Gegevensuitwisseling met NSA kan door de beugel

De uitwisseling van gegevens met de Amerikaanse geheime dienst NSA kan door de beugel. Dat heeft de rechtbank in Den Haag woensdag geoordeeld in een zaak die door een groep burgers en organisaties was aangespannen tegen minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA).

Volgens de rechter bestaat de mogelijkheid dat geheime dienst AIVD informatie ontvangt die naar Nederlandse maatstaven illegaal is verzameld. "De enkele mogelijkheid dat dit het geval is, betekent niet dat Nederland met de ontvangst en het eventuele gebruik van die gegevens internationale verdragen en nationale regelgeving overtreedt", oordeelt de rechter echter.

De rechter heeft vastgesteld dat Nederland zowel 'metadata' heeft ontvangen over gevoerde communicatie als gegevens over de inhoud van de communicatie. Aangezien Nederland niet weet hoe die zijn vergaard, 'kan niet worden uitgesloten' dat dit is gebeurd in strijd met bijvoorbeeld de verplichting uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) om het privéleven van het individu te respecteren. Nederlandse diensten mogen niet zelf ongericht telecommunicatie onderscheppen via de kabelinfrastructuur. De Amerikanen mogen dit wel.

De werkwijze van de staat is 'in algemene zin' echter niet in strijd met het EVRM of met nationale regelgeving. De Nederlandse geheime diensten mogen namelijk samenwerken met de Verenigde Staten en gegevens uitwisselen. En de VS is weer gebonden aan eigen regels, die op hun beurt in algemene zin niet strijdig zijn met het EVRM.

En gezien het karakter van de uitwisseling - het gaat om 'bulkdata' die nog niet zijn beoordeeld - gelden minder strenge eisen dan de eisende partijen willen, vindt de rechter. Daarnaast bestaat nog een onderscheid tussen het ontvangen van de gegevens en het vervolgens gebruiken van die data in individuele gevallen. "Aan de algemene eisen die het EVRM stelt, is voldaan."

De eisers vinden dat de staat moet stoppen met het gebruiken van geheime informatie die Britse en Amerikaanse diensten in strijd met het Nederlands recht hebben verzameld. Hiermee zou illegaal verkregen informatie worden 'witgewassen'.

Volgens de rechter gaat het in deze zaak om de verhouding tussen zwaarwegende belangen: die van het individu en die van het algemeen belang. Het 'zwaarwegende' belang van de nationale veiligheid geeft hierbij de doorslag. Van de staat kan niet worden gevraagd dat de 'dringend noodzakelijke samenwerking' met buitenlandse diensten op het spel worden gezet 'louter op grond van onbekendheid met hun werkwijze' en de kans dat Nederland informatie ontvangt op een manier die in ons land niet is toegestaan, aldus de rechter.