NAVO-chef Rasmussen zwaait na vijf jaar af

Vijf jaar geleden kwam Anders Fogh Rasmussen aan het roer bij de NAVO. Het bondgenootschap worstelde met een groeiende opstand in Afghanistan en sommigen voorspelden dat het niet lang meer zou duren voordat het dezelfde weg zou gaan als het Warschaupact, de vijand uit de Koude Oorlog. Nu zijn termijn als twaalfde secretaris-generaal van de NAVO ten einde loopt, maken de Verenigde Staten, Canada en hun Europese bondgenoten zich op voor een nieuwe krachtmeting met Rusland en wordt de westerse veiligheid van meer kanten bedreigd dan ooit.

"Wij moeten voorbereid zijn om ze allemaal het hoofd te bieden, of het nu een conventionele bedreiging is van ons grondgebied, of wat ik hybride-oorlogvoering zou noemen zoals in Oekraïne - een verfijnde Russische mix van conventionele militaire operaties en informatie- en desinformatiecampagnes - of terrorisme zoals in Irak, cyberaanvallen of raketaanvallen", aldus Rasmussen in een afscheidsinterview met AP. "Dit alles maakt deel uit van de tegenwoordige veiligheidsomgeving en de NAVO moet klaar staan om onze samenlevingen en onze bevolkingen tegen deze bedreigingen te beschermen."

De 61-jarige Deen zwaait 30 september als hoogste civiele functionaris van de NAVO af. De Noorse oud-premier Jens Stoltenberg volgt hem op.

Onder Rasmussen zette de NAVO de langste en uitgebreidste militaire operatie uit haar 65-jarig bestaan voort in Afghanistan, een campagne die eind december wordt afgesloten.

Ook bood de NAVO luchtsteun aan de opstandelingen die de Libische dictator Moammar Gadhafi ten val brachten. Een belangrijke les uit dat conflict en de chaos die er op volgde, zegt Rasmussen, was dat de internationale gemeenschap zich sneller met de zaken moet bemoeien als een repressief regime omver wordt geworpen, om de kans op een wenselijk en stabiel resultaat te vergroten.

Eerder dit jaar, toen Rusland sluipenderwijs de Krim bezette en annexeerde en vervolgens een 'stiekeme invasie' van Oost-Oekraïne begon, luchtte Rasmussen luidkeels en meermaals zijn woede. Voor en achter de schermen werkte hij hard aan het smeden van transatlantische eenheid en een effectief en geloofwaardig militair antwoord.

De crisis in Oekraïne maakte duidelijk dat de oorspronkelijke taak van de NAVO - bescherming van de eigen lidstaten tegen Russische agressie - nog zeer relevant was. Rasmussen greep de gelegenheid aan om de NAVO weer op de kaart te zetten, zegt Margriet Drent, onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen.

Onder Rasmussen zijn talrijke veranderingen doorgevoerd, zoals het in 2010 aangenomen nieuwe 'strategisch concept' en het initiatief van 'slimme defensie', dat grotere samenwerking tussen de 28 lidstaten om militaire capaciteiten te verwerven moet bevorderen. De tijd moet uitwijzen hoe effectief ze zijn.

Evenzo is het moeilijk de toekomst van Afghanistan te voorspellen, waar de oorlog tegen de Taliban na dertien jaar nog altijd voortduurt en twee rivaliserende kandidaten hebben afgesproken het door hen betwiste presidentschap te delen.

Sommigen vragen zich af of de NAVO voldoende gedaan heeft om de expansionistische ambities van de Russische president Vladimir Poetin te ontmoedigen.

Rasmussen zegt dat hij gedaan heeft wat hij kon en dat hij nergens spijt van heeft.

"Wij hebben ons bondgenootschap hervormd, structuren gestroomlijnd. Het is fair om te zeggen dat wij onder mijn bewind als secretaris-generaal vet hebben weggesneden en spieren hebben gekweekt."