Kleine bank niet vergeten in bankenunie

Dat het toezicht op de grotere banken in Europa overgaat naar de Europese Centrale Bank, betekent niet dat kleine banken aan een lichter regime worden onderworpen. Zij moeten aan dezelfde eisen voldoen als hun grotere concurrenten. Dat benadrukte De Nederlandsche Bank (DNB) maandag tijdens een toelichting op de invoering van de bankenunie.

De Europese bankenregels bepalen onder meer dat voldoende kapitaal moet worden aangehouden en dat bij afwikkeling eerst de aandeelhouders moeten bloeden. "De invoering van de bankenunie is er juist op geënt om naast het herstellen van vertrouwen in banken ook het toezicht erop meer te stroomlijnen", legde toezichtsdirecteur van DNB Jan Sijbrand uit.

Het verschil tussen de 130 grotere banken en alle overige banken in Europa is alleen dat de eindverantwoordelijkheid voor het toezicht bij de ECB komt te liggen. De kleinere banken blijven onder de nationale toezichthouder vallen.

Vanwege de overgang van de grootste banken naar de ECB zijn hun boeken de afgelopen tien maanden flink doorgelicht in de zogenoemde asset quality review (AQR). Vervolgens is in stresstests gekeken wat er gebeurt als de economische groei flink tegenvalt, de huizenprijzen instorten en de werkloosheid oploopt. In Nederland is dit gedaan voor zeven banken, waaronder Rabobank, ING, ABN AMRO en SNS.

Het is volgens DNB niet waarschijnlijk dat de kleinere banken, zoals Triodos en Van Lanschot, uiteindelijk precies hetzelfde 'eindexamen' moeten doorstaan als de grotere banken nu voor de kiezen krijgen met de AQR en de stresstest. Een daarop lijkende intensieve doorlichting is echter wel mogelijk, aldus Sijbrand.

De uitkomsten van de tests voor de grote banken worden nu door de ECB samengevoegd en in een zeer ruwe versie besproken. Eind oktober volgt de publicatie van het officiële resultaat. Als banken niet aan de kapitaalseisen voldoen krijgen zij zes tot negen maanden om hun zaakjes op orde te krijgen.