OPCW: gifgasfabrieken Syrië gesloopt

De Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens heeft in Syrië twee fabrieken voor de productie van chemische wapens gesloopt. De sloop van alle twaalf fabrieken in het land wordt waarschijnlijk in de zomer afgerond, schrijft de OPCW in een maandag verschenen rapport.

Voordat de operatie begon beschikte Syrië over vijf ondergrondse faciliteiten en zeven hangars op luchthavens waar gifgas werd gemaakt. De ondergrondse fabrieken worden naar verwachting voor 30 juni buiten werking gesteld, aldus Ahmet Üzümcü van de OPCW. De zeven hangars volgen niet veel later. Na afloop wordt er ook een toezichtsmechanisme ingesteld om ervoor te zorgen dat de ondergrondse fabrieken niet opnieuw in gebruik worden genomen.

De OPCW werd actief in Syrië na een gifgasaanval in 2013 op een voorstad van de hoofdstad Damascus, waarbij honderden mensen omkwamen. De Syrische regering en de rebellen waartegen ze strijdt gaven elkaar de schuld van de aanval. Nadat de Verenigde Staten met luchtaanvallen hadden gedreigd sloot Syrië zich aan bij de OPCW en beloofde het land zijn chemische wapens over te dragen.

In de nasleep van de gifgasaanval werden de 1300 ton gifgas waar Syrië over beschikte uit het land gehaald. Inmiddels is 98 procent vernietigd, aldus de OPCW. De organisatie is nog wel bezorgd dat de Syrische regering niet al haar chemische wapens heeft overgedragen.