Vrijwilligers brengen zeehond niet naar Pieterburen

Sommige vrijwilligers die zijn getraind voor eerste hulp aan zeehonden houden verzwakte zeehonden liever thuis dan dat ze die naar de omstreden zeehondencrèche in Pieterburen brengen. Na signalen hierover heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) dinsdag bij verschillende vrijwilligers onderzoek gedaan. Bij een van hen werden inderdaad twee zeehonden gevonden, meldt de NVWA dinsdag.

Tegen de vrijwilliger is proces-verbaal opgemaakt en de zeehonden zijn alsnog overgebracht naar de zeehondencrèche. Het onderzoek was ingesteld na meldingen van mensen die op Terschelling en Ameland zeehonden hadden overgedragen aan vrijwilligers. Ook viel het volgens de NVWA op dat er de afgelopen maanden aanzienlijk minder zeehonden naar opvangcentra waren overgebracht.

Het is niet de eerste keer dat een vrijwilliger wordt betrapt. In juni werden nog twee zeehonden gevonden in de schuur van een vrijwilliger. Vorige maand is proces-verbaal opgemaakt tegen een man die twee zeehonden had opgehaald bij een boot bij Terschelling, maar ze vervolgens niet inleverde bij een opvangcentrum.

De vrijwilligers staan bekend als EHBZ'ers, wat staat voor Eerste Hulp bij Zeehondenopvang. Mensen die een verzwakte zeehond vinden, kunnen via een noodnummer een EHBZ'er bellen. De bedoeling is dat de EHBZ'er de zeehond eerste zorg verleent en hem vervolgens naar een van de opvanglocaties brengt. Dat kan Pieterburen zijn, een dependance in Oostvoorne, een opvanglocatie in Stellendam of Ecomare op Texel.

De NVWA benadrukt dat zeehonden wilde dieren zijn en alleen in professionele opvangcentra mogen worden opgevangen. Maar de opvanglocatie van Pieterburen is sinds het vertrek van oprichtster Lenie 't Hart in opspraak geraakt. 't Hart en andere medewerkers uitten hun grote zorgen over het nieuwe beleid van Niek Kuizinga, die sinds 2012 de touwtjes in handen heeft. Hij zou zieke zeehonden veel sneller in zee zetten en zo talloze zeehonden de dood in hebben gejaagd. Een ander deel van het personeel schaarde zich echter achter Kuizinga en stelde dat het beleid van 't Hart schadelijk was.

Dat vrijwilligers nu zo ver gaan dat ze de dieren liever thuis houden, wijst er in ieder geval op dat de gemoederen nog niet zijn bedaard.