Rutte: onduidelijkheid naheffing alleen maar groter

De onduidelijkheid over de naheffingen die de Europese Commissie zou treffen tegen sommige EU-lidstaten, waaronder Nederland, is alleen maar groter geworden. Dat heeft premier Mark Rutte (VVD) vrijdag gezegd na afloop van een EU-top in Brussel.

"De onduidelijkheid blijft, en eerlijk gezegd is die alleen maar toegenomen", zei Rutte. "De Europese Commissie is er niet in geslaagd de mist weg te nemen."

Het bericht over de heffingen kwam donderdag naar buiten via de Britse krant Financial Times, die meldde dat Nederland 642 miljoen euro zou moeten terugstorten naar de Commissie. Voor het Verenigd Koninkrijk bedraagt de rekening zelfs 2,1 miljard euro.

Nederland vormt één front met de Britten en andere landen die ook moeten betalen, zoals Italië, Griekenland, Malta en Bulgarije. Op hun aandringen zullen de EU-ministers van financiën met de Commissie aan tafel gaan zitten om de zaak op te klaren.

Rutte wil nu stap voor stap uitzoeken hoe de Commissie tot deze bedragen is gekomen. Hij liet zich niet verleiden tot een harde uitval naar de commissie, zoals zijn Britse collega David Cameron. Die liet in een woedende uithaal weten dat Londen zeker niet de gevraagde 2,1 miljard op 1 december zal betalen. "We gaan dit stap voor stap bekijken. De Commissie erkent zelf dat het om forse bedragen gaat", aldus Rutte.

De heffing voor Nederland is het gevolg van een zogeheten bronnenrevisie, waarbij het Centraal Bureau voor de Statistiek nieuwe en bijgewerkte informatiebronnen gebruikt om de omvang van de economie te meten. Uit deze herberekening, die voor het grootste deel de periode 2010-2013 betreft, blijkt dat de Nederlandse economie het beter heeft gedaan dan gedacht, en daarom meer aan de EU-begroting had moeten bijdragen.

"Deze methode van terugkijken bestaat al lang", zei Rutte. "Maar dit keer zijn de afwijkingen groter dan ooit te voren, en dat wekt grote verbazing." De premier zei dat hij donderdag pas van de cijfers hoorde, maar dat ze vorige week vrijdag al bekend waren in Den Haag. "Daar is op ambtelijk niveau over gesproken; er zijn toen vragen gesteld waarop de commissie nog moet antwoorden."