Vuelta etappe 14: Vitoria-Gasteiz - Alto Campoo (Fuente del Chivo), 215 km

 De dertiende etappe was zoals verwacht een prooi voor een vroege vluchter. Het duurde vrij lang voor een groepje weg was, maar toen er uiteindelijk een groepje vertrok was het ook meteen een groep. 24 man, dan weet je al dat de samenwerking in zo'n groep niet ideaal gaat zijn en dat je maar beter vroeg kan demarreren. Op de laatste klim van de dag waagden een aantal renners een poging, maar de poging van Nelson Oliveira was met afstand de beste. Hij had bovendien het geluk dat hij twee ploeggenoten in de kopgroep had, die goed stoorwerk deden. Er was weinig overleg verder in de kopgroep en al snel had Nelson een grote voorsprong. Die voorsprong gaf hij niet meer weg en zo boekte hij zijn eerste echte overwinning. Wel al een paar keer Portugees kampioen tijdrijden geworden en zelfs een keer Portugees kampioen op de weg, maar nog nooit een echte koers gewonnen. Dat hij nu wel wint komt hem goed uit, hij heeft van Lampre te horen gekregen dat hij geen nieuw contract krijgt en is derhalve op zoek naar een nieuwe ploeg. Die gaat hij nu vast wel vinden. In het peloton gebeurde verder niet veel, maar dat is logisch met het oog op de komende etappes. We krijgen nu drie bergetappes achter elkaar. De eerste van die drie gaat in het mooiste land beginnen, het Baskenland. Het is ook meteen de langste etappe van deze Vuelta.

De route van vandaag (Afbeelding: letour.fr)
De route van vandaag (Afbeelding: letour.fr)


Het profiel van etappe 14 (Afbeelding: letour.fr)
Het profiel van etappe 14 (Afbeelding: letour.fr)

33 jaar lang ontweek de Vuelta het Baskenland. Door politieke spanningen, om het maar even kort door de bocht uit te leggen. In 2011 was er eindelijk weer eens een rit in het Baskenland en dit werd de mooiste rit ooit aller tijden ter wereld. Igor Antón won glorieus in zijn Baskenland. Na het passeren van zijn geboortedorp reed hij weg op zijn trainingsklim waar hij luid werd aangemoedigd door vrienden en familie. Met een grote voorsprong bereikte hij Bilbao, waar hij een ererondje mocht rijden. Die rit was echt perfect. Een jaar later was er weer een rit in Baskenland, er was een aankomst op een van de bekendste klimmen van de regio, de klim die start in Eibar en naar Arrate gaat. Vooral bekend van de Vuelta al Pais Vasco. Valverde was daar de sterkste. Nu, drie jaar later, keren we weer terug naar het Baskenland. Helaas zitten we wel helemaal in het zuiden van de regio, waar net wat minder bergen zijn. We zitten in Vitoria-Gasteiz, de hoofdstad van de regio Baskenland en de provincie Álava. Vitoria is de geboortestad van Mikel Landa, de renner die een paar dagen geleden op Cortals d'Encamp won. Een stad met 230.000 inwoners die vroeger met enige regelmaat voorkwam in de Vuelta. In 1972 kwam er een rit aan, die werd gewonnen door Agustín Tamames, een renner die ooit nog de Vuelta heeft gewonnen. In 1970 was er een overwinning voor de Belg Willy In 't Ven. Een jaar eerder won de Spanjaard Gregorio San Miguel dan weer. Dezelfde San Miguel won twee jaar daarvoor ook al in Vitoria. In die tijd kwam de stad ieder jaar voor in de Vuelta. Andere winnaars hier zijn Raymond Poulidor en Rik Van Looy, om er maar een paar te noemen. Vitoria heeft best wel een grote geschiedenis in de Vuelta. In die jaren was de Vuelta sowieso altijd meerdere dagen in het Baskenland, mooie tijden. Vitoria-Gasteiz is een belangrijk industrieel centrum. Het schijnt een van de hoogste levensstandaarden van Spanje te hebben, en het is ook een van de groenste steden van Europa. Veel parkjes en vooral veel lanen. Prima stadje lijkt me.

Vitoria keert opnieuw terug in de Vuelta (Foto: WikiCommons)
Vitoria keert opnieuw terug in de Vuelta (Foto: WikiCommons)

Helaas zit er maar weinig Baskisch genot in deze etappe, amper 50 Baskische kilometers. Behoorlijk vlakke kilometers ook nog eens, in het zuiden van Euskadi is het allemaal wat vlakker dan in het noorden. Na de start in een buitenwijk van Vitoria fietsen de renners nog even een rondje door de stad om daarna naar het westen te fietsen. Ze gaan op weg naar Castilla y León, om uiteindelijk aan het eind van de rit Cantabria te bereiken. Na een kilometer of 15 krijgen we te maken met het eerste pukkeltje van de dag, een beetje vals plat. Dat duurt niet lang, een paar kilometer later is er alweer een korte afdaling richting Gesaltza. De renners passeren nog een paar kleine Baskische dorpjes, voor ze na 38 kilometer eventjes Baskenland verlaten voor Castilla y León. Een paar kilometer later zijn we echter weer terug in Euskadi. Tien kilometer later verlaten we het Baskenland dan echt. Na 52,5 kilometer zijn we definitief in Castilla y León, provincie Burgos. Om Castilla y León te bereiken moet er nog wel even wat geklommen worden, na het passeren van het dorpje Bóveda. Niet echt een spannend klimmetje, weer een beetje vals plat, met nog een wat lastigere kilometer op de grens tussen de twee regio's. In Castilla y León is het lange tijd behoorlijk vlak. Echt spannend is het verder niet, brede en rechte wegen. Na 80 kilometer bereiken we Medina de Pomar, waar we het kastelenboek tevoorschijn kunnen toveren.

Medina de Pomar, opnieuw een kasteel (Foto: WikiCommons)
Medina de Pomar, opnieuw een kasteel (Foto: WikiCommons)

Tien kilometer na Medina de Pomar fietsen de renners door Barcenillas del Ribero, waar de ravitaillering is. Hier begint de weg langzaam een beetje omhoog te lopen, richting de eerste echte klim van de dag. Deze klim begint na 107 kilometer en is 11 kilometer lang. De Puerto Estacas de Trueba is een beklimming van de derde categorie. Niet echt een lastige beklimming, de zwaarste kilometer is 4,3% gemiddeld. Er zitten een paar kilometers tussen waar het praktisch vlak is. Gemiddeld is de klim amper 3%. De klim brengt de renners over een smal weggetje richting Cantabria. Op de top bereiken we de derde regio van de dag. Het verschil tussen de regio's is wel heel duidelijk te merken. Direct na de top wordt de weg ineens gigantisch slecht. In Castilla y León hechten ze blijkbaar meer waarde aan goede wegen dan in Cantabria. Mag hopen dat deze weg ondertussen opgeknapt is. De omgeving is in ieder geval wel mooi, dat is dan nog een pluspunt. De afdaling richting Vega de Pas is 14 kilometer lang en deze kant van de klim is een stuk lastiger. Een paar kilometer aan 7%, dat is nog eens wat anders. Dat maakt het nog best een lastige afdaling. De weg is redelijk smal, het wegdek lijkt nergens op en er zijn wat bochten. Gelukkig valt het aantal lastige bochten nog wel mee, maar verder is dit niet de beste afdaling van de week.

De Estacas de Trueba
De Estacas de Trueba

Het zullen vooral plattelandswegen zijn (Foto: WikiCommons)
Het zullen vooral plattelandswegen zijn (Foto: WikiCommons)

Na 132 kilometer bereiken de renners Vega de Pas en zijn ze praktisch beneden. Het blijft nog wel een beetje verder naar beneden in de vallei van de Rio Pas. De renners volgen een bochtige weg langs deze rivier, voor een kilometer of 10. Na 143 kilometer bereiken ze een wat grotere weg en begint het gelijk omhoog te lopen. De volgende beklimming van de dag begint, die in totaal 15 kilometer lang is. De Puerto del Escudo is een beklimming van de eerste categorie en is in twee delen op te splitsen. Het eerste deel, het begin van de klim, is behoorlijk makkelijk. Bijna acht kilometer vals plat. Paar kilometer aan drie procent, nog een vlakke kilometer, dan weer wat kilometers aan twee procent. Na acht kilometer klimmen wordt het interessant en krijgen we 7,6 kilometer aan 8,4% gemiddeld. Vooral na het passeren van San Miguel de Luena wordt het zwaar, er komt dan een kilometer aan 9%. Daarna zelfs een kilometer aan 10%, waarna het weer wat afzwakt naar 7%. De drie kilometer richting de top wordt het weer veel lastiger, bijna continu boven de 10%, met zelfs stroken aan 15%. Behoorlijk lastige klim. Op de top is een tombe in de vorm van een piramide te vinden. Dit voor Italiaanse soldaten die om zijn gekomen tijdens de Spaanse burgeroorlog.

El Escudo
El Escudo


De piramide op de top (Foto: Google Usercontent)
De piramide op de top (Foto: Google Usercontent)

Op de top bereiken de renners ook weer de regio Castilla y León. Dit verblijf in Castilla y León zal niet lang duren, vijf kilometer later fietsen we weer Cantabria in. De renners fietsen nu langs het stuwmeer van Ebro. Na 163 kilometer zijn we weer in Cantabria en is het nog 50 kilometer tot de streep. Na de Puerto del Escudo is er niet echt een afdaling. Het gaat maar een paar kilometer naar beneden en dan ook nog eens zonder echte bochten. De afdaling is ook nog eens over een brede weg, een stuk beter te doen dan de eerdere afdaling. Na amper vijf kilometer afdaling is het bijna 30 kilometer vlak tot de slotklim. Na heel wat kilometers langs het Embalse de Ebro komen de renners na 186 kilometer uit in Reinosa, waar de tussensprint is. Ondertussen fietsen we ook langs een klein gehucht dat Quintana heet, da's toch leuk voor Nairo. Misschien dat hij zich daar wat beter van gaat voelen. Na de tussensprint begint het al langzaam een klein beetje vals plat omhoog te lopen, maar de echte klim begint pas 10 kilometer na Reinosa.

Reinosa, de setting van de tussensprint (Foto: WikiCommons)
Reinosa, de setting van de tussensprint (Foto: WikiCommons)

Van Reinosa rijden de renners naar Salces, waar ze al op de weg terecht komen die ze naar de slotklim brengt. Van Salces gaat het naar Fontibre en een paar kilometer later begint na het passeren van Espinilla de slotklim echt. De slotklim naar Alto Campoo is 18 kilometer lang en 5,5% gemiddeld. Categoría especial, maar geen idee waarom. We hebben al beklimmingen van de eerste categorie gehad die zwaarder waren. In totaal is de klim zelfs 21 kilometer lang, als je de drie kilometer vals plat na Espinilla ook nog meetelt. Als de klim echt begint gaat het om 3,5% omhoog, om daarna heel wat kilometers aan 6% te krijgen. Behoorlijk regelmatige klim, tussen kilometer 7 en 15 van de klim blijft het schommelen tussen vijf en zes procent. Na 15 kilometer klimmen, op zes kilometer van de streep, is er even een kilometer vals plat. Na die kilometer wordt de klim eigenlijk pas echt lastig. Vooral op drie kilometer van de streep begint het interessant te worden, een kilometer aan 6,8%. Daarna een kilometer aan 7,9% en de slotkilometer is zelfs aan 8,9%. Er zitten pieken bij aan 16%, het venijn zit hier echt in de staart. Dat wil dus zeggen dat iedereen waarschijnlijk gaat wachten tot de laatste kilometers van de klim, dat is dan weer een nadeel.

De laatste klim
De laatste klim

De klim naar Alto Campoo is er een over een brede weg, met relatief weinig bochten. Alleen in de slotkilometers zitten een aantal bochten. Verder gaat het toch vooral vaak rechtdoor, met wat flauwe bochten her en der. De renners kunnen elkaar dus goed zien, als er verschillen ontstaan. Alleen in de laatste, ontzettend lastige, kilometers is dat anders. De weg is tegen die tijd ook wat minder breed geworden. Alto Campoo is een skiresort en met 28 kilometer aan pistes ook meteen een van de grootste van Cantabrië. De renners passeren tijdens de klim het dorpje Brañavieja, waar alle hotels zitten. Net na dit dorp zitten de skiliften. Dit is Alto Campoo eigenlijk al. We finishen nu een stuk verder, helemaal op de top van Fuente del Chivo. Ideale plek om een etappe te laten finishen, boven op deze klim ligt een enorm grote parkeerplaats. Er is een prachtig uitzicht op de top. Alle aankomsten bergop deze Vuelta zouden voor het eerst voorkomen, maar dat gaat in dit geval niet helemaal op. De Vuelta is al drie keer aangekomen op Alto Campoo, zo onbekend is het hier dus niet. Enige verschil is dat er nu nog een paar kilometer verder wordt geklommen richting Fuente del Chivo.

In Vitoria-Gasteiz zal het niet echt warm worden tijdens deze rit. Slechts een graad of 15 tijdens de start, dat is niet veel. In de buurt van de slotklim zal het niet veel warmer worden, maximaal 18 graden. Dit soort temperaturen zijn we niet gewend in Spanje, beetje frappant allemaal. Klein kansje op neerslag, maar het zal wel droog blijven. Klein beetje wind ook, maar dat zal vast geen rol spelen tijdens deze rit. Het is de langste rit van deze Vuelta, dus vertrekken de renners ook zo'n beetje voor het eerst behoorlijk vroeg. Om 11:52 zal de rit echt beginnen. Om 16:00 begint de uitzending op Eurosport. Sporza zal er pas later bij zijn, die besteden eerst nog tijd aan de Brussels Cycling Classic. Eigen koersen eerst blijkbaar. De finish wordt verwacht tussen 17:22 en 18:00, als je rond 5 uur pas inschakelt zijn de renners waarschijnlijk al bezig met de slotklim.

Een drieluik bergritten, dan gaat er minstens één rit tussenzitten die voor de vluchters is. Er is één man in het peloton die hoopt dat het deze rit gaat worden. Dat is Angel Madrazo, een van de twee Cantabriërs in het peloton. Hij leeft al weken naar deze rit toe en wil in zijn eigen Cantabrië laten zien wat hij kan. Hij gaat hoe dan ook in de ontsnapping van de dag zitten, dat kan eigenlijk niet anders. Toch verwacht ik niet dat deze rit echt iets voor de vluchters gaat worden. Ik heb zo het vermoeden dat Astana deze rit wil gaan gebruiken om Dumoulin definitief uit te schakelen. Er komen nog meer kansen om dat te doen, maar je kan er maar beter op tijd bij zijn. In principe is dit van de bergritten de rit die Dumoulin nog het beste zou moeten liggen, het is lange tijd niet echt steil. Toch gaat hij het lastig krijgen als er vol wordt gevlamd op deze slotklim. Dat vol vlammen kan je wel aan Astana overlaten. Ik neem aan dat Aru hier een poging wil doen om zijn leidende positie te verstevigen, ook om daarmee een mentale klap uit te delen aan zijn overgebleven concurrenten.
1. Aru. De beste klimmer in deze ronde, dat is na de rit in Andorra wel duidelijk. Zou niet weten waarom dat nu anders zou zijn. Dit soort klimwerk ligt Fabio ook wel. Behoorlijk lang, niet verschrikkelijk steil. Dan is hij eigenlijk op z'n best. Als hij z'n ploeg op kop zet zie ik hem de overwinning wel pakken.
2. Rodriguez. De beste van de rest, hoewel hij moeite had om ploeggenoot Dani Moreno te volgen op de laatste klim in Andorra. Misschien is Dani Moreno dus stiekem wel sneller, maar die lolbroek heeft altijd wel slechte dagen en die gaan nu zo'n beetje komen. Rodriguez gaat voor de tweede plek, eerste plek lijkt me onhaalbaar met de rit in Andorra in het achterhoofd.
3. Nieve. Er kan zowaar iets bijzonders gaan gebeuren. Mikel stond bekend als de man die altijd rond de tiende plaats rijdt, maar hij staat nu warempel op de achtste plaats en kan zelfs nog naar boven kijken. Weer een renner die de Tour niet heeft gereden, dat blijkt toch wel een beter idee te zijn als je wil presteren in Spanje. Was sterk in Andorra en gaat waarschijnlijk alleen nog maar sterker worden.
4. Majka. Deze Lollerpool is best goed bezig. Na onzichtbaar te zijn in de Tour piekt hij nu behoorlijk. Dan blijkt toch wel dat het lastiger wordt om twee grote rondes achter elkaar volle bak te rijden. Majka is een grote concurrent voor Dumoulin, Tom moet hem een beetje in de gaten houden. Wordt lastig alleen, Majka is een veel betere klimmer.
5. Dumoulin. Best apart, Tom noemen op zo'n aankomst. Eigenlijk kan het allemaal niet, maar toch is het zo. Het wordt weer schade beperken voor Dumoulin. Zo weinig tijd mogelijk proberen te verliezen en dan in de tijdrit toeslaan. Als hij deze ritten een beetje kan overleven zit er een podiumplaats in. Bizar. Deze klim is nog wel een beetje gunstig voor hem. Op de laatste kilometers na is het niet zo steil.