FOK!toen: Ramones

Gisteren overleed Tommy Ramone, het laatste nog levende bandlid uit de eerste bezetting van de legendarische Amerikaanse punkband Ramones. Zoals we de invloed van Black Sabbath terug kunnen horen bij zo ongeveer elke stonerband was ook de Ramones een ontzettend grote inspiratiebron voor vele latere punkbands. In deze FOK!toen blikken we terug op het bestaan van deze punkpioniers. Hey Ho, Let's Go.

Ramones

De vroege jaren
Voor het ontstaan van de band moeten we terug naar 1964. Het was namelijk in dat jaar dat Thomas Erdelyi de band The Tiger 5 opricht. De dan 14-jarige muzikant is net als velen een groot Beatlesfan en het repertoire van de band bestaat dan ook grotendeels uit nummers van die band. In 1966 ontmoet Thomas de bassist John Cummings. Cummings was een fanatieke Rolling Stones-fan en rekende ook bands als The Who, The Yardbirds en The Stooges tot zijn favoriete bands. Datzelfde jaar zijn de twee jongens terug te vinden in het bandje The Tangerine Puppets.

The Tangerine Puppets nemen in hetzelfde jaar een demo op met de liedjes 'Drop in the Bucket' en 'He's Got the Whole World in his Hands' en werden al snel een beruchte naam in de scene. Ook niet zo vreemd als je nagaat dat Cummings tijdens het eerste grote optreden van de band de zanger een flink pak slaag gaf, nadat deze zijn basversterker kapot had getrapt. De groep zou tot 1967 blijven bestaan en had vooral succes met hun versie van het liedje 'Satisfaction' van The Rolling Stones.

Uit de Sarasota Herald-Tribune van 29 augustus 1976
Uit de Sarasota Herald-Tribune van 29 augustus 1976

De geboorte van de punkmuziek
De jongens raken bevriend met Douglas Colvin, zoon van een in Berlijn gestationeerde Amerikaanse soldaat. Begin 1974 richten ze een nieuwe band op met Colvin op zang en gitaar, Cummings op gitaar en Jeffrey Hyman, de voormalige zanger van de band Sniper, op drums. Colvin zou al snel de basgitaar gaan bespelen en was ook het eerste bandlid die de naam Ramone zou gaan gebruiken. De muzikant liet zich hiervoor inspireren door Paul McCartney die in de tijd van The Silver Beatles de artiestennaam Paul Ramon gebruikte. Daarnaast vormden de initialen van zijn artiestennaam Dee Dee Ramone de afkorting DDR, het toenmalige Oost-Duitsland. Colvin weet ook de andere bandleden over te halen om de naam te gebruiken en niet lang daarna heet de groep The Ramones. Hyman was vanaf dat moment Joey Ramone en Cummings luisterde voortaan naar de naam Johnny Ramone.

Erdelyi zou in eerste instantie als manager voor de band aan het werk maar nadat Joey de zanger van de band was geworden zat de groep zonder drummer. Erdelyi was al regelmatig ingevallen als drummer tijdens audities en men was het er wel over eens dat hij de meest geschikte drummer voor de groep zou zijn. Erdelyi was het daar wel mee eens en gaf zichzelf de naam Tommy Ramone.

In maart 1974 doet de groep haar allereerste optreden in de Performance Studios in Manhattan, New York. Vier mannen in zwarte leren jassen en versleten spijkerbroeken lieten een korte maar explosieve set horen met harde nummers die veelal niet langer dan twee minuten duurden. Daarbij werden tussen alle nummers afgeteld en was er bijna geen ruimte voor stilte tussen de liedjes. In een tijd dat er nog veel hippiebands in Amerika rondliepen was de band Ramones een ongekende verschijning in de muziekwereld.

Het was in dezelfde tijd dat er ook een nieuwe scene ontstond rondom een tweetal clubs in Manhattan: Max's Kansas City en CBGB's. Ramones werd al snel de huisband van CBGB's en werd zo één van de grondleggers van een muziekgenre dat al snel de naam punk zou gaan krijgen. Eind 1975 krijgt de groep een platencontract bij het label Sire Records.

The Ramones
Begin 1976 neemt de groep met een budget van 6400 dollar hun eerste elpee Ramones op. In nog geen half uur ragt de groep door 14 liedjes heen, waarvan het langste nummer 'I Don't Wanna Go Down to the Basement' 2 minuten en 38 seconden duurt. Ondanks alle lovende kritieken in de pers was het eerste album van de groep Ramones geen groot succes. De singles 'Blitzkrieg Bop' en 'I Wanna Be Your Boyfriend' werden geen hits en bij het eerste grote optreden buiten New York, in Youngstown, Ohio, was maar 10 man publiek aanwezig.

Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 6 mei 1977
Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 6 mei 1977

Journalist van Nieuwsblad van het Noorden zet zichzelf voor lul
Journalist van Nieuwsblad van het Noorden zet zichzelf voor lul

De doorbraak van de groep zou volgen in juli 1976 als de Ramones een korte tour in Groot Brittannië doen, als voorprogramma van the Flamin' Groovies. Een maand later stonden The Flamin' Groovies en Ramones in een bomvolle Roxy in Los Angeles. In 1977 brengt de groep de album Leave Home en Rocket to Russia uit. Ook Leave Home had weinig succes in de hitlijsten maar bevatte wel het nummer 'Pinhead', waaruit de tekst 'Gabba Gabba Hey' een lijfspreuk van de groep zou worden.

Zowel Leave Home als Rocket to Russia werden geproduceerd door Tommy Ramone en Tony Bongiovi, een achterneef van Jon Bon Jovi. Met Rocket to Russia had de groep al meer succes. De plaat zou de 49e plaats halen in de Billboard 200. Met de single 'Sheena Is a Punk Rocker' scoorde de groep een bescheiden hitje en ook de daaropvolgende single 'Rockaway Beach' zou met een 66e plaats de bestscorende single van de groep worden. 1977 wordt vervolgens afgesloten met een optreden in het Rainbow Theatre in Londen. Van het concert wordt een opname gemaakt die in april 1979 zou worden uitgebracht als het brute live-album It's Alive.

It's Alive

'Speel of ik schiet'
Begin 1978 verlaat Tommy de band. Hij gaat wel verder als producer van de band maar zijn plaats wordt overgenomen door Marc Bell, de voormalige drummer van onder meer Dust, Wayne County and the Backstreet Boys en Richard Hell & the Voidoids. Bell heet vanaf dat moment Marky Ramone en is voor het eerst te horen op het vierde studio-album Road To Ruin.

Road to Ruin

Op Road To Ruin kregen we een nieuwe kant van de groep te horen. Zo was er plaats voor ballades en waren er zelfs een tweetal liedjes die langer dan 3 minuten duurden. Commercieel gezien scoorden de Ramones niet met het album, maar het liedje 'I Wanna Be Sedated' zou uitgroeien tot één van de meest geliefde nummers van de band. In 1979 speelt de groep een klein rolletje in de film Rock 'n' Roll High School van Roger Corman. Het liedje zou in maart 1980 in Nederland op single uit worden gebracht en zou 11 weken in de Top 40 blijven staan. De single zou de 5e plaats halen.

In mei 1979 gaan de mannen naar de Gold Star Studios in Hollywood om daar aan de slag te gaan met de opnames van hun volgende plaat. End of the Century zou worden geproduceerd door Phil Spector. Het zou een ervaring worden die de mannen niet snel zouden vergeten. Spector hield er nogal onconventionele methodes op na om de in zijn ogen perfecte opname te maken. Zo kan de producer urenlang met een koptelefoon op zitten te luisteren naar Marky Ramone terwijl deze één noot aansloeg op zijn drumstel.

Op een gegeven moment trok de enigszins gestoorde producer zijn pistool en liet de band een hele nacht het liedje 'Baby, I Love You' zingen. Vreemd genoeg werd de door Spector geprocuceerde plaat wel de meest succesvolle elpee van de Ramones. Ook was het de eerste plaat van de groep die ook wist te scoren in de Nederlandse albumcharts.

End of the Century

Powerpop
In juli 1981 verschijnt het album Pleasant Dreams. Op het door Graham Gouldman (10CC) geproduceerde album horen we weinig meer terug van het oorspronkelijke geluid van de band. De opnames van de plaat gingen ook niet zonder slag of stoot. Dee Dee had zijn cocaineverslaving en zowel Marky als Joey kampten met een alcoholverslaving. Dit alles zorgde vervolgens weer voor de nodige frustraties bij Johnny. Pleasant Dreams was de eerste plaat waarop geen liedjes te vinden waren die gezamelijk waren geschreven. Ondanks de aanwezigheid van Deborah Harry (Blondie), Kate Pierson en Cindy Wilson (B-52's) in het achtergrondkoortje wist de groep met de plaat wederom niet te scoren in hun thuisland.

In 1983 volgt het album Subterranean Jungle, waarop de Ramones weer terugkeren naar de muziek waarmee ze destijds zo bekend werden. Naast een negental eigen composities, waaronder de klassieker 'Psycho Therapy', treffen we op deze plaat ook fraaie uitvoeringen aan van 'Little Bit O' Soul' van The Little Darlings en The Chambers Brothers' 'Time Has Come Today'. Subterranean Jungle was de laatste elpee van de band Ramones die de top 100 in de Billboard 200 zou halen.

Too Tough To Die

Too Tough To Die
Na het verschijnen van de plaat Subterranean Jungle was Marky vanwege zijn alcoholisme uit de band gezet. Nadat hij met zijn dronken kop een optreden van de groep was vergeten was de maat vol. De drumstokjes werden overgenomen door Richard Reinhardt, die vanaf dat moment door het leven zou gaan als Richie Ramone. Richie was een grote aanwinst voor de band. Zo was hij de eerste drummer die ook kon zingen en schreef hij fijne nummers zoals het bij Ramones-fans zo gewaardeerde 'Somebody Put Something in my Drink', een nummer dat nog lang op de setlists van de groep te vinden zou zijn.

In 1984 is Richie voor het eerst te horen op het album Too Tough to Die. De plaat was op dezelfde manier opgenomen als hun eerste elpee destijds op de gevoelige band was vastgelegd. Hierdoor klonken nummers alsof ze terplaatse waren bedacht. Op de hoes van de plaat zien we een foto van de band, gemaakt bij de dierentuin van New York. Johnny liet zich voor de foto inspireren door de legendarische cultfilm A Clockwork Orange. De foto die uiteindelijk voor de hoes werd gebruikt ontstond door een foutje van de fotograaf. De fliser van de camera van George DuBose weigerde dienst en zo ontstond de fraaie silhouettefoto.

1985 zou vooral het jaar worden van de single 'Bonzo Goes to Bitburg'. Het liedje was een protest van de groep tegen de Amerikaanse president Ronald Reagan, die in Duitsland een bezoek bracht aan een kerkhof waar ook leden van de SS lagen begraven. Het liedje zou als 'My Brain Is Hanging Upside Down (Bonzo Goes to Bitburg)' terug te vinden zijn op het album Animal Boy, dat in 1986 zou verschijnen. Op de door Jean Beauvoir (ex-The Plasmatics) geproduceerde elpee hoorden we dat Ramones zich ook prima wisten te redden met ouderwetse fuzzpunk.

Het daaropvolgende jaar verscheen het laatste album met Richie Ramone. Richie was nogal pissig dat hij na 4 jaar nog steeds niet mee mocht delen in de verkoop van t-shirts van de band en werd vervangen door Clem Burke, de voormalige drummer van Blondie. Elvis Ramone, zoals Burke zichzelf noemde, werd na 2 rampzalige optredens alweer uit de band gegooid en een inmiddels broodnuchtere Marky Ramone keerde terug op het oude nest. Terwijl de groep begon aan de opnames van hun elfde studioplaat Brain Drain besloot Dee Dee om de groep te verlaten. Zijn plaats werd overgenomen door bassist Christopher Joseph Ward oftewel CJ Ramone. Dee Dee deed een poging om rapmuziek te maken onder de naam Dee Dee King maar keerde gelukkig snel weer terug naar de voor hem zo vertrouwde punkmuziek.

Acid Eaters

De laatste jaren
Na 15 jaar namen de Ramones afscheid van het Sire-label en gingen verder met het label Radioactive Records. In 1992 verscheen op dat label de elpee Mondo Bizarro. Mondo Bizarro was ook het eerste album met C.J. Ramone op basgitaar. Alhoewel Dee Dee de band had verlaten schreef hij nog wel liedjes voor de groep. De heerlijke plaat, met gastbijdrages van onder meer Flo & Eddie (The Turtles) en Vernon Reid (Living Colour) was vooral in Brazilië een groot succes.

In het daaropvolgende jaar zijn de bandleden van de band Ramones te zien in de serie The Simpsons en brengt de groep ook de elpee Acid Eaters uit, waarop de favoriete liedjes van de groep worden gespeeld. Zo horen we nummers voorbijkomen van Amboy Dukes, The Who, The Rolling Stones, The Troggs, The Animals en The Byrds. Naast Pete Townshend horen we ook Traci Lords op de plaat meezingen.

Adios Amigos

In 1995 verschijnt het veertiende en eveneens laatste studioplaat van Ramones. ¡Adios Amigos! De groep kondigde haar afscheidstournee aan en was onder meer bij het zesde Lollapalooza festival te zien. Op 6 augustus 1996 is de groep voor de allerlaatste keer te zien in the Palace in Hollywood. Van het optreden, met gastbijdrages van Motörhead's Lemmy, Pearl Jam's Eddie Vedder, Soundgarden's Chris Cornell en Rancid's Tim Armstrong en Lars Frederiksen, zal later ook op VHS en dvd worden uitgebracht.

Op 20 juli 1999 waren Dee Dee, Johnny, Joey, Tommy, Marky en C.J. voor het laatst samen bij elkaar tijdens een handtekeningensessie in een zaak van de Virgin Megastore in New York City. Op 15 april 2001 overlijdt Joey aan de gevolgen van lymfklierkanker. In 2002 krijgt de band Ramones zeer terecht een plaats in de Rock and Roll Hall of Fame. Het zou ook het laatste publieke optreden van Dee Dee zijn die op 5 juni 2002 zou overlijden aan een overdosis heroine. Vlak nadat in 2004 de film End of the Century: The Story of the Ramones was verschenen verloor ook Johnny Ramone zijn strijd met prostaatkanker. Op dezelfde dag opende in Berlijn het officiële Ramones museum.