Tour: Etappe 1 - Sprinten bij Utah Beach

De 103e editie van de Ronde van Frankrijk gaat beginnen! We starten dit jaar in Normandië, bij een van de grootste toeristische trekpleisters van Frankrijk. Na een paar dagen in Normandië zullen de renners naar het zuiden van Frankrijk trekken, om eerst de Pyreneeën aan te doen, voor we later richting de Alpen fietsen. Een editie met een paar uitstapjes naar het buitenland, net als vorig jaar dus een Tour die niet volledig in Frankrijk verreden zal worden.

Vorig jaar was er het Grand Départ in Utrecht. Toen begonnen we met een tijdrit, nu zal er begonnen worden met een rit in lijn. Een rit met een verhaal, nu al. Gefinisht zal er worden op Utah Beach, een van de plaatsen waar de geallieerden op 6 juni 1944 aankwamen. Het werd toen een slagveld, hopelijk komen de renners wel ongeschonden uit deze strijd. De Tour van 2016 zal een editie worden met veel kansen voor de sprinters, vooral in de eerste week.

Toch zijn er ook genoeg kansen voor de klimmers. Vier goede aankomsten bergop en ook nog een aantal ritten met genoeg bergen erin, alleen een aankomst beneden. Het deelnemersveld is zoals altijd weer indrukwekkend, hoewel het alleen de vraag is of iedereen hier al meteen in topvorm gaat zijn, met het oog op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro, een paar weken na de Tour. In ieder geval beginnen we met zo ongeveer alle topsprinters van dit moment aan deze Ronde van Frankrijk. Ze mogen het tijdens deze rit meteen laten zien.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)


Het Grand Départ is dit jaar op het eilandje Mont-Saint-Michel. Een rotsachtig eilandje dat bij laagwater vanaf het vasteland is te bereiken en bij hoogwater net even wat minder. Hoewel het tegenwoordig door de brug altijd te bereiken is. De renners zullen ook over deze brug fietsen, uiteraard. Het eilandje is vooral bekend dankzij het abdijcomplex en staat op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Vanaf het vasteland kan je Mont-Saint-Michel al zien liggen en het ziet er prachtig uit.

Eenmaal op het eilandje zelf is het niet minder mooi. Allemaal oude huisjes, smalle straatjes met alleen maar trappen en dan natuurlijk de mooie abdij. Het is best te billijken om Mont-Saint-Michel te vereren met een bezoekje als je toch in de buurt bent. Jaarlijks schijnen er meer dan drie miljoen mensen op dit idee te komen. Alleen de Eiffeltoren en Versailles worden vaker bezocht, van de bekende Franse pleisterplaatsen. 

Mont-Saint-Michel, plaats van handeling voor het Grand Départ (Foto: WikiCommons/BeBo86)
Mont-Saint-Michel, plaats van handeling voor het Grand Départ (Foto: WikiCommons/BeBo86)

Dankzij de abdij is Mont-Saint-Michel voor sommige mensen ook een bedevaartsoord. We bevinden ons trouwens in het departement La Manche, regio Normandië. Het is vanzelfsprekend niet de eerste keer dat we deze bekende plaats aandoen. Een beetje reclame maken voor je eigen land kan je wel aan die Fransen overlaten. In 1990 was er een aankomst op Mont-Saint-Michel, de Belg Johan Museeuw pakte de overwinning. Vrij recent is het peloton ook nog in Mont-Saint-Michel geweest. In de Tour van 2013 was er een individuele tijdrit opgenomen met start in Avranches en finish op het eilandje. Tony Martin won deze tijdrit, toen kon hij immers nog harder fietsen dan klagen. Tegenwoordig is het niet veel meer. Chris Froome werd tweede en pakte maar weer eens wat extra voorsprong, op weg naar zijn eerste Tourzege. Voor veel renners in het huidige peloton zal dit eilandje dus niet geheel onbekend zijn. 

Van Mont-Saint-Michel rijden we naar het noorden, langs de kust. Hoewel er eerst een klein stukje naar het oosten wordt gefietst, anders zouden de renners in het water belanden. In het begin van de rit zitten twee bergjes van de vierde categorie, zodat we aan het eind van de dag toch een mooie bollentrui kunnen uitreiken. Ik noteer Daniel Teklehaimanot voor de vlucht van de dag. Na een kilometer of 20 komen we door de startplaats van de tijdrit in 2013, Avranches. In Avranches moeten de renners voor het eerst klimmen, er licht een klein pukkeltje van 1,2 kilometer aan 5,7%. Dit klimmetje brengt ons langs het lokale château, dat nog best aardige muren heeft. 

Het kasteel van Avranches (Foto: WikiCommons/Ikno-ned)
Het kasteel van Avranches (Foto: WikiCommons/Ikno-ned)

Amper twintig kilometer na het eerste klimmetje krijgen we meteen het tweede klimmetje van de dag. Weer een lullig dingetje van de vierde categorie, 100 meter langer dan de vorige klim maar slechts 4,8%. De Côte des Falaises de Champeaux zal vast een leuk gevecht opleveren voor de bergtrui, maar verder niets. We fietsen nu echt naar het noorden, langs de kust. Hoewel we die kust niet altijd zullen zien. Een hoop Normandische kleine dorpjes worden gepasseerd, met de nodige wegobstakels en rotondes. Altijd leuk tijdens zo'n eerste nerveuze dag.

Het gaat wel grotendeels rechtdoor en de wegen zijn haast altijd breed. Na de twee klimmetjes wordt het even wat minder spannend, hoewel de dag nog wel een stuk leuker kan worden als het een beetje hard waait. Na iets meer dan 50 kilometer passeren de renners Granville, een schattig kustdorpje. Van dit schattige kustdorpje zullen de renners tijdens de derde rit nog langer kunnen genieten, het is dan de startplaats.

We blijven de kust volgen, over een prima weg. Af en toe gaat het een beetje omhoog, het is niet geheel vlak in Normandië. Ondanks dat we in de buurt van de kust zitten gaan we de zee nog steeds amper zien. Bijna de hele tijd wordt er door beschut gebied gefietst. Je hoeft in het begin van de rit niet direct te hopen op waaiers. Pas na een kilometer of 90, als de renners in de buurt van Blainville-sur-Mer zijn, zijn er een paar open vlaktes. Lang duurt dit niet, aangezien er altijd wel weer een volgend dorpje is, of een rijtje bomen.

Er zijn mensen die deze rit vergelijken met de rit in Zeeland vorig jaar, maar dat was een ander paar mouwen. Vanaf Spijkenisse ging het toen een kilometer of tien lang volledig rechtdoor door een open vlakte. Nu zijn de open vlaktes minder lang en minder talrijk. Ze zijn er wel, dus het kan zeker gaan breken, maar verwacht geen taferelen zoals vorig jaar. Waaiers gaan, zeker als de weersvoorspellingen kloppen, wel onstaan, alleen is de kans nogal groot dat een groot deel weer samen komt als er weer een nieuw dorpje of nieuw bosje in aantocht is. Vaak fietsen ploegen dan niet door, omdat de wind daar minder invloed heeft. Voor waaiers vind ik het interessantste stuk zitten tussen Gouville-sur-Mer en Pirou-Plages. Dit is een stuk van zeven kilometer dat wel grotendeels door een open vlakte gaat, direct aan de kust. Laat maar waaien, laat maar waaien. 

Het schattige Granville (Foto: Douzelage Meerssen)
Het schattige Granville (Foto: Douzelage Meerssen)

Na het passeren van Pirou, na 102 kilometer, gaan we wat verder landinwaarts trekken richting Lessay, waar we na 110 kilometer passeren. In Lessay staat een abdij, maar verder is er niet veel te beleven. Zodra we de kust verlaten is het gebied ook minder open. Meer bomen en bossen. Als je waaiers wil trekken zul je het dus relatief vroeg in de rit moeten doen. Een kilometer of acht later fietsen de renners door La Haye-du-Puits, wat verder ook niet echt een heel imponerende plaats is. Wel een plaats waar de geallieerden ook weer zijn geweest, na hun aankomst in Normandië. Er is daar zoals overal in Normandië flink gevochten en vooral aan de kerk is dat nog steeds te zien. In La Haye-du-Puits is de tussensprint, daar zal dus meteen duidelijk worden welke renners zin hebben om dit jaar voor de groene trui te gaan.

Na de tussensprint fietsen we over rechte, brede wegen verder, dwars door de Manche. Erg spannend is het allemaal niet. Weinig obstakels onderweg, alleen in sommige dorpjes. Nog steeds een behoorlijk beschut gebied, dus de wind zal in dit gedeelte van de rit een minder grote rol spelen. Er wordt weer richting de kust gefietst, waar we op ongeveer 30 kilometer van de streep Quinéville passeren. Alle dorpjes die we nu passeren hebben uiteraard een link met de Tweede Wereldoorlog.

Zo ook Sainte-Mère-Église, dat we na 169 kilometer koers aandoen. Het dorp is onder andere bekend door de oorlogsfilm The Longest Day. Aan de kerk hangt nog steeds een parachutist, ter nagedachtenis aan John Steele. Een van de parachutisten die gedropt werd boven Sainte-Mère-Église. Hij bleef toen aan de kerktoren hangen en werd beschoten door de Duitsers, maar door te acteren dat hij dood was wist hij het te overleven. Later werd hij toch gevangengenomen, maar hij wist nog te ontsnappen. Heldenverhaaltje wel. Er is ook een Airborne museum en er zijn talloze monumenten. Sainte-Mère-Église ligt weer wat verder landinwaarts, na een paar kilometer fietsen langs de kust duiken we dus weer een beetje het binnenland in. Het parcours wordt wat bochtiger, maar de wegen liggen er goed bij.

De beroemde 'parachutist' aan de kerk in Sainte-Mère-Église (Foto: WikiCommons)
De beroemde 'parachutist' aan de kerk in Sainte-Mère-Église (Foto: WikiCommons)

Na Sainte-Mère-Église fietsen de renners nog een stuk verder het binnenland in, maar na Chef-du-Punt draaien we terug richting de kust. De wegen blijven breed en goed, met af en toe een bocht, al met al is het heel goed te doen. Hoewel dat niets zegt natuurlijk, er wordt het meest gevallen op brede, rechte wegen, zeker in de Tour. Het gaat na Chef-du-Pont een aantal kilometers lang bijna volledig rechtdoor, richting Sainte-Marie-du-Mont.

Pas in dit dorpje krijgen we met wat serieus bochtenwerk te maken en gaat de finale helemaal beginnen. Na 182 kilometer koers passeren we Sainte-Marie-du-Mont, dan moeten we nog zes kilometer fietsen, richting Utah Beach. Aangezien Sainte-Marie-du-Mont dichtbij het strand ligt werd hier tijdens D-Day flink gevochten. De Amerikaanse 101st Airborne Division nam het op tegen de Duitse Wehrmacht en het resultaat mag bekend zijn. Aan het eind van de rit zit overigens weinig open gebied. Bijna altijd wel bomen langs de kant van de weg, dus geen waaiertjes meer.

In Sainte-Marie-du-Mont moeten de renners wel wat bochtjes nemen. Een half rondje om de kerk en dan praktisch rechtdoor richting de kust. De finale spreekt eigenlijk enorm voor zich. Brede wegen, weinig bochten. Er zitten wel wat flauwe bochten in, maar nooit iets uitdagends. Het kan een behoorlijk koninklijke sprint worden. Onderweg passeren we nog een aantal oorlogsmonumenten, maar dat is in deze regio niet zo gek. De streep is echt vlak voor de kust getrokken, bij de parkeerplaatsen van het Musée de Debarquement Utah Beach. Een lange laatste rechte strook, van 600 meter. Weggetje is breed genoeg. Ideale omstandigheden voor een flinke massasprint. 

De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)

Utah Beach, moet daar nog veel over verteld worden? Voor de zekerheid doen we het toch maar. Een van de vijf landingslocaties waar de geallieerden aankwamen, om de Duitsers definitief een halt toe te roepen. In de nacht van 5 op 6 juni kwamen er op verschillende stranden in de omgeving een hele vloot aan. Daarnaast werden er boven Normandië een hoop parachutisten gedropt, waarvan er een behoorlijk aantal in het eerdergenoemde Sainte-Mère-Église terechtkwamen, en de rest verspreid over de hele omgeving. Ze hielden de Duitsers op een zodanige manier bezig, dat daardoor de verschillende stranden niet goed verdedigd konden worden.

De Duitsers waren zeker op Utah Beach niet bestand tegen de enorme invasie van Amerikaanse soldaten. D-Day werd een groot succes, de Duitsers hadden eigenlijk nergens echt een goed antwoord op. Hoewel Utah Beach wel het grootste succes was. Een paar kilometer verderop, op Omaha Beach, sneuvelden enorm veel Amerikanen. Op Utah Beach waren het er slechts een paar honderd. Het zou het begin van het einde zijn voor de Duitsers. Een mooie locatie voor een Touretappe, toch wel. In het museum, waar we zo'n beetje recht voor finishen, kun je dit alles nog eens herbeleven. Alles over de operatie is daar te vinden, van de voorbereiding tot de uitvoering. Een van de gebruikte vliegtuigen is er ook te zien. Een behoorlijk iconische locatie is het zeker. Mooie ode aan de helden die er voor hebben gezorgd dat wij nu in vrijheid kunnen leven.

Utah Beach tijdens de landing in 1944 (Foto: WikiCommons)
Utah Beach tijdens de landing in 1944 (Foto: WikiCommons)

Het zal tijdens de eerste rit van deze Tour de France flink gaan waaien. Althans, dat is de voorspelling. Vaak klopt dat niet helemaal, maar in dit geval zou het wel mooi zijn. We fietsen zo'n beetje de hele dag langs de kust, dus daar zal de wind wel invloed hebben. Toch zitten we praktisch de hele rit door beschut gebied te fietsen. Er zijn weinig open vlaktes. De echte open vlaktes zitten zo'n beetje tussen kilometer 80 en kilometer 100. Daar kan de boel wel gaan ontploffen en als het echt zo hard gaat waaien als de voorspellingen doen geloven zal het daar ook wel daadwerkelijk losgaan.

Enige probleem is dat het na iets meer dan 100 kilometer koers ook wel direct gedaan is met de pret. Daarna weinig open vlaktes meer, terwijl de rit nog een kilometer of 80 duurt. Waaiers gaan er komen, daar kan je de klok wel op gelijk zetten, de wind zal flink aanwezig zijn en ook nog eens tijdens het eerste deel van de rit in de flank. Het is dan alleen nog de vraag wat er in het tweede deel van de rit gaat gebeuren. Dan zit het niet meer zo in de flank en zijn er veel bomen en dorpjes. Alles kan net zo goed weer samen komen.

Het zal in ieder geval wel droog blijven, graadje of 17. Lekker weer om te fietsen. Heerlijk. Le Grand Départ is om 12:20. Dan krijgen we een half uur lang allerlei plichtplegingen, waarna de renners rond 12:50 echt zullen vertrekken. De verwachte aankomst op het strand is tussen 17:06 en 17:32. Sporza zal zoals het hoort alles rechtstreeks uitzenden. Ook de NOS zal er meteen bij zijn. Om 12:15 kan de tv dus al aan. 

Voorspellen

Dit gaat een sprint worden, dat is overduidelijk. Als in het begin van de rit alles uit elkaar wordt geslagen kan het een uitgedunde sprint worden, maar hoe dan ook een sprint. We hebben één geluk: Nacer Bouhanni is er niet bij. De koppige Fransoos houdt er nogal van om een robbertje te maken, zowel binnen als buiten de koers. Met hem erbij waren er absoluut opnieuw mensen gesneuveld op Utah Beach, maar nu zal dat wellicht meevallen.

Er blijven nog genoeg sterke sprinters op, maar als het echt zo hard gaat waaien zijn bepaalde ploegen wel in het voordeel. Als eerste kijk ik dan naar Etixx-Quick Step, de beste ploeg op het gebied van waaiers. Ze hebben een ploeg bij die volledig is afgestemd op Marcel Kittel. Zij gaan de knuppel in het hoenderhok gooien, dat is een zekerheid. Ook de andere Belgische ploeg, Lotto-Soudal, is sterk als het hard waait. Dit zagen we bijvoorbeeld in de Ronde van Turkije nog, toen ze met zeven man in een groep van 12 ofzo zaten. Wel een iets ander deelnemersveld, maar dat geheel terzijde.

Tinkoff is ook altijd van de partij als het een beetje waait, dus ook Sagan kunnen we vooraan verwachten. De Nederlandse Lotto heeft dan wel weer een probleem: Dylan Groenewegen is aan de schijterij. Normaal houden ze bij Lotto Jumbo wel van een flinke waaier, maar nu het vooral bij Groenewegen aan het waaien is zullen ze vermoedelijk iets minder initiatief nemen. Enfin.

1. Kittel. Na een wat minder jaar is Kittel weer volledig terug. Hij heeft al ontzettend veel gewonnen en is weer praktisch onverslaanbaar zodra hij goed wordt gebracht. Tijdens de Tour gaat hij goed gebracht worden, hij heeft er de ploeg voor. Zeker in een mogelijke waaierrit zal hij vooraan zitten en zal hij moeilijk te kloppen zijn.

2. Greipel. Ook Greipel is weer behoorlijk sterk. Zo versloeg hij vorige week tijdens het Duitse kampioenschap Kittel nog. Dat was alleen wel door een slimmigheidje. Hij ging aan de andere kant aan, Kittel raakte ingesloten en kwam er te laat uit om nog iets te doen. Nu Kittel wel een ploeg bij zich heeft zal het voor Greipel lastiger zijn om zijn landgenoot te kloppen. Wel de beste van de rest, met afstand.

3. Cavendish. Fietst tegenwoordig voor Dimension Data, de Afrikaanse ploeg. Heeft zijn oude maatjes Eisel en Renshaw weer om zich heen. Is nog niet zo succesvol als vorige jaren. Op het Britse kampioenschap werd hij zelfs verschalkt door godbetert Adam Blythe. Daarom gaat hij nu ook niet winnen, maar een derde plaats moet nog wel enigszins tot de mogelijkheden behoren.

4. Kristoff. Heeft voor zijn doen een relatief matig jaar. Wel veel gewonnen, maar minder dan normaal. Lijkt iets minder snel dan in andere jaren. Wil trouwens ook nog wel eens de slag missen als er waaiers worden getrokken. Als hij er wel bij is kan hij zich waarschijnlijk niet meten met Greipel en Kittel.

5. Sagan. Altijd wat kwetsbaar in een vlakke sprint, maar de wereldkampioen moet altijd genoemd worden. De vloek van de regenboogtrui is niet echt van toepassing op Sagan, hoewel hij wel voor het eerst in 100 jaar het kampioenschap van Slowakije niet won. Is bijzonder sterk, maar een rit in de Tour winnen gaat hem al jaren slecht af. Ook tijdens de ouverture van deze Tour zal het lastig worden, maar er komen nog betere ritten voor hem. 

Ik heb nu heel saai de gevestigde namen genoemd, maar dat is uiteindelijk wel vaak waar het op uitdraait in de massasprints in de Tour. Enkele outsiders zijn Groenewegen, maar die is aan de dunne en vooral Bryan Coquard. Coquard heeft dit jaar al 13 koersen gewonnen, niemand doet hem dat na. Andere sprinters zijn Sam Bennett, Dan McLay, Michael Matthews, Sondre Holst Enger en dan heb je het eigenlijk al wel zo'n beetje gehad. Wellicht dat Edward Theuns een poging gaat wagen, of Davide Cimolai, maar dat zijn wel echte outsiders.

John Degenkolb is ook van de partij, maar hij heeft nadat hij tijdens een trainingskamp met vijf ploeggenoten werd aangereden zijn oude niveau nog niet gehaald. De sprints zullen toch wel echt uitgevochten gaan worden door de gevestigde orde. Tenzij Groenewegen heel goed hersteld van zijn maag- en darmprobleempjes, maar die kans lijkt me vrij klein. 

Hoe dan ook, de Tour gaat beginnen. Juichen. Toetertjes. Hoera.