Rechter zet streep door pelsdierverbod

De rechtbank in Den Haag heeft voorlopig een streep gezet door de wet die de fok van pelsdieren verbiedt. De wet zou vanaf 2024 gelden voor alle fokbedrijven, maar de nertshouders worden 'ernstig financieel' getroffen en de compensatie hiervoor is onduidelijk, heeft de rechter woensdag bepaald.

"Op dit moment kan niet worden vastgesteld dat hen daarvoor enige, laat staan adequate, vergoeding is/zal worden geboden", stelt de rechtbank in een verklaring over het lot van de pelsdierhouders. Het aanstaande verbod zou extra pijnlijk zijn omdat de pelsdierenhouders veel geld hebben moeten investeren in maatregelen om de gezondheid en leefomstandigheden van de beestjes te verbeteren.

Houders die niet aan deze eisen zouden voldoen, kregen meteen het verbod aan hun broek. De rechter vindt echter dat de balans zoek is en heeft de wet daarom 'buiten werking' gesteld.

De zaak was aangespannen door de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders en enkele pelsdierhouders. Zij stellen dat de overheid een gezonde en bloeiende bedrijfstak de nek omdraait. In deze sector wordt jaarlijks zo'n driehonderd miljoen euro verdiend, is te lezen in het vonnis.

De overheid heeft de pelsdierhouderij met ingang van 2013 verboden. De gedachte hierachter is dat in Nederland geen dieren worden gehouden en gedood om hun vacht. Bovendien is de pels geen eerste levensbehoefte, het is een luxegoed.

Bestaande bedrijven mochten echter nog tien jaar hun werk blijven doen. In die tijd zouden zij hun investeringen kunnen terugverdienen en een buffer aanleggen voor moeilijke tijden.