Drama Roemeense turnsters na tien olympische medailles op rij

Een bijzondere reeks van olympische resultaten komt zondag voor de Roemeense damesturnploeg pijnlijk ten einde. Op het testevenement in Rio de Janeiro worden de laatstste startbewijzen voor de Olympische Spelen van komende zomer vergeven en daar gaan de Roemeense turnsters naast grijpen. 

In 1956 pakten de Roemeense dames in Helsinki hun eerste olympische turnmedaille in de teamwedstrijd: brons, wat vier jaar later in Rome herhaald werd. In 1964 werd de ploeg zesde, vier jaar later waren ze niet van de partij en in 1972 was er in München weer een zesde plek. De opkomst van de legendarische Nadia Comaneci luidde een nieuw tijdperk in: in 1976 pakten de dames zilver, net als vier jaar later.

In 1984 pakte Roemenië olympisch goud door de VS in een zinderende finale af te troeven, waarna in 1988 en 1992 zilver volgde. Atlanta 1996 leverde weer brons op en dat werd gevolgd door het gouden tijdperk: goud in Sydney in 2000 en goud in Athene in 2004, met de 16-jarige debutante Catalina Ponor. 

Zonder Ponor werd in 2008 in Beijing brons gepakt, net als in 2012 - dit keer weer met Ponor en de 16-jarige nieuwe ster Larisa Iordache. Deze ongelooflijke reeks van tien medailles op rij komt echter tot een pijnlijk einde.

Zonder de geblesseerde Iordache, maar met Ponor, staan de Roemeense dames op het moment van schrijven op plek vier tijdens het toernooi in Rio. Er zijn echter nog maar vier landen in actie gekomen en de beste vier mogen naar de Spelen. Roemenië heeft alleen nog een kans als turnsters van landen als Duitsland en België achter elkaar van elk toestel vallen. Dat lijkt natuurlijk niet realistisch, en dus zal hét damesturnland bij uitstek na veertig jaar niet meer op het olympisch podium staan.