Veroordelingen voor wietverkoop aan buitenlanders

Zes Maastrichtse coffeeshophouders en zeven coffeeshopmedewerkers zijn veroordeeld voor de verkoop van softdrugs aan buitenlanders. Het verbod op de verkoop van softdrugs aan buitenlanders is niet in strijd met discriminatieverboden. Dat bepaalde de rechtbank in Maastricht dinsdag in een rechtszaak die was uitgelokt door de coffeeshophouders.

De coffeeshophouders kregen een voorwaardelijke taakstraf van 75 uur en een boete van 2500 euro. De medewerkers kregen een voorwaardelijke boete van 450 euro opgelegd.

Om het drugstoerisme tegen te gaan verbood burgemeester van Maastricht Onno Hoes de coffeeshops in zijn gemeente om nog drugs aan buitenlanders te verkopen. Volgens de coffeeshops staat dit gelijk aan discriminatie, daarom gingen zij afgelopen jaar gewoon door met de verkoop aan buitenlanders.

De rechter oordeelt dat het verbod op de verkoop aan buitenlanders, het zogenoemde ingezetenencriterium, weliswaar in strijd is met verschillende discriminatieverboden, maar dat die inbreuk gerechtvaardigd is omdat er drugstoerisme mee wordt tegengegaan. In een soortgelijke zaak kwam het gerechtshof in Den Bosch eerder tot eenzelfde conclusie.

Toch voerde de verdediging aan dat er wel degelijk sprake is van discriminatie. Het beoogde landelijk verbod op de verkoop aan buitenlanders, dat zou gaan gelden met de verdere uitrol van de wietpas, geldt inmiddels namelijk niet meer. De rechter vond echter dat Maastricht, ingesloten 'tussen twee buitenlanden', de stad extra gevoelig maakt voor drugstoerisme. "Het ingezetenencriterium een doeltreffend middel is om de verkoop vanuit de coffeeshop terug te dringen en het drugstoerisme te beperken," aldus de rechter.

Het was de tweede keer dat de rechtbank in Maastricht de zaak van de coffeeshophouders en - medewerkers behandelde. Het Openbaar Ministerie werd eerder door de politierechter niet-ontvankelijk verklaard. De zaak moest daarom opnieuw worden behandeld.