Leven na de dood wetenschappelijk bewezen

Het leven heeft een nadeel waar iedereen mee vroeger of later mee te maken krijgt: je gaat er dood van. Hele volksstammen zijn het daar niet mee eens. Slimmeriken hebben daar gebruik van gemaakt en hebben daarom religie bedacht. Het idee was dat de dood niet het eindpunt zou zijn. Een grootschalig onderzoek van de universiteit van Southampton lijkt aan te tonen dat die mensen misschien niet zo gek zijn als we dachten.

Volgens de onderzoekers blijf je namelijk na je dood nog even leven. Hoewel dat misschien maar enkele minuten zijn. Men onderzocht voor dit doel sterfgevallen in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Oostenrijk. Elk van de 2060 proefpersonen stierf na een hartstilstand en bleef permanent of kortere tijd dood. Van de onderzochte objecten waarvan het hart nog gereboot kon worden, 330 in getal, waren er 140 die aangaven dat, nadat ze klinisch dood waren verklaard, toch nog iets van een bewustzijn hadden. Ruim veertig procent dus.

Dit bewustzijn liep nogal uiteen. Sommige mensen zagen licht, kwamen dode kennissen van vroeger tegen, hadden het gevoel dat ze verdronken, maar anderen hadden het gevoel dat ze –daar komt ie- uit het lichaam waren getreden. Dertien procent had het idee dat ze begonnen te zweven, precies hetzelfde percentage als mensen die het idee hadden dat ze hun lichaam hadden gelaten voor wat het was. Een aantal kregen een film te zien over hun eigen leven, samengevat en versneld.

Een aantal van deze ervaringen duurden meerdere minuten, iets wat vrij opmerkelijk is wanneer je in ogenschouw neemt dat je hersens er gegarandeerd mee kappen wanneer ze 20 seconden geen bloedtoevoer van het hart krijgen.

Er is zelfs sprake van een geval van een kerel die beweerde boven zijn lichaam te zweven, terwijl een er een medisch team bezig was zijn aardse en materiële leven opnieuw op te starten. Naderhand kon deze man details beschrijven waar hij niet 'levend' bij was. Denk hierbij aan het geluid van de hartbewakingsapparatuur en specifieke handelingen van het medisch personeel. De man was drie minuten klinisch dood.

Een van de onderzoekers verklaart: "er is altijd aangenomen dat deze ervaringen hallucinaties of illusies waren, maar dat kunnen we na dit onderzoek niet langer volhouden." Dokter Parnia (wat zo heet de onderzoeker in kwestie namelijk) vervolgt: "het is heel goed mogelijk dat een groter aantal mensen dan de 140 die het zich herinneren kon, ook een bijna-doodervaring gehad hebben. Het zou kunnen zijn dat door een hersenbeschadiging of de medicatie deze herinneringen niet meer beschikbaar zijn."

De heren en dames wetenschappers zijn van mening dat deze resultaten bemoedigend zijn en meer onderzoek gewenst is.