Tsunami herdacht in Azië

In grote delen van Azië zijn vrijdag herdenkingsdiensten gehouden in verband met de tsunami die precies tien jaar geleden huishield in kustgemeenschappen aan de Indische Oceaan. De natuurramp, een van de grootste in de moderne geschiedenis, kostte aan meer dan een kwart miljoen mensen het leven.

Door een zeebeving op 26 december 2004 ontstond een huizenhoge vloedgolf die in een twaalftal landen aan de Indische Oceaan alles op zijn pad vernietigde. Hele gemeenschappen werden weggevaagd.

In Indonesië, Thailand, Sri lanka, India en elders verzamelden zich vrijdag overlevenden, nabestaanden, hoogwaardigheidsbekleders en diplomaten voor tal van herdenkingsdiensten. Op de exacte tijdstippen waarop de tsunami toesloeg werden momenten van stilte in acht genomen.

"Ik kan de geur in de lucht maar niet vergeten, het water op dat moment (...) zelfs niet na tien jaar", zei Teuku Ahmad Salman, een 51-jarige man die een dienst bijwoonde in Banda Atjeh, in Indonesië. "Ik kan maar niet vergeten hoe ik mijn vrouw, kinderen en huis verloor", snikte hij.

De tsunami werd opgewekt door een onderzeese aardbeving met een magnitude van 9,1, de krachtigste in de regio in veertig jaar. De zeebodem voor de kust van Sumatra werd opengescheurd, waarbij miljarden tonnen water in beweging kwamen en grote golven met de snelheid van straalvliegtuigen in alle richtingen raasden, tot aan de kust van Oost-Afrika.

De Indonesische provincie Atjeh, het gebied dat het dichtst bij het epicentrum lag, werd als eerste en het zwaarste getroffen. Aanvankelijk stortten woningen en andere gebouwen door de beving in en vluchtten mensen in paniek de straat op. Twintig minuten later volgde de vloedgolf, een enorme muur van water van tien meter hoog die tot kilometers landinwaarts dood en verderf zaaide en alles op zijn pad meesleurde. In Indonesië alleen vonden meer dan 170 duizend mensen de dood.