Van Rijn: vader niet onder druk gezet

Het Haagse verpleeghuis WZH heeft de vader van staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn (PvdA) niet verboden met de pers te praten over de gebrekkige zorg die zijn vrouw krijgt. Dat heeft de bewindsman donderdag in de wandelgangen van de Tweede Kamer gezegd. Van Rijn hoopt dat de media de wens van zijn vader respecteren om hem voorlopig met rust te laten.

"Mijn vader kiest er zelf voor om met wie dan ook te praten. Er heeft hem niemand wat verboden", zei Van Rijn. Naar verluidt was zijn vader door het verpleegtehuis onder druk gezet om niet met de pers te praten. "Mijn vader is al verdrietig genoeg over hoe het is gelopen. Ik denk dat zijn wens om zijn privacy te respecteren een heel redelijke is."

Joop van Rijn leverde dinsdag stevige kritiek in het AD op de gebrekkige zorg die zijn vrouw krijgt in het Haagse verpleeghuis. Van Rijn vertelde dat zijn vrouw soms urenlang alleen wordt gelaten, dat ze niet op tijd wordt verschoond en dat de urine soms langs haar enkels loopt als zij opstaat. Het ministerie van Volksgezondheid heeft geprobeerd de publicatie te voorkomen.

Staatssecretaris Van Rijn benadrukt dat het de eigen keuze van zijn vader is geweest. "Iedereen mag mij van alles vragen. Ik ben politicus, maar als mijn kwetsbare ouders erbij betrokken worden, dan mag ik ook voor die kwetsbaarheid enige aandacht vragen." Van Rijn zei dat het hele verhaal hem erg aangrijpt.

Volgens SP-Kamerlid Renske Leijten staan de ouders van Van Rijn niet centraal. "De kern van de zaak is dat we al jaren weten dat de zorg in verpleeghuizen niet goed is en dat er al jaren wordt weggekeken voor verbeteringen." Volgens Leijten moet Nederland terug naar de 'menselijke zorg'. "We moeten eisen van zorginstellingen dat ze voldoende personeel inzetten, wat mij betreft met een personeelsnorm."

Verpleeghuis WZH laat in een schriftelijke reactie weten dat 'situaties kenbaar maken via de media niet de juiste weg is'. Joop van Rijn is volgens het verpleeghuis echter niet onder druk gezet om niet met de media te praten.