900.000 mensen met 'kleine baan'

Elf procent van de mensen met een baan werkte in het tweede kwartaal minder dan twaalf uur per week. Het gaat om negenhonderdduizend personen, die in de meeste gevallen zo weinig uren maken omdat ze een studie of opleiding volgen. Ruim zestig procent van de mensen met een kleine baan is tussen de 15 en 25 jaar. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek dinsdag.

De groep met een baan van minder dan twaalf uur per week wordt in de statistieken van het CBS niet meegerekend als werkzame beroepsbevolking. Zo'n 7,2 miljoen personen werkten wekelijks meer dan twaalf uur.

Sinds 2004 is het aandeel mensen met een kleine baan nauwelijks veranderd. Wel zijn het steeds vaker jongeren die, vaak als bijbaantje naast de studie of school, kleine baantjes bezetten. Dit jaar was 62 procent tussen de 15 en 25. In 2004 was dat 53 procent.

Driekwart van de mensen met een kleine baan wil niet meer dan twaalf uur werken. Dat komt bij de jongere groepen vooral omdat ze studeren. Boven de 35 jaar worden andere redenen genoemd. Zorg dragen voor het huishouden en ziekte of arbeidsongeschiktheid worden in de groepen boven de 35 aangevoerd. Personen tussen de 55 en 65 geven prepensioen op als reden voor een kleine baan.

Veertig procent van de kleine banen worden in de sectoren horeca, handel en vervoer vervuld, met name door jongeren. Vrouwen werken relatief vaak in de overheid en zorg voor minder dan twaalf uur per week.