Lagere overheden balen van Icesave-actie rijk

Een groep decentrale overheden voelt zich gepasseerd door het ministerie van Financiën. Ze mochten niet meedoen met de verkoop van de schulden van de IJslandse bank Landsbanki en zitten dus nog met vorderingen van opgeteld 166 miljoen euro opgezadeld. De provincie Noord-Holland, die nog 78 miljoen open heeft staan bij de bank achter Icesave, meldde dat woensdag.

De lagere overheden doen nu gezamenlijk onderzoek om te bekijken of het slim is de vorderingen alsnog te verkopen. Het ministerie is wel bereid hen daarbij te helpen. Naast Noord-Holland had een aantal gemeenten geld gestald in IJsland, waaronder Amstelveen, dat vijftien miljoen euro aan deposito's had uitstaan bij Landsbanki. De gedupeerde overheden zijn verenigd in de Noord-Hollandgroep.

Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) kondigde woensdag aan dat al het Icesave-geld dat de staat voorschoot weer terug is. Dat kwam doordat de vordering aan geïnteresseerde marktpartijen en investeerders was verkocht. Lagere overheden en spaarders werden pas na de verkoop ingelicht. "Iedereen had zijn eigen traject, het gaat om aparte vorderingen", aldus een woordvoerder van het ministerie woensdag.

Ook Icesaving, de vereniging van Icesave-spaarders die nog geld uit IJsland krijgen, had graag mee willen doen met het verkooptraject van de staat. "We hebben wel contact gehad met kopers, maar het gezamenlijke bedrag was te laag om interessant te kunnen zijn op de internationale markt", zegt een woordvoerder van de spaarders. Icesaving had daarom graag meegelift met de veel grotere bedragen waarvoor de staat een deal moest sluiten. De spaarders werden echter niet benaderd, aldus de zegsman.

De leden van Icesaving hadden oorspronkelijk 25 miljoen euro tegoed van Landsbanki. Daarvan is ruim de helft nu uitgekeerd. Nog eens twintig procent staat klaar te worden overgemaakt.

De staat schoot in 2008 1,428 miljard euro voor toen Landsbanki-dochter Icesave in 2008 omviel. De overheid voelde zich geroepen de tegoeden van Nederlandse spaarders tot op zekere hoogte te garanderen. Van dat bedrag was tot de verkoop van de vordering 811 miljoen euro geïncasseerd. De verkoop leverde nog eens 623 miljoen euro op.

Dat de staat van de vordering af is, betekent volgens een zegsman van de provincie Noord-Holland dat het voor de lagere overheden des te lastiger is om ervan af te komen. "De markt heeft net 1,4 miljard euro moeten verwerken."

De Noord-Hollandgroep bestaat uit zestien decentrale overheden die zich verenigd hebben in een samenwerkingsverband onder voorzitterschap van de provincie Noord-Holland. Het gaat naast Noord-Holland en Amstelveen om Asten, Alphen aan den Rijn, Dordrecht, Goes, Graafstroom, Naarden, Opmeer, Pijnacker-Nootdorp, Texel, Veere en Zundert. Ook het waterschap Roer en Overmaas, de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden en Samenwerking Belasting en Waarderen zitten in de groep.