Noord-Korea dreigt met vierde kernproef

Noord-Korea heeft donderdag met uitbreiding van zijn militaire capaciteiten en een vierde kernproef gedreigd. Het zegt daarmee te reageren op 'Amerikaanse vijandigheid', die volgens Pyongyang heeft geleid tot de goedkeuring van een VN-resolutie over Noord-Koreaanse mensenrechtenschendingen.

Een commissie van de Verenigde Naties deed dinsdag met de resolutie een beroep op de Veiligheidsraad om Noord-Korea voor het Internationaal Strafhof (ICC) te brengen. Voordat de resolutie werd aangenomen dreigde een Noord-Koreaanse gezant al met een vierde kernproef.

Het Noord-Koreaanse ministerie van buitenlandse zaken noemde de aanvaarding van de resolutie donderdag een 'ernstige politieke provocatie'. Hoewel de resolutie was opgesteld door de Europese Unie en Japan, stelde het ministerie dat de Verenigde Staten er achter zaten. Een anonieme woordvoerder zei tegen staatsmedia dat Noord-Korea zijn afschrikking op 'onbeperkte wijze' zal versterken om de Amerikaanse vijandigheid het hoofd te bieden. De houding van de VS 'dwingt ons ons niet langer te weerhouden van een nieuwe kernproef', zei hij.

Analisten achten het niet aannemelijk dat Noord-Korea het dreigement van een vierde kernproef zal uitvoeren. Dit zou immers tot een verdere internationale veroordeling leiden en inspanningen doorkruisen om buitenlandse investeringen en hulp aan te trekken.

China en Rusland, die allebei vetorecht hebben in de Veiligheidsraad, zullen het niet zo ver laten komen dat Noord-Korea voor zijn mensenrechtenstaat naar het ICC wordt verwezen. Noord-Korea weet ook dat deze twee bondgenoten ook geen nieuwe kernproef van Pyongyang willen, meent Lim Eul Chul, Noord-Korea-expert van de Zuid-Koreaanse Kyungnam Universiteiten.

Noord-Korea hield kernproeven in 2006, 2009 en 2013.