AIVD licht tipje van de sluier op

Inlichtingendienst AIVD heeft woensdag voor het eerst delen van een tot nu toe geheim onderzoeksdossier openbaar gemaakt. Het gaat om zes bestanden over de Stichting Opstand, een onderzoekscollectief dat de groeiende armoede en het overheidsbeleid in de jaren tachtig aan de kaak stelde. De documenten zijn te vinden op de AIVD-website nadat een verzoek tot inzage was ingediend.

De AIVD wil naar eigen zeggen 'aan de hand van historische dossiers inzicht geven in haar eigen werk'. Maar meer dan een tipje van de sluier wordt niet opgelicht, een deel van de informatie is afkomstig uit openbare bronnen.

In het geval van de in 1987 opgerichte Stichting Opstand gaat het om een kort verslag van een radio-interview waarin de oprichting van de stichting bekend wordt gemaakt. Verder zijn er wat krantenknipsels te vinden over juridische onderzoeken tegen enkele leden. Volgens justitie waren er namelijk banden met de extreemlinkse terreurgroep RaRa (Revolutionaire Anti-Racistische Actie).

Ook is een aankondiging van een discussiemiddag geopenbaard, evenals een brochure en een werkplan van de stichting.

De dienst heeft niet alle gevraagde documenten op de site gezet. De aanvrager van de informatie heeft ook de cv's gekregen van personen die in het onderzoek voorkwamen, maar vanwege privacyredenen is deze informatie niet online gezet.

De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten uit 2002 regelt dat de AIVD alle gegevens kan verstrekken, zolang deze 'niets prijsgeven over de werkwijze, bronnen en het actuele kennisniveau van de dienst'. "Passages die om die wettelijke reden niet kunnen worden vrijgegeven, zijn daarom 'gewit'", is te lezen op de site van de AIVD.

De openbaarmaking past in de roep om meer transparantie bij de inlichtingendiensten. Na de onthullingen van de klokkenluider Edward Snowden over de dubieuze werkwijzen van de Amerikaanse geheime dienst NSA, liggen ook de Nederlandse veiligheidsdiensten onder een vergrootglas. Politici in de Tweede Kamer willen meer inzicht in en controle op het werk van de diensten om te voorkomen dat belangen van burgers te veel worden geschaad.