Zweden neigt naar links bij verkiezingen

De tijd dat Zweden de hoogste belastingen ter wereld had zijn voorbij. "We staan niet eens meer in de top drie", jubelt de Zweedse premier Fredrik Reinfeldt over zijn beleid van lastenverlichting. Veel Zweden houden hier echter gemengde gevoelens aan over.

De zo gekoesterde welvaartsstaat waar de hoge belastingen zorgden voor een genereus sociaal vangnet lijkt te zijn verdwenen. Zondag gaan de Zweden naar de stembus en de linkse partijen kunnen wel eens forse winst gaan boeken, ten koste van de conversatieve partijen, zoals die van Reinfeldt.

"Ze hebben ons land in de uitverkoop gedaan", zegt de 39-jarige Jens Evaldsson, een kunstenaar uit Stockholm met een volle baard en een gezonde afkeer van de regering. "De rijken worden steeds rijker en alles wordt alleen maar slechter voor de armen."

De hervormingen die onder Reinfeldt tot bloei kwamen zijn al voor zijn tijd ingezet, maar kwamen pas echt tot volle wasdom onder zijn leiding. Sinds Reinfeldt en zijn centrumrechtse regering in 2006 aantraden is de inkomstenbelasting verlaagd, evenals de belasting voor bedrijven. De vermogensbelasting is afgeschaft, de sociale voorzieningen zijn versoberd, de arbowetten versoepeld en staatsbedrijven zijn geprivatiseerd, met als bekendste voorbeeld wodkamaker Absolut.

Ondertussen is de ongelijkheid tussen arm en rijk toegenomen in een hoger tempo dan in de meeste andere ontwikkelde landen.

Hoewel in Zweden het onderwijs nog steeds gratis, de gezondheidszorg royaal gesubsidieerd en de uitkeringen nog altijd behoorlijk zijn, speelt de overheid een steeds kleinere rol in het leven van de Zweden. Er komen steeds meer private partijen die bijvoorbeeld scholen en ziekenhuizen uitbaten.

"Alle keuzes die ik niet had toen ik jong was, of mijn ouders, zijn er nu wel", zei Reinfeldt vorige week. "Je kan nu je kinderopvang kiezen, je school, je zorg en je ouderenzorg." Het probleem voor Reinfeldt is echter dat de meeste Zweden die keuze helemaal niet willen. Het gevoel overheerst dat Reinfeldt de welvaartstaat heeft verkwanseld aan inhalige kapitalisten. De regering van Reinfeldt heeft grote moeite om het discours te veranderen en in de peilingen blijkt dat de Sociaaldemocraten daar van profiteren.

De leider van de sociaaldemocraten, Stefan Lofven, beschuldigt de regering ervan verantwoordelijk te zijn voor de afnemende schoolprestaties in internationale onderzoeken. Ook doet de regering volgens Lofven te weinig aan het aanpakken van de werkloosheid. "Veel mensen vragen zich af wat er in Zweden aan de hand is", zei Lofven woensdag na een debat. "Wat er bij deze verkiezingen op het spel staat is de vraag of we door moeten gaan met het verlagen van de belastingen en de privatisering en denken dat dat de oplossing is voor de problemen van Zweden."

Lofven meent dat het antwoord op die vraag 'nee' moet zijn. Hij is echter niet van plan om populaire hervormingen, zoals lastenverlichting voor de middeninkomens, terug te draaien. Lofven wil alleen hogere belasting gaan heffen bij mensen met een inkomen dat hoger is dan 720 duizend kroon per jaar (zo'n 78 duizend euro).

Zelfs als de sociaaldemocraten van Lofven de verkiezingen winnen dan zal de uitslag tegenvallen: in het verleden kreeg de partij vijftig procent van de stemmen, maar inmiddels moet ze het doen met zo'n dertig procent. Bovendien zijn ze nu afhankelijk van de Groenen en de voormalige communisten van de Linkse Partij. Ook is er een andere speler van belang bijgekomen: de Zweedse Democraten. Ooit een radicale, extreemrechtse splinter, maar inmiddels een geduchte tegenstander. Uit peilingen blijkt dat de partij op zo'n tien procent van de stemmen kan rekenen.

Links en rechts houden zich echter verre van de Zweedse Democraten en als de verkiezingsuitslag geen duidelijke winnaar oplevert dan zijn beide blokken naar verwachting bereid een compromis te sluiten, om maar te voorkomen dat de Zweedse Democraten iets in de melk te brokkelen krijgen.