Tapgegevens AIVD blijven geheim

De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) hoeft niet te zeggen hoeveel telefoon- en internetverbindingen jaarlijks worden afgetapt. Een journalist van tv-programma KRO Reporter was naar de rechter gestapt, maar die gaf minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA) gelijk. Het radioprogramma kondigt aan hoger beroep in te stellen.

De minister vindt dat de nationale veiligheid gevaar loopt als de gegevens naar buiten komen. Volgens Reporter is dat onzin en delen België en Duitsland deze gegevens wel. Uit de kale cijfers zou niets over de werkwijze te herleiden zijn.

De Haagse rechtbank gaat daar niet in mee. Als over een langere periode de aantallen telefoon- en internettaps worden afgezet tegen bekende dreigingen en technologische ontwikkelingen dan zou daar inzicht in de capaciteit, slagkracht en focus van de inlichtingendienst uit kunnen worden afgeleid. Mensen en organisaties die door de AIVD in de gaten worden gehouden zouden daar dan op in kunnen spelen.

De Partij voor de Dieren stelde in maart Kamervragen over de tapgegevens. Plasterk wees toen ook al op het gevaar voor de nationale veiligheid. Ook zei hij dat de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) de cijfers wel mag inzien en daarover aan de Kamer rapporteert.

De rechtbank wijst erop dat in de toekomst mogelijk anders met verzoeken om openbaarmaking wordt omgegaan, meer in lijn met hoe de Belgen en Duitsers dat doen. De CTIVD had Plasterk daar ook al om gevraagd.

Reporter Radio laat het er niet bij zitten en kondigt aan in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak. Het radioprogramma wijst erop dat de rechtbank voorbijgaat aan het feit dat de CTIVD de gegevens niet als staatsgeheim aanmerkt. Ook het argument dat openbaarmaking in Duitsland en België niet heeft geleid tot enig gevaar voor de nationale veiligheid is door de rechters niet meegewogen, motiveren de radiomakers hun stap naar de hogere rechter.