SP, D66 willen duidelijkheid over legergifstoffen

Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) moet de Tweede Kamer zo snel mogelijk duidelijk maken of het leger zijn medewerkers heeft blootgesteld aan giftige stoffen. Oppositiepartijen SP en D66 willen de onderste steen boven.

De minister heeft volgens SP-Kamerlid Jasper van Dijk een groot probleem als defensiepersoneel 'willens en wetens' is blootgesteld aan giftige stoffen. "Als defensie bewust mensen liet werken met giftige stoffen is dat schandalig. Sommigen zijn doodziek", zegt Van Dijk. "Rapporten werden in de doofpot gestopt. Ik wacht nu op antwoorden op mijn Kamervragen."

Ook D66-Kamerlid Wassila Hachchi zegt de antwoorden op Kamervragen die zij eerder heeft ingediend af te wachten. Als die niet toereikend zijn vraagt Hachchi mogelijk een debat aan, zo laat ze weten. De partij wil exact weten hoe de vork in de steel zit.

Defensie zou al vijftien jaar weten dat medewerkers zijn blootgesteld aan hoge concentraties van een zeer kankerverwekkende stof, zo meldde de Volkskrant donderdag op basis van meetrapporten uit 1999 en 2002. Personeel van defensie heeft op verschillende legerbasissen materiaal van de Amerikanen onderhouden. De verf en lak waarmee de tanks en gevechtsvliegtuigen waren voorzien bevat het zeer giftige chroom-6.

Hennis zei eerder dit jaar nog dat zij 'geen aanwijzingen' heeft dat medewerkers structureel zijn blootgesteld aan giftige stoffen. De vraag is of zij op de hoogte was van de rapporten waar de Volkskrant over schreef. Als dat het geval is, zou dat als het verkeerd voorlichten van de Kamer kunnen worden gezien. Zo niet, dan is de vraag waarom deze rapporten haar zijn onthouden.

Het ministerie van Defensie ontwijkt de vraag of de minister van deze rapporten wist en stuurt vrijwel exact dezelfde reactie als in juni werd gegeven. Daarin staat dat er 'geen concrete aanwijzingen zijn' dat personeel structureel werd blootgesteld aan gevaarlijke stoffen in concentraties boven de wettelijke waarden.

Over de rapporten die de Volkskrant noemt, die juist de vraag oproepen of er wellicht toch concrete aanwijzingen waren, rept het ministerie met geen woord.