de kopgroep willen zitten.

Voorspelling

Qua voorspelling weet ik niet zo goed wat ik met deze rit aanmoet. Van de drie ritten in de Pyreneeën had ik verwacht dat hier de strijd tussen de favorieten pas echt zou losbarsten. Nu is dat alleen al een rit eerder gebeurd. Froome haalde uit en pakte de gele trui. Nu is de vraag of hij meteen nog een klap wil uitdelen of dat hij meteen overschakelt naar het verdedigen van de gele trui. Als niemand buiten Sky op kop van het peloton wil rijden gaat deze rit naar de vluchters.

Wat er tijdens deze rit gaat gebeuren is dus nogal afhankelijk van andere ploegen, zoals BMC en Movistar. Dit waren ook de twee ploegen die tijdens de vorige rit achter Froome aanreden. Als deze ploegen meteen hun fout willen herstellen is dit een goede gelegenheid. Ik verwacht in ieder geval wel dat Quintana iets gaat proberen, die heeft ongetwijfeld grandioos op z'n flikker gekregen van Unzue en co. We gaan een strijd krijgen tussen de klassementsmannen, dat kan niet anders.

De koers is al meer dan een week bezig en dit is een zware rit met vijf beklimmingen, er gaan verschillen gemaakt worden. De vraag is of het tussen Froome, Quintana en de rest om dagwinst gaat. Ik denk het eigenlijk niet. Mijn geld gaat weer naar een groepje vluchters, maar om dan weer vijf namen te noemen gaat mij wat ver aangezien ik toch altijd de verkeerde namen noem. Ik focus me een keer op de strijd tussen de mannen die voor geel gaan.

1. Quintana. Dit is meer hoop dan wat anders. Dit kleine Colombiaanse pygmeedwergje met z'n shagstem heeft wat recht te zetten na zijn blunder van de vorige rit. Hij moet nu eens een keer initiatief gaan nemen. Tot nu toe heeft hij zich iedere Tour laten piepelen en besloot hij steeds te laat om aan te vallen. Dat mag hij nu wel eens eerder gaan doen, bij voorkeur nu al.

2. Froome. Hij deed iets wat hij nooit doet, aanvallen op in een afdaling. Het ging hem best goed af, dat trainen met Kwiatkowski werpt blijkbaar z'n vruchten af. Toch is het de vraag waarom hij het deed. Wilde hij een statement maken? Wilde hij laten zien dat iedereen ongelijk heeft en dat hij eigenlijk best wel goed kan afdalen? Als dat het is heeft hij ons in ieder geval wel allemaal mooi tuk, want ik denk niet dat iemand dit had verwacht. Toch kan het ook een teken van zwakte zijn geweest. Misschien had hij er niet genoeg vertrouwen in dat hij Quintana bergop op achterstand kon rijden en probeert hij daarom op een andere manier tijd te pakken. Dat zal tijdens deze rit wel duidelijk worden. 

3. Bardet. De enige Fransoos die wel lekker bezig is. Op de een of andere manier heb ik het idee dat hij op dit moment de beste van de rest is. Niemand gaat Quintana en Froome kunnen volgen als ze echt de knuppel in het hoenderhok gooien, maar daarachter gaat de strijd ongemeen spannend zijn. Voor de derde podiumplek zet ik voorlopig m'n geld op Romain.

4. Porte. BMC deed nog wat in de achtervolging, dus moeten beide kopmannen van de ploeg zich nog goed voelen. Of tenminste één van de twee. Porte lijkt me van de twee de renner die het verste kan komen. Ze gaan allebei in de Alpen ongetwijfeld weer een waanzinnig slechte dag hebben, maar daar zijn we nog niet. We zitten nog aan het begin van de ronde en in de Pyreneeën, dus voorlopig lijkt Porte nog op een wereldrenner. Van Garderen schat ik net iets lager in.

5. Aru. Die Astanamannetjes zijn altijd onnavolgbaar. Pieken en dalen. Misschien moeten ze eens wat tips vragen aan Valverde, die weet wel hoe je de dalen kunt voorkomen. Na een slecht optreden in de Dauphiné ziet Aru er nu toch wel weer goed uit. Voor zover hij er met z'n scheve bek goed uit kan zien, natuurlijk. Denk dat tijdens deze rit gaat blijken dat hij echt goed in orde is.