NAM plaatst bevingssensoren in Groningen

Bij ruim 200 Groningers worden vanaf de zomer thuis aardbevingen gemeten. De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) gaat in juli bij de huishoudens een bevingssensor plaatsen, zodat ze boven de grond kunnen meten hoe zwaar bevingen zijn en hoeveel schade ze aanrichten.

"Boven de grond registreren is nieuw", aldus een woordvoerder van de NAM dinsdag. "Nu kunnen we de kracht van de beving aan de oppervlakte meten. Daar is tot nu toe weinig over bekend." De resultaten worden door kennisinstituut TNO gecombineerd met metingen onder de grond.

Groningen wordt al jaren getroffen door aardbevingen die het gevolg zijn van gaswinning in het gebied. De zwaarste beving trof de gemeente Loppersum met een kracht van 3,6 op de schaal van Richter in 2012.

De eerste bevingssensoren zijn dinsdag al geplaatst bij onder meer gemeentehuizen en bibliotheken. Kennisinstituut TNO voert het onderzoek uit voor de aardoliemaatschappij en plaatst de sensoren.

De NAM vroeg mensen in de provincie Groningen via advertenties zich aan te melden voor de sensor. Meer dan 500 Groningers reageerden, maar slechts minder dan de helft krijgt een sensor. "Uit berekeningen van TNO is gebleken dat 200 huishoudens genoeg zijn om gegevens te verzamelen. Ze staan goed verspreid en het zijn verschillende typen huizen", aldus de NAM-woordvoerder.

Het plan is om de komende jaren te blijven meten. "In elk geval zolang we gas winnen", vertelde de NAM. De maatschappij sluit daarom niet uit dat meer huizen straks een sensor krijgen.