Amnesty: Koerden plegen oorlogsmisdaden in Syrië

Een Syrisch-Koerdische militie maakt zich in Noord-Syrië schuldig aan oorlogsmisdaden door andere etnische groepen te verdrijven. Dit staat in een dinsdag gepresenteerd rapport van mensenrechtenorganisatie Amnesty International.

In gebieden waar de Koerdische PYD (Democratische Eenheidspartij) het voor het zeggen heeft, heeft de militie YPG (Volksbeschermingseenheden) duizenden Arabische en Turkmeense burgers verdreven en hun huizen verwoest. De YPG is de gewapende tak van de PYD die verwant is aan de extremistische PKK in Noord-Irak en Turkije.

Amnesty baseert zich op eigen onderzoek in de Syrische provincies Hasakah en Raqqah. Nadat de YPG plaatsen op Islamitische Staat (IS) had veroverd, is de burgerbevolking stelselmatig het slachtoffer geworden van collectieve bestraffing en verdrijving, aldus Amnesty. Satellietfoto's tonen bijvoorbeeld het dorpje Husseiniyah, dat in juni 2014 225 panden telde. Een jaar later zijn dat er nog slechts veertien. De YPG begon er burgers te verdrijven nadat het in februari 2015 was veroverd op IS. Koerden hebben het rapport betiteld als een reeks valse beschuldigingen.

Een jaar geleden ontstond opschudding na een interview in Nieuwsuur waarin een Koerdische strijder aangaf geen gewonden als krijgsgevangenen te nemen omdat dit teveel last op zou leveren. Een tweede kogel lost het probleem op, zei de man in de uitzending. Er kon echter niet onafhankelijk worden vastgesteld of de bewering op waarheid berustte.

'Koerden plegen oorlogsmisdaden in Syrië'
Amnesty: Koerden plegen oorlogsmisdaden in Syrië (Foto: ANP)