Grote vrees voor imploderen Midden-Oosten

De snelle opmars van terreurorganisatie ISIS in Irak en Syrië heeft het gehele Midden-Oosten opgeschrikt. Landen in de regio vrezen dat zij het volgende doelwit van de strijders van ISIS zijn. Jordanië heeft militaire versterkingen naar de grens met Irak gestuurd, terwijl in Libanon zwaarbewapende agenten een slapende terreurcel hebben opgerold, die banden met ISIS zou hebben.

De regio hield de opmars van ISIS, de Islamitische Staat van Irak en de Levant, het afgelopen jaar in het noorden en oosten van Syrië al nauwlettend in de gaten, maar het gewaagde offensief in het noorden van Irak van de afgelopen weken heeft veel regeringen wakker geschud. De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken John Kerry heeft al gewaarschuwd dat ISIS niet alleen een bedreiging voor Irak is, maar 'voor de gehele regio'.

Vooral Jordanië en Libanon maken zich zorgen. De twee landen hebben al lange tijd te kampen met de gevolgen van de burgeroorlog in Syrië en daar komt de dreiging van ISIS nu nog eens bij. Zondag veroverden ISIS-strijders een deel van Irak dat grenst aan Jordanië. Hoewel de terreurbeweging nooit heeft gezegd Jordanië te willen veroveren, heeft de organisatie tot doel een islamitische staat te stichten die Irak omvat en Groot-Syrië, ook wel de Levant genoemd, dat bestaat uit delen van Syrië, Jordanië, Libanon, Israël en de Palestijnse gebieden.

Vorige week verscheen er een video op internet waaruit bleek hoe ver de strijders bereid zijn te gaan. "Kijk naar de strijders, we hebben niets met grenzen", zegt een van hen. "We hebben gevochten in Syrië en we gaan over een paar dagen naar Irak. We vechten daar en we komen weer terug en we gaan zonder problemen naar Jordanië en Libanon, naar welke plek onze sjeik ons ook stuurt."

ISIS heeft voorlopig nog de handenvol aan de strijd in Irak en Syrië. De ongeveer tienduizend strijders van ISIS lijken vooralsnog niet van plan te zijn op te trekken naar Jordanië en Libanon, maar de regeringen van beide landen vrezen voor het ergste. Vorige week zei de Jordaanse minister van binnenlandse zaken Hussein al-Majali dat het koninkrijk is 'omsingeld door extremisme'. Het leger is ingezet langs de 110 kilometer lange grens met Irak.

Analisten denken echter dat het niet snel tot een aanval op Jordanië zal komen. "Wat het zorgwekkendste is, is dat radicale groepen mogelijk al terreurcellen in Jordanië hebben", aldus Ramzy Mardini vanuit Amman. "Opstandelingen in Syrië hebben aanslagen gepleegd in diverse hoofdsteden van landen in de regio. Er zijn grote zorgen dat Amman daar niet immuun voor is."

Jordanië is eerder het doelwit van extremisten geweest. De voorloper van ISIS, Al-Qaida in Irak, werd opgericht door de Jordaniër Abu Musab al-Zarqawi. Onder zijn leiding voerde de beweging in 2005 een driedubbele bomaanslag uit op hotels in Amman. Daarbij vonden meer dan vijftig mensen de dood.

Volgens Mardini herbergt Jordanië een groeiend aantal jihadisten en ultraconservatieve salafisten. Het is bekend dat er honderden Jordaniërs naar Syrië zijn gereisd om mee te doen aan de strijd tegen de Syrische president Bashar Assad. Sommigen hebben zich aangesloten bij ISIS. De leider van de Jordaanse salafisten zegt echter dat het wel meevalt met de aanwezigheid van ISIS in Jordanië. "Er zijn veel mensen in Jordanië die ISIS een warm hart toedragen, maar ze hebben geen leden in Jordanië of een georganiseerde groep mensen", aldus Mohammed Shalabi.

Toch zijn er aanwijzigen dat ISIS voet aan de grond heeft gekregen. In Maan wordt op vrijdagen gedemonstreerd. De betogers dragen spandoeken mee met teksten als 'het Fallajuh van Jordanië', een verwijzing naar de Iraakse stad waar veel opstandelingen zitten. De afgelopen maanden hebben inwoners van de stad, waar veel mensen werkloos zijn, geroepen om het aftreden van de Jordaanse koning Abdullah II.

Het is tot op zekere hoogte juist dat sentiment waar ISIS in Irak van profiteert, hoewel in Irak sektarische problemen ook een rol spelen. De voormalige Jordaanse minister van buitenlandse zaken Marwan Muasher denkt dat het uiteindelijk mee zal vallen. "We hebben een sterk leger en goede inlichtingendiensten, dus je kunt de dreiging die ISIS vormt in een land als Syrië of Irak niet vergelijken met de dreiging in Jordanië."

In Libanon ligt de situatie weer anders. Net als in Irak is een groot deel van de soennitische inwoners van Libanon boos over de behandeling die hun geloofsgenoten in Syrië ten deel valt. De sjiitische Libanese beweging Hezbollah steunt Assad, terwijl de opstandelingen overwegend soennitisch zijn. De sektarische onrust in het land neemt dan ook toe.

In de Libanese hoofdstad Beiroet had het afgelopen jaar een aantal bomaanslagen op sjiitische wijken plaats. ISIS heeft de verantwoordelijkheid voor deze aanslagen niet opgeëist. Maar de aanslagen laten wel zien dat Libanon een vruchtbare voedingsbodem is voor soennitisch extremisme. Vrijdag arresteerden zwaarbewapende agenten nog zeventien vermoedelijke leden van ISIS.

Syrië, waar ISIS al een groot gebied in handen heeft, vreest dat als gevolg van de opmars van ISIS in Irak het hele Midden-Oosten ten onder dreigt te gaan. Volgens de Syrische minister van informatie Omran al-Zoubi staat het Midden-Oosten op het punt te imploderen. Dat zal volgens hem grote gevolgen hebben voor Europa en ver daarbuiten.

ISIS heeft in Irak een aantal strategische gebieden in handen en is bezig zijn territorium uit te breiden. "Wat in Irak gebeurt is gevaarlijk en is een bedreiging voor de veiligheid in de hele regio", aldus Al-Zoubi. "Het is een bedreiging voor de veiligheid in de Golfregio, Iran, Turkije en het gehele Midden-Oosten. Het heeft ook directe gevolgen voor de veiligheid van Europa en de internationale veiligheid."

Volgens de minister heeft de internationale gemeenschap een beleid gevoerd dat de verspreiding van 'terrorisme in het Midden-Oosten heeft aangemoedigd'. Hij meent dat regeringsleiders moeten samenwerken om de dreigende implosie in het Midden-Oosten af te wenden. "Het aanpakken van gewapende groepen in Syrië en Irak is een nationale taak. Het Iraakse leger pakt ze in Irak aan en het Syrische leger in Syrië." De Syrische regering houdt al sinds het uitbreken van de burgeroorlog in het land vol dat de opstandelingen terroristen zijn die door het buitenland worden gesteund.

Al-Zoubi zwoer in een interview met AP dat ISIS-strijders hard worden aangepakt. Hij moest echter ook erkennen dat ISIS-strijders wapens en voertuigen naar Syrië sturen. Hij wilde daar echter verder niet over uitweiden. "Niemand kan de grenzen van de Syrische staat veranderen. Het is de taak en het recht van de Syrische regering om elke poging tot inbreuk op de nationale soevereiniteit of het vestigen van een zogenaamd emiraat de kop in te drukken."

De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken John Kerry bracht maandag een bliksembezoek aan Irak, waar hij opriep tot hervormingen, die de tegenstanders van de regering in Irak een grotere politieke stem moeten geven. Gebeurt dat niet dan kan er volgens Kerry geen sprake zijn van een langdurige vrede.

Kerry voerde overleg met de Iraakse premier Nouri al-Maliki en vermoedelijk was het geen vriendelijk gesprek. Washington heeft eerder al eens laten doorschemeren dat het beter is als Al-Maliki aftreedt. Of Al-Maliki daartoe bereid is valt echter nog te bezien. Vooralsnog lijkt het er echter niet op; tot dusverre zijn adviezen van de Verenigde Staten straal genegeerd.

Na anderhalf uur vertrok Kerry weer. Hij zei dat de VS zich grote zorgen maken over de veiligheid in Irak en de politieke chaos. "Maar we maken ons het meeste zorgen over het Iraakse volk, over de integriteit van het land, van zijn grenzen, van zijn soevereiniteit."

Iraakse regeringsfunctionarissen hebben er bij de VS op aangedrongen om aanvallen uit te voeren op de schuilplaatsen, trainingskampen en konvooien van ISIS in Irak en Syrië. Kerry zei echter dat uiterste zorgvuldigheid moet worden betracht voor er wordt aangevallen om te voorkomen dat burgers worden getroffen.

De Amerikaanse president Barack Obama zei maandag in een reeks tv-interviews dat van ingrijpen geen sprake kan zijn als de Iraakse regering niet eerst haar sektarische inslag laat varen. "Als ze daar niet toe in staat is, dan kan geen enkele militaire actie van de VS het land nog bij elkaar houden", aldus Obama. Kerry deed zondag een vergelijkbare oproep aan leiders in Irak.