Levenslange gevangene dwingt resocialisatie af

Een tot levenslang veroordeelde moordenaar heeft donderdag via de voorzieningenrechter in Den Haag afgedwongen dat de staat hem binnen twee weken resocialisatieactiviteiten moet aanbieden. De rechtbank willigde een andere eis, onmiddellijke vrijlating, niet in.

De man uit Hong Kong, Loi Wah C., werd in 1989 tot levenslang veroordeeld voor moord op een Chinees gezin in Rotterdam. Hij zit inmiddels ruim 27 jaar vast.

C. had een zaak aangespannen omdat staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD) in een afwijzing van zijn gratieverzoek had geschreven geen aanleiding te zien hem activiteiten te laten volgen die zijn gericht op resocialisatie. De staatssecretaris schreef in een toelichting kort gezegd dat de moordenaar toch nooit vrijkomt en dat resocialisatie dus niet nodig is.

Maar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft bepaald dat gevangenen altijd uitzicht moeten hebben op een eventuele vrijlating. Als een gevangene ieder uitzicht op vrijlating wordt ontnomen, worden zijn rechten geschonden. De rechtbank oordeelt nu dat Teeven dat gedaan heeft door de deur dicht te gooien voor resocialisatieactiviteiten.

Het gerechtshof in Den Haag oordeelde eerder al dat Teeven zijn antwoord op het gratieverzoek serieus in had moeten gaan op de resocialisatie. Dat heeft Teeven echter genegeerd. Daarom dwingt de voorzieningenrechter hem nu alsnog hiermee te starten. Bij de beoordeling van een nieuw gratieverzoek kunnen de vorderingen van de man op dat gebied dan worden meegenomen.

Hoewel de moordenaar dus waarschijnlijk nooit vrijkomt, moet hij toch een resocialisatietraject kunnen volgen. In theorie kan hij bij koninklijk besluit gratie krijgen, maar dat is sinds 1970 slechts drie keer gebeurd. In een van die gevallen ging het om een ernstig zieke gevangene die thuis wilde sterven.