Bewoners AZC: 'geen vrouw achter de kassa'

Het Drentse Oranje, een pittoreske plaatsje met 140 inwoners, is sinds een half jaartje verrijkt met een clubje van zo'n 700 asielzoekers. En hoewel sommige bewoners hier goed geld aan verdienen, gaat niet alles van het leien dakje.

Zoals bijvoorbeeld bij Angela en Feije (dat is een naam) Dijksterhuis. Sinds de komst van de asielzoekers zijn zij naast hun akkerbouwbedrijf een buurtsuper begonnen. Ze zijn en waren tegen de komst van de vluchtelingen, maar een extra centje verdienen is nooit weg. Bovendien is het ook voor de bewoners van het AZC handig dat ze niet helemaal naar de bewoonde wereld hoeven af te reizen om wat kleine boodschapjes te doen.

Maar uiteraard is er een mits. Een aantal vluchtelingen hebben er de grootste moeite mee dat er een vrouw (Angela) achter de kassa zit om hun boodschappen af te rekenen.

"Ik werd als vrouw niet geaccepteerd door een groep Arabische bewoners. Ze wilden mij geen geld geven als ik bij de kassa stond", vertelt de afgekeurde kassajuf.

"Dat is niet zoals je het in je winkel hebben wilt", aldus Feije, die zichzelf al een redelijke dhimmitude houding heeft aangeleerd. “We leven hier in Nederland“.

Angela vindt dat ze hier niet al te lang bij moeten stilstaan. Zij doet voortaan de administratie, regelt leveranciers en doet de bestellingen. Haar man kruipt in het vervolg achter de kassa.

De dame in kwestie pleit er tevens voor dat de gemeente een glaskabel richting het dorp aanlegt voor fatsoenlijk internet. “Wist je dat de vluchtelingen hier wel altijd wifi hebben?”